ECLI:NL:RBMAA:2004:AR6609

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
13 oktober 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
95646/KG ZA 04-411
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • F. Bergmans
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Hennepplantage en staking executie in kort geding

In deze zaak heeft eiseres, woonachtig in een huurwoning van de stichting Maaskant Wonen, een kort geding aangespannen tegen de stichting. De aanleiding voor het kort geding was de ontdekking van een hennepplantage in de woning van eiseres door de politie op 4 december 2003. De stichting Maaskant Wonen had eiseres gedagvaard tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning. De kantonrechter te Sittard had op 7 juli 2004 in een eindvonnis de huurovereenkomst ontbonden en eiseres veroordeeld tot ontruiming binnen drie maanden. Eiseres had hiertegen hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Den Bosch.

Eiseres stelde dat Maaskant misbruik van bevoegdheid maakte door tot executie van het kantongerechtsvonnis over te gaan. Zij voerde aan dat de hennepkwekerij geen concreet gevaar of schade had veroorzaakt en dat zij geen alternatieve woonruimte kon vinden voor haar en haar minderjarige kind. Eiseres was afhankelijk van een bijstandsuitkering en had zorg voor een kind dat bijzondere aandacht nodig had. De ontruiming was gepland voor 5 oktober 2004, wat de spoedeisendheid van de zaak onderstreepte.

De voorzieningenrechter oordeelde dat de stichting Maaskant geen in redelijkheid te respecteren belang had bij de executie van het vonnis, gezien de omstandigheden van eiseres. De rechter concludeerde dat ontruiming voor eiseres en haar kind een schier onmogelijke opgave zou zijn, gezien de krapte op de woningmarkt en de financiële situatie van eiseres. De voorzieningenrechter verbood Maaskant om het kantongerechtsvonnis ten uitvoer te leggen totdat het Gerechtshof een einduitspraak had gedaan. De kosten van de procedure werden gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Datum uitspraak : 13 oktober 2004
Zaaknummer : 95646 / KG ZA 04-411
De voorzieningenrechter, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende kort gedingvonnis gewezen
inzake
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres in kort geding,
procureur mr. P.J.M. Thewessen (toevoeging);
tegen:
de stichting STICHTING MAASKANT WONEN,
gevestigd en kantoor houdende te [woonplaats],
gedaagde in kort geding,
advocaat mr. J.M.G.A. Sengers,
procureur mr. W.C.M. Coenen.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres, hierna te noemen [naam eiseres], heeft gedaagde, hierna te noemen “Maaskant”, gedagvaard in kort geding. Op de dienende dag, 29 september 2004, heeft [eiseres] gesteld en gevorderd overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding, waarna zij haar vordering met verwijzing naar op voorhand toegezonden producties aan de hand van een pleitnota nader heeft doen toelichten.
Maaskant heeft aan de hand van een pleitnota verweer gevoerd, daarbij eveneens verwijzend naar op voorhand toegezonden producties.
Partijen hebben daarna op elkaars stellingen gereageerd.
Tenslotte hebben partijen om vonnis verzocht. De uitspraak van het vonnis is bepaald op heden.
2. Het geschil
2.1 (De rechtsvoorgangster van) Maaskant verhuurde aan [eiseres] de woning gelegen aan de [straat] te [postcode] [woonplaats]. [eiseres] woont samen met haar minderjarige kind in de woning. Op 4 december 2003 heeft de Politie Regio Limburg Zuid in de woning een hennepplantage aangetroffen.
2.2 Maaskant heeft [eiseres] voor de rechtbank Maastricht, sector kanton, locatie Sittard-Geleen, gedagvaard tot ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van het gehuurde.
Op 7 juli 2004 heeft de kantonrechter te Sittard onder zaaknummer 151515 CV EXPL 04-354 eindvonnis gewezen. Daarbij werd de tussen partijen bestaande huurovereenkomst ontbonden, en werd [eiseres] veroordeeld om –kort gezegd- binnen drie maanden na betekening van het vonnis het gehuurde met al het hare en de haren te ontruimen. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.
[eiseres] heeft tegen voormeld vonnis hoger beroep ingesteld bij het Gerechtshof te Den Bosch.
2.3 [eiseres] heeft Maaskant verzocht het hoger beroep in voormelde zaak af te wachten, maar Maaskant heeft te kennen gegeven tot ontruiming over te willen gaan. De ontruiming is aangezegd per 5 oktober 2004.
2.4 [eiseres] stelt –kort samengevat en voor zover thans van belang- het volgende.
2.4.1 Maaskant maakt misbruik van bevoegdheid indien zij overgaat tot executie van het kantongerechtsvonnis.
2.4.2 Binnen de kring van kantonrechters wordt wisselend beslist over zaken als de hiervoor bedoelde kantongerechtszaak. Zo heeft een kantonrechter te Eindhoven aangegeven dat het enkele feit dat een hennepkwekerij in een huurwoning is aangetroffen, niet zonder meer wil zeggen dat dat een ontruiming rechtvaardigt, nu niet zonder meer gesteld kan worden dat een hennepkwekerij brandgevaar oplevert dan wel dat het hebben van een dergelijke kwekerij wil zeggen dat (in dit geval:) [eiseres] zich niet als goed huurder heeft gedragen.
2.4.3 De bij [eiseres] aangetroffen hennepkwekerij heeft geen concreet gevaar, concrete overlast of concrete schade veroorzaakt.
2.4.4 [eiseres] heeft nog steeds geen alternatieve woonruimte kunnen vinden voor haar en haar kind. [eiseres] is afhankelijk van een bijstandsuitkering. Daarnaast heeft zij de zorg over een kind dat door een gebrekkige ontwikkeling bijzondere aandacht behoeft, weshalve zij gebonden is aan de streek waar zij thans verblijft. Voorts is [eiseres] aangewezen op de private woningmarkt, nu andere woningstichtingen haar vanwege het (voormalig) houden van een hennepkwekerij niet gauw een woning aanbieden, behoudens onder bijzondere voorwaarden. Een woning van de private woningmarkt kan zij niet bekostigen. Op basis van het vorenstaande heeft zij geen redelijke alternatieven om elders een woning te vinden.
2.4.5 Maaskant heeft geen belang bij een spoedige ontruiming, nu [eiseres] altijd stipt de huurpenningen voldoet. Daarnaast woont zij al weer enige maanden in de huurwoning zonder dat zich enig incident heeft voorgedaan. Bovendien hoeft niet gevreesd te worden dat [eiseres] opnieuw in het gehuurde een hennepkwekerij zal beginnen.
2.4.6 De ontruiming staat gepland voor 5 oktober 2004 –hierin is de spoedeisendheid gelegen-, zodat [eiseres] recht en belang heeft de voorzieningenrechter te verzoeken kennis te nemen van dit executiegeschil en te bepalen dat [eiseres] de woning thans niet behoeft te ontruimen in afwachting van een onherroepelijk vonnis.
2.5 Op grond van het vorenstaande heeft [eiseres] gevorderd dat de voorzieningenrechter bij vonnis, zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, bepaalt dat de woning aan de [straat] te [postcode] [woonplaats] niet door [eiseres] behoeft te worden ontruimd totdat in hoogste instantie is beslist in de ontruimingsprocedure met in eerste aanleg het zaaknummer
151515 CV EXPL 04-354, met veroordeling van Maaskant in de kosten van het geding.
2.6 Maaskant heeft gemotiveerd verweer gevoerd. Op het verweer zal, voor zover van belang, hierna worden ingegaan.
3. De beoordeling
3.1 Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak en is door Maaskant ook niet betwist. Dat ter terechtzitting is gebleken dat de ontruimingsdatum is verschoven naar 21 oktober 2004, doet aan het spoedeisend belang niet af.
3.2 De voorzieningenrechter kan slechts de staking van de tenuitvoerlegging bevelen, indien hij van oordeel is dat Maaskant, mede gelet op de belangen aan de zijde van [eiseres] die door de ontruiming zullen worden geschaad, geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij gebruikmaking van haar bevoegdheid om tot executie over te gaan.
De voorzieningenrechter kan derhalve slechts de staking van de executie bevelen in geval van misbruik van bevoegdheid aan de zijde van Maaskant. Dit zou het geval kunnen zijn indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust of indien het te executeren vonnis op grond van ná dit vonnis voorgevallen of aan het licht gekomen feiten klaarblijkelijk aan de zijde van [eiseres] een noodtoestand zal doen ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard (HR 22 april 1983, NJ 1984/145).
3.3 Dat het kantongerechtsvonnis klaarblijkelijk op een juridische of feitelijke misslag berust, is gesteld noch gebleken.
Indien en voor zover [eiseres] met haar stelling dat kantonrechters verschillend oordelen over onderhavige zaken, heeft willen aangeven dat het kantongerechtsvonnis op een juridische misslag berust, oordeelt de voorzieningenrechter dat deze stelling niet leidt tot die gevolgtrekking.
3.4 De aan te leggen toets is nochtans ruimer dan de vraag of sprake is van een juridische of feitelijke misslag. In voorkomende gevallen kan ook een belangenafweging nopen tot het oordeel dat ontruiming misbruik van bevoegdheid oplevert.
3.4.1 Het belang van Maaskant houdt in dat zij precedentwerking wil voorkomen en dat zij heeft te waken voor de leefbaarheid in de buurten en de wijken waar haar woongelegenheden zijn gelegen. Volgens Maaskant schaadt de exploitatie van hennepkwekerijen in woningen de verhuurbaarheid van die woningen, omdat het exploiteren van hennepkwekerijen maatschappelijk ongewenst is en daarvan een sterk criminaliserend effect uitgaat.
Het belang van Maaskant, zoals desgevraagd ter terechtzitting aangegeven, blijft in feite echter steken in haar wens om precedentwerking te voorkomen.
3.4.2 Tegenover het belang van Maaskant bij executie staat het belang van [eiseres] om in de woning te mogen blijven in afwachting van een, zoals zij stelt, onherroepelijke uitspraak.
In de streek waar [eiseres] thans woont kan zij niet of in ieder geval zeer moeilijk woonruimte vinden. Hoewel zij staat ingeschreven bij enkele woningstichtingen, zullen deze stichtingen haar niet snel een woning aanbieden, behoudens onder bijzondere voorwaarden, nu zij door het houden van de hennepkwekerij “een stempel” heeft gekregen. In dit kader is door Maaskant ter terechtzitting aangegeven dat als andere woningstichtingen informatie bij haar inwinnen omtrent [eiseres], Maaskant zal (moeten) aangeven dat [eiseres] een hennepkwekerij heeft gehouden. Dan gaan die woningcorporaties volgens Maaskant bepaalde voorwaarden stellen. In die zin is [eiseres] “besmet”. Zij is derhalve aangewezen op de private woningmarkt. Een woning van de private woningmarkt kan zij echter niet bekostigen. Zij is afhankelijk van een bijstandsuitkering.
Niet bestreden is de stelling van [eiseres] dat zij een kind heeft dat vanwege diens gebrekkige ontwikkeling bijzondere verzorging behoeft, weshalve [eiseres] is gebonden aan de streek waar zij thans woont. Zo heeft het kind op de school in [woonplaats] een “speciale mentor” die het kind begeleidt. Met name deze omstandigheid legt ten faveure van [eiseres] gewicht in de schaal.
3.5 Op grond van het vorenstaande concludeert de voorzieningenrechter dat ontruiming [eiseres] voor de schier onmogelijke opgave zou plaatsen voor haar en haar kind op zeer korte termijn andere –passende- woonruimte te vinden.
Daargelaten de vraag of [eiseres] dit voornamelijk aan zichzelf te wijten heeft, is het niet denkbeeldig, mede gelet op de krapte op de woningmarkt en de budgettaire (on)mogelijkheden van [eiseres], dat het niet slagen in de hiervoor genoemde schier onmogelijke opgave, tot ongewenste situaties zal leiden.
Voorts is het naar het oordeel van de voorzieningenrechter onduidelijk wat het belang is van Maaskant bij tenuitvoerlegging “nu”. Het argument van Maaskant dat zij precedentwerking wil voorkomen, acht de voorzieningenrechter in dit kader niet sterk. Bovendien is niet betwist dat de hennepkwekerij is verwijderd en [eiseres] tijdig de huur betaalt.
Een en ander laat de balans voorshands in het voordeel van [eiseres] doorslaan.
3.6 Het vorenstaande brengt met zich dat het gevorderde dient te worden toegewezen, zij het met inachtneming van hetgeen hierna nog wordt opgemerkt.
De voorzieningenrechter begrijpt het door [eiseres] gevorderde aldus dat zij de voorzieningenrechter vraagt Maaskant te verbieden tot tenuitvoerlegging van het kantongerechtsvonnis over te gaan. Ook de raadsman van Maaskant heeft dit blijkens punt 5 van diens pleitnotitie aldus begrepen.
De voorzieningenrechter zal Maaskant dan ook verbieden tot tenuitvoerlegging van het kantongerechtsvonnis over te gaan, zij het evenwel totdat het Gerechtshof te Den Bosch einduitspraak heeft gedaan. De tenuitvoerlegging opschorten totdat een onherroepelijk vonnis in hoogste instantie is gewezen, acht de voorzieningenrechter het bestek van een kort geding te buiten gaan.
3.7 De voorzieningenrechter acht termen aanwezig de proceskosten te compenseren zals hierna in het dictum is vermeld.
4. De beslissing
De voorzieningenrechter van de rechtbank te Maastricht:
RECHT DOENDE in kort geding:
verbiedt Maaskant het tussen partijen gewezen kantongerechtsvonnis met zaaknummer 151515 CV EXPL 04-354 ten uitvoer te leggen totdat het Gerechtshof te Den Bosch in voormelde zaak einduitspraak heeft gedaan;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
compenseert de kosten van deze procedure aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. Bergmans, voorzieningenrechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.
F.B.