ECLI:NL:RBMAA:2005:AT9913

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
25 juli 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03/008450-04
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor heling en poging tot diefstal met geweld

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 25 juli 2005 uitspraak gedaan in de strafzaak tegen [Naam verdachte6], die werd beschuldigd van meerdere strafbare feiten, waaronder heling en poging tot diefstal met geweld. De verdachte was betrokken bij de heling van een Volvo XC 90, waarvan hij wist dat deze door misdrijf was verkregen. Daarnaast werd hij beschuldigd van een poging tot diefstal in een kapsalon, waarbij hij samen met anderen probeerde geld en goederen te stelen door middel van braak. Ook was er een poging tot diefstal van een Mercedes, waarbij de verdachte geweld gebruikte tegen het slachtoffer. Verder werd de verdachte beschuldigd van het telen van hennep en het illegaal afnemen van elektriciteit. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan de ten laste gelegde feiten, met uitzondering van enkele onderdelen van de aanklacht die niet bewezen zijn verklaard. De rechtbank heeft bij de strafoplegging rekening gehouden met de ernst van de feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn gepleegd, evenals met de persoon van de verdachte. Uiteindelijk is de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van zestien maanden, waarvan vier maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van twee jaar. De rechtbank heeft ook bepaald dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht, in mindering zal worden gebracht op de opgelegde straf.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Strafrecht
Parketnummers: 03/008450-04; 03/700121-05
Datum uitspraak: 25 juli 2005
Dit vonnis is naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 28 januari 2005, 20 april 2005, 6 juli 2005, 8 juli 2005 en 11 juli 2005 op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[NAAM VERDACHTE6],
geboren te [Geboorteplaats verdachte6] op [Geboortedatum verdachte6],
wonende te [Geboorteplaats verdachte6],
thans gedetineerd in Penitentiaire Inrichting Limburg Zuid - Huis van Bewaring
Overmaze, Maastricht, Willem Alexanderweg 21.
De bij afzonderlijke dagvaardingen onder bovenvermelde parketnummers aangebrachte zaken zijn ter terechtzitting gevoegd.
De tenlasteleggingen
Aan [Naam verdachte6] is in de zaak met het parketnummer 03/008450-04 na wijziging van de tenlastelegging ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 29 juli 2004 tot en met 1 november 2004 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland, een personenauto van het merk Volvo, type XC 90 heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde personenauto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij op of omstreeks 26 maart 2004 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een kapsalon, gelegen aan de Scharnerweg 145 weg te nemen geld en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer2] en/of [Naam slachtoffer3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemde kapsalon te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen met voornoemd oogmerk zich naar die kapsalon heeft begeven en een (achter)deur van die kapsalon heeft opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op of omstreeks 13 mei 2004 in de gemeente Valkenburg aan de Geul, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een personenauto van het merk Mercedes, geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan en/of te doen vergezellen van geweld tegen die [Naam slachtoffer4], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen het portier van die personenauto heeft opengetrokken en/of vervolgens die [Naam slachtoffer4] heeft geslagen en/of gestompt en/of geschopt en/of getrapt en/of een in werking zijnd stroomstootwapen tegen het lichaam van die [Naam slachtoffer4] heeft gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op of omstreeks 25 juli 2004 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een autoverhuurbedrijf, gelegen aan de Duitse Poort 15, weg te nemen geld en/of goederen, geheel of ten dele toebehorende aan [Naam slachtoffer5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s) en zich daarbij de toegang tot voornoemd pand te verschaffen en/of die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder zijn/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking en/of inklimming, met een of meer van zijn mededader(s), althans alleen met voornoemd oogmerk zich naar dat pand heeft begeven en/of een ruit van dat pand heeft verbroken en/of vervolgens dat pand is binnengegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
Aan [Naam verdachte6] is in de zaak met het parketnummer 03/700121-05 ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 26 september 2004 in de gemeente Maastricht opzettelijk heeft geteeld en/of bereid en/of bewerkt en/of verwerkt, in elk geval opzettelijk aanwezig heeft gehad (in een pand aan het Holsteinbastion 8) een hoeveelheid van (in totaal) ongeveer 500, althans een groot aantal hennepplanten en/of delen daarvan, in elk geval een hoeveelheid van meer dan 30 gram van een materiaal bevattende hennep, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 26 september 2004 in de gemeente Maastricht al dan niet opzettelijk, zonder daartoe verleende vergunning, een in of op perceel Holsteinbastion 8 gelegen inrichting voor het telen, behandelen, verhandelen, opslaan of overslaan van landbouwprodukten, te weten een inrichting voor de hennepteelt, zijnde een inrichting genoemd in Categorie 9.1 onder f van de bij het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer behorende Bijlage I, heeft opgericht;
2.
hij in of omstreeks de periode van 1 januari 2004 tot en met 26 september 2004 in de gemeente Maastricht meermalen althans eenmaal (telkens) met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid electriciteit, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Nutsbedrijven Maastricht, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak en/of verbreking.
Overweging
De raadsman heeft betoogd dat [Naam verdachte6] moet worden vrijgesproken van hetgeen hem onder 3 in de zaak met parketnummer 03/008450-04 ten laste is gelegd, omdat [Naam verdachte6] vrijwillig is teruggetreden.[Naam verdachte6] is immers gestopt op het moment dat hij het stroomstootwapen de eerste keer gebruikte en heeft, toen hij zich realiseerde waar hij mee bezig was, het stelen van de auto niet doorgezet. De niet voltooiing van het feit is dus het gevolg van een van de wil van [Naam verdachte6] afhankelijk besluit.
De rechtbank is, anders dan de verdediging, van oordeel dat het feit niet is voltooid als gevolg van een omstandigheid die buiten de wil van de dader is gelegen. Immers, volgens het slachtoffer heeft zijn aanvaller hem meermalen elektrische schokken toegebracht op zijn linker bovenbeen als gevolg waarvan hij verschillende verwondingen had, maar is hij er na enkele pogingen toch in geslaagd zijn auto te starten en weg te rijden. De verklaring van het slachtoffer wordt bevestigd door diens huisarts, nu deze relateert dat het slachtoffer twaalf 2 tot 3 cm lange wondjes op zijn linker bovenbeen had. De rechtbank acht de verklaring van het slachtoffer, gezien de verklaring van de huisarts, geloofwaardig. De stelling van [Naam verdachte6] dat hij vrijwillig is teruggetreden, verwerpt de rechtbank dan ook.
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [Naam verdachte6] het in de zaak met het parketnummer 03/008450-04 onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij in de periode van 29 juli 2004 tot en met 1 november 2004 in Nederland een personenauto van het merk Volvo, type XC 90, heeft verworven, terwijl hij ten tijde van het verwerven van voornoemde personenauto wist dat het een door misdrijf verkregen goed betrof;
2.
hij op 26 maart 2004 in de gemeente Maastricht, ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een kapsalon, gelegen aan de Scharnerweg 145, weg te nemen geld en/of goederen, toebehorende aan [Naam slachtoffer2] en/of [Naam slachtoffer3], en zich daarbij de toegang tot voornoemde kapsalon te verschaffen en die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak, met zijn mededaders met voornoemd oogmerk zich naar die kapsalon heeft begeven en een achterdeur van die kapsalon heeft opengebroken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
3.
hij op 13 mei 2004 in de gemeente Valkenburg aan de Geul ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening weg te nemen een personenauto van het merk Mercedes, toebehorende aan [Naam slachtoffer4], en daarbij die voorgenomen diefstal te doen voorafgaan van geweld tegen die [Naam slachtoffer4], te plegen met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, het portier van die personenauto heeft opengetrokken en vervolgens een in werking zijnd stroomstootwapen tegen het lichaam van die [Naam slachtoffer4] heeft gehouden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
4.
hij op 25 juli 2004 in de gemeente Maastricht ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om tezamen en in vereniging met anderen met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een autoverhuurbedrijf, gelegen aan de Duitse Poort 15, weg te nemen geld en/of goederen, toebehorende aan [Naam slachtoffer5], en zich daarbij de toegang tot voornoemd pand te verschaffen en die/dat weg te nemen geld en/of goederen onder hun bereik te brengen door middel van braak, met een van zijn mededaders met voornoemd oogmerk zich naar dat pand heeft begeven en een ruit van dat pand heeft verbroken en vervolgens dat pand is binnengegaan, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat [Naam verdachte6] het in de zaak met het parketnummer 03/700121-05 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1 primair.
hij in de periode van 1 augustus 2004 tot en met 26 september 2004 in de gemeente Maastricht opzettelijk heeft geteeld in een pand aan het Holsteinbastion 8 een hoeveelheid van ongeveer 500 hennepplanten, zijnde hennep een middel als bedoeld in de bij de Opiumwet behorende lijst II;
2.
hij in de periode van 1 augustus 2004 tot en met 26 september 2004 in de gemeente Maastricht met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een hoeveelheid electriciteit, toebehorende aan Nutsbedrijven Maastricht.
De partiële vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan [Naam verdachte6] in de zaak met het parketnummer 03/008450-04 onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd. [Naam verdachte6] moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan [Naam verdachte6] in de zaak met het parketnummer 03/700121-05 onder 1 primair en 2 meer of anders is ten laste gelegd. [Naam verdachte6] moet hiervan worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen
De beslissing van de rechtbank, dat het bewezen verklaarde door [Naam verdachte6] is begaan, steunt op de inhoud van de bewijsmiddelen, houdende de daartoe redengevende feiten en omstandigheden.
De kwalificatie
Het in de zaak met het parketnummer 03/008450-04 bewezen verklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
feit 1:
opzetheling
feit 2:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
feit 3:
poging tot diefstal, voorafgegaan van geweld, gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden, terwijl het feit wordt gepleegd door twee of meer verenigde personen
feit 4:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak
Het in de zaak met het parketnummer 03/700121-05 bewezen verklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt.
feit 1 primair:
handelen in strijd met een in artikel 3, onder B, van de Opiumwet gegeven verbod
feit 2:
diefstal
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit. [Naam verdachte6] is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd dat [Naam verdachte6] in de zaak met het parketnummer 03/008450-04 ter zake van de feiten onder 1, 2, 3 en 4 en in de zaak met het parketnummer 03/700121-05 ter zake van de feiten onder 1 primair en 2 zal worden veroordeeld tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 3 jaren, met aftrek conform het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht.
De raadsman heeft betoogd dat [Naam verdachte6] vrijgesproken dient te worden van het in de zaak met het parketnummer 03/008450-04 onder 3 ten laste gelegde.
Mede gelet op hetgeen door de officier van justitie en door en namens [Naam verdachte6] ter terechtzitting naar voren is gebracht, overweegt de rechtbank in verband met de op te leggen straf het volgende.
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en de ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezen verklaarde is begaan en op de persoon van [Naam verdachte6], zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen. Daarbij is in het bijzonder rekening gehouden met het gegeven dat [Naam verdachte6] – kennelijk om uit zijn financiële problemen te geraken – niet heeft geschuwd om geweld tegen goederen (in het geval van de twee pogingen tot inbraak) én tegen personen te (laten) gebruiken.
Waar het de heling van de auto van [Naam slachtoffer] betreft, heeft [Naam verdachte6] immers aan [Naam verdachte1] verteld dat hij interesse had in duurdere auto’s en dat deze meer opleverden indien de sleutel zou worden meegeleverd. Na de gebeurtenissen op de Sint Pietersberg, waarbij [Naam slachtoffer] om het leven is gebracht teneinde zijn auto te kunnen stelen, heeft [Naam verdachte6] daadwerkelijk zo’n dure auto inclusief sleutels aangeboden gekregen van [Naam verdachte1] en heeft deze ook aan derden verkocht. Aangezien het allerminst voor de hand ligt dat een bestuurder van een voertuig ‘zonder slag of stoot’ zijn autosleutels aan derden afgeeft, heeft [Naam verdachte6] er zowel ten tijde van bedoelde uitlatingen richting [Naam verdachte1] als ten tijde van het voorhanden krijgen van de auto van [Naam slachtoffer], terdege rekening mee moeten houden dat geweld zou worden respectievelijk was gebruikt. Dit heeft hem er echter niet van weerhouden die uitlatingen te doen en de auto met bijbehorende sleutel toch te helen.
Waar het de poging car-jacking betreft, heeft [Naam verdachte6] zelf niet onaanzienlijk geweld toegepast door het slachtoffer met een stroomstootwapen verschillende stroomstoten te geven, wetende dat deze uitermate pijnlijk voor het slachtoffer zouden zijn. Dit geweldsaspect rekent de rechtbank verdachte zwaar aan.
De toepasselijke wettelijke bepalingen
De op te leggen straf is gegrond op de artikelen 45, 57, 310, 311, 312 en 416 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 3 en 11 van de Opiumwet.
DE BESLISSINGEN:
De rechtbank
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/008450-04 onder 1, 2, 3 en 4 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het in de zaak met het parketnummer 03/700121-05 onder 1 primair en 2 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/008450-04 onder 1, 2, 3 en 4 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan de verdachte in de zaak met het parketnummer 03/700121-05 onder 1 primair en 2 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat de verdachte strafbaar is;
- veroordeelt de verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de duur van zestien maanden;
- beveelt dat een deel van de opgelegde gevangenisstraf, groot vier maanden, niet zal worden ten uitvoer gelegd, tenzij de rechter later anders mocht gelasten op grond dat de veroordeelde niet heeft nageleefd de voorwaarde zich voor het einde van een proeftijd van twee jaren niet schuldig te maken aan een strafbaar feit;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. R.A.J. van Leeuwen, voorzitter, mr. M.C.A.E. van Binnebeke en mr. H.M.J. Quaedvlieg, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.L.P. Biesmans, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 25 juli 2005.