ECLI:NL:RBMAA:2005:AU9505
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C.A.E. van Binnebeke
- A.M.A. Eijck
- A.C.A. Schreinemakers
- Rechtspraak.nl
Vervangende straf voor niet-naleving bijzondere voorwaarden jeugddetentie
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 21 december 2005 uitspraak gedaan in een vordering tot tenuitvoerlegging van een voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie. De veroordeelde had zich niet gehouden aan de bijzondere voorwaarden die hem waren opgelegd bij een eerder vonnis van 19 maart 2004. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde de voorschriften en aanwijzingen van de reclassering niet heeft opgevolgd, wat heeft geleid tot de beslissing om de voorwaardelijk opgelegde jeugddetentie om te zetten in een taakstraf.
Tijdens de behandeling van de vordering op 7 december 2005, was de veroordeelde aanwezig met zijn raadsman, mr. [H], en de reclasseringswerker, mevrouw [H]. De reclasseringswerker heeft verklaard dat de veroordeelde niet in staat is gebleken om de gemaakte afspraken na te komen en dat voortzetting van het toezicht niet langer mogelijk was. De rechtbank heeft kennisgenomen van verschillende documenten, waaronder een adviesrapport en een afloopbericht van de reclassering, waaruit bleek dat de veroordeelde herhaaldelijk zijn beloftes niet is nagekomen.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de niet-naleving van de bijzondere voorwaarden voldoende grond biedt om de niet ten uitvoer gelegde jeugddetentie alsnog te laten uitvoeren. In plaats van de jeugddetentie heeft de rechtbank echter besloten om een taakstraf op te leggen, bestaande uit een werkstraf van 94 uren en een leerstraf van 26 uren, gericht op agressiebeheersing. De rechtbank heeft tevens bepaald dat bij niet-naleving van de taakstraf vervangende hechtenis zal worden toegepast. Deze beslissing is genomen in het belang van de veroordeelde, met de hoop dat hij door middel van de taakstraf beter in staat zal zijn om zich aan de voorwaarden te houden.