ECLI:NL:RBMAA:2006:AU9599
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van schuld door directeur van failliete vennootschap met regresvordering
In deze zaak heeft de rechtbank Maastricht op 11 januari 2006 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de curator van een failliete vennootschap en de directeur van die vennootschap. De curator, mr. Jacobus Johannes Theodorus Paulissen, had de directeur gedagvaard om een schuld van € 18.271,76 te betalen, die voortvloeide uit een rekening-courant verhouding met de failliete vennootschap. De directeur stelde dat hij deze schuld mocht verrekenen met een regresvordering die hij had op de failliete vennootschap, terzake van een door hem betaalde schuld aan de Rabobank, waarvoor hij hoofdelijk aansprakelijk was. De curator voerde aan dat de directeur niet-ontvankelijk verklaard diende te worden, omdat hij geen toestemming van de rechter-commissaris had overgelegd voor het voeren van deze procedure. De rechtbank ging echter voorbij aan dit verweer, omdat de curator had gesteld dat hij gemachtigd was door de rechter-commissaris.
Tijdens de comparitie van partijen werd duidelijk dat er overeenstemming bestond over de schuld van de directeur aan de failliete vennootschap. De rechtbank oordeelde dat de regresvordering van de directeur ten tijde van de faillietverklaring al voorwaardelijk bestond en haar grondslag vond in een handeling die vóór de faillietverklaring was verricht. Dit voldeed aan de voorwaarden voor verrekening zoals gesteld in artikel 53, lid 1 van de Faillissementswet. De rechtbank concludeerde dat de directeur zijn schuld aan de failliete vennootschap mocht verrekenen met zijn regresvordering, waardoor de vorderingen van de curator werden afgewezen. De curator werd veroordeeld in de kosten van de procedure.
Deze uitspraak benadrukt de mogelijkheid van verrekening in faillissementssituaties, mits aan de wettelijke voorwaarden is voldaan. De rechtbank heeft de curator als in het ongelijk gestelde partij aangemerkt en de kosten van de procedure aan hem opgelegd.