ECLI:NL:RBMAA:2005:AT3587
Rechtbank Maastricht
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Echtscheiding tussen een man met de Nederlandse nationaliteit en een vrouw met de Britse nationaliteit, met betrekking tot alimentatie en huwelijksvermogensrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 6 april 2005 uitspraak gedaan in een echtscheidingsprocedure tussen een man en een vrouw, waarbij de man de Nederlandse nationaliteit heeft en de vrouw de Britse. De man verzocht om echtscheiding en diverse nevenvoorzieningen, waaronder alimentatie en verdeling van de huwelijksgemeenschap. De vrouw erkende dat het huwelijk duurzaam is ontwricht, maar betwistte de hoogte van de door de man gevraagde alimentatie van € 4.000 per maand. De rechtbank oordeelde dat de man recht heeft op een alimentatie van € 3.850 per maand, rekening houdend met zijn financiële situatie en het feit dat hij als huisman voor de vrouw heeft gezorgd. De rechtbank concludeerde verder dat de gevolgen van de echtscheiding naar Nederlands recht moeten worden afgewikkeld, omdat het eerste huwelijksdomicilie in Nederland was. De vrouw had verzocht om toepassing van Belgisch recht, maar dit verzoek werd afgewezen. De rechtbank stelde partijen in de gelegenheid om zich uit te laten over de verdeling van de gemeenschap van goederen en de benoeming van een notaris. De uitspraak benadrukt de toepassing van het Nederlands recht in internationale echtscheidingszaken, vooral met betrekking tot alimentatie en huwelijksvermogensrecht.