ECLI:NL:RBMAA:2004:AO4953
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.J. Groen
- L.J. de Kerpel-van de Poel
- P.E. de Kort
- Rechtspraak.nl
Ontslag statutair directeur en kennelijke onredelijkheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 3 maart 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen [Eiser] en de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Limburgse Assurantiegroep BV (LAG) over de kennelijke onredelijkheid van het ontslag van [Eiser] als statutair directeur. De rechtbank heeft vastgesteld dat [Eiser] niet in zijn bewijs is geslaagd dat de vertrekregeling in zijn arbeidsovereenkomst van toepassing was, en dat er geen sprake was van kennelijke onredelijkheid bij het ontslag. De rechtbank overwoog dat de verklaringen van getuigen, waaronder die van [naam getuige nummer 1], de stellingen van LAG ondersteunden en dat er onvoldoende bewijs was voor de claims van [Eiser]. De rechtbank concludeerde dat de redenen voor het ontslag, zoals slechte motivatie en tegenvallende resultaten, evident waren en dat [Eiser] zich bewust was van de risico's van zijn functie. De rechtbank wees de vordering van [Eiser] af en veroordeelde hem in de proceskosten. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in ontslagzaken en de beoordeling van de redelijkheid van ontslaggronden.