ECLI:NL:RBMAA:2006:AV0770
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- H.M.J. Quaedvlieg
- A.C.A. Schreinemakers
- R. Niessen
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak van verdachte in zaak van seksueel misbruik van minderjarigen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Maastricht, is de verdachte beschuldigd van seksueel misbruik van twee minderjarigen. De tenlastelegging omvatte drie feiten, waarbij de verdachte zou hebben gemeenschap gehad met een meisje van twaalf jaar en ontuchtige handelingen zou hebben gepleegd met twee meisjes, waarvan één ook nog niet de leeftijd van zestien had bereikt. De rechtbank heeft de minderjarige aangeefster verhoord in een speciaal ingerichte interviewruimte, maar de deskundige die door de rechtbank was ingeschakeld, oordeelde dat het studioverhoor van matige kwaliteit was.
Tijdens de zitting op 25 januari 2006 heeft de officier van justitie gevorderd dat de verdachte vrijgesproken zou worden van alle tenlastegelegde feiten. Dit was gebaseerd op het deskundigenrapport van prof. dr. P.J. van Koppen, waarin werd gesteld dat de verklaring van de aangeefster niet als bewijs kon dienen. Daarnaast waren er tegenstrijdige verklaringen van de moeder en zus van de aangeefster, wat de betrouwbaarheid van de getuigenissen verder ondermijnde.
De rechtbank heeft de verklaringen en het deskundigenrapport zorgvuldig gewogen en geconcludeerd dat er onvoldoende wettig en overtuigend bewijs was om de verdachte schuldig te verklaren. De rechtbank heeft daarom besloten de verdachte vrij te spreken van alle tenlastegelegde feiten. Dit vonnis is uitgesproken in de openbare terechtzitting op 25 januari 2006 door de meervoudige kamer voor strafzaken.