ECLI:NL:RBMAA:2005:AU7718
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.C.A.E. van Binnebeke
- A.M.A. Eijck
- J.H. Klifman
- Rechtspraak.nl
Ongegrondverklaring bezwaar tegen omzetting werkstraf in gevangenisstraf
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 23 november 2005 uitspraak gedaan over het bezwaar van de veroordeelde tegen de omzetting van zijn werkstraf in gevangenisstraf. De veroordeelde had eerder een werkstraf van 240 uren opgelegd gekregen, maar kwam zijn afspraken niet na. Hij had driemaal een ander werkstrafproject aangeboden gekregen, maar telkens liep dit spaak door zijn eigen toedoen. De rechtbank heeft de veroordeelde, zijn raadsman en de officier van justitie gehoord tijdens de behandeling van het bezwaarschrift op 9 november 2005. De rechtbank heeft vastgesteld dat de veroordeelde na een moeizame start met zijn werkstraf, waarbij hij diverse afspraken niet nakwam, uiteindelijk op 22 januari 2004 begon met zijn werkstraf. Echter, hij verscheen vaak te laat of kwam helemaal niet opdagen. Ondanks herhaalde kansen om zijn werkstraf uit te voeren, heeft hij slechts 62 uren van de opgelegde werkstraf verricht. De officier van justitie heeft daarop de tenuitvoerlegging bevolen van 81 dagen vervangende hechtenis. De rechtbank oordeelde dat de veroordeelde niet naar behoren had voldaan aan de opgelegde werkstraf en verklaarde het bezwaar ongegrond. De rechtbank overwoog dat de wet geen schorsende werking toekent aan het indienen van een bezwaarschrift ex artikel 22g van het Wetboek van Strafrecht, en dat de reeds uitgevoerde vervangende hechtenis niet ter zake doende was voor de beoordeling van het bezwaar. De beslissing werd genomen door de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken en uitgesproken ter openbare terechtzitting.