RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Civiel
Vonnis : 18 februari 2004
Zaaknummer : 81906 / HA ZA 03-210
De enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid TRITONE TELECOM BV,
gevestigd te Maastricht,
eiseres in conventie, gedaagde in reconventie,
procureur mr. J.A.M.G. Vogels;
de vennootschap naar vreemd recht EUROPEAN DATA TELECOM B.V.B.A.,
gevestigd te Brussel, België,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
procureur mr. CH.M.E.M. Paulussen.
1. Het verloop van de procedure
Gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, hierna te noemen "ED" heeft niet gereageerd op de bij rolbeschikking van 18 juni 2003 door de rechtbank verzochte informatie waarna eiseres in conventie, gedaagde in reconventie, hierna te noemen "Tritone" een conclusie van antwoord in reconventie heeft genomen.
Op de voet van artikel 131 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering is een comparitie na antwoord gelast welke geen doorgang heeft gevonden waarna de rechtbank ambtshalve vonnis heeft bepaald waarvan de uitspraak nader is bepaald op heden.
2.1 Tritone heeft op 27 november 2001 met ED een overeenkomst gesloten waarbij ED tegen betaling gebruik maakt van door Tritone te leveren telecommunicatiediensten. Tritone heeft ED voor deze diensten als volgt gefactureerd:
Factuur nr 2048855 van 27 mei 2002 ad € 270.581;
Factuur nr 2049209 van 21 juni 2002 ad € 288.976,68;
Factuur nr 2052788 van 15 juli 2002 ad € 244.155,13;
Factuur nr 2052911 van 30 juli 2002 ad € 120.073,49;
Factuur nr 2054954 van 26 augustus 2002 ad € 23.178,26.
ED heeft in de loop van de tijd verschillende betalingen verricht doch heeft niet alle facturen voldaan.
Tritone heeft op grond van het vorenstaande gevorderd dat ED bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen:
- een bedrag van € 745.132,14 te vermeerderen met de wettelijke rente over € 718.764,56 vanaf 31 januari 2003 tot aan de dag
der algehele voldoening;
- een bedrag van € 4.448,- wegens buitengerechtelijke incassokosten;
het een en ander met veroordeling van ED in de kosten van de procedure.
2.2 ED voert verweer hetwelk - samengevat en voorzover thans van belang - het volgende inhoudt.
a. Tritone heeft systematisch te hoog gefactureerd. Bij wijze van voorbeeld noemt ED de volgende gevallen : ED had twee wanbetalende klanten en wel Mimi en International. ED heeft op 3 en 4 juli 2002 Tritone verzocht om deze twee klanten af te sluiten hetgeen Tritone pas op 8 juli 2002 heeft gedaan. In de dagen tussen 4 juli 2002 en de afsluiting heeft International nog voor 31.134 seconden gebruikt en Mimi voor 1.040.631 seconden.
b. Factuur 2054954 betreft de periode 16 juli 2002 tot 31 juli 2002 terwijl ED reeds op 19 juli 2002 door Tritone is afgesloten.
c. Voorzover de rechtbank ED begrijpt doet zij onder de nummers 14 en verder van haar conclusie van antwoord een beroep op verrekening omdat zij schade heeft geleden door de onregelmatige afsluiting door Tritone.
2.3 ED stelt dat Tritone op onregelmatige wijze de overeenkomst van 27 november 2001 heeft opgezegd waardoor ED schade heeft geleden. Zij heeft op grond van het vorenstaande gevorderd voor recht te verklaren dat het tijdstip en wijze van beëindiging van de samenwerkingsovereenkomst van 27 november 2001 tussen partijen door Tritone jegens ED wanprestatie dan wel onrechtmatig handelen oplevert onder bepaling dat Tritone aansprakelijk is voor betaling van de door ED ter zake geleden schade, op te maken bij staat en te vereffenen volgens de wet met veroordeling van Tritone in de kosten van de procedure.
2.4 De vordering wordt door Tritone weersproken, waartoe wordt verwezen naar de conclusie van antwoord.
3.1.1 Daar waar ED stelt dat Tritone systematisch te hoog heeft gefactureerd, noemt zij slechts twee voorbeelden. Die twee voorbeelden (zelfs als zij juist zijn) leveren een onvoldoende onderbouwing op van de stelling dat er sprake zou zijn van systematisch te hoog factureren. Die stelling wordt dan ook verworpen.
3.1.2 De stelling van ED dat Tritone de aansluitingen van Mimi en International te laat heeft afgesloten, is al bij dagvaarding door Tritone besproken en ontkend. Indien in een geval als het onderhavige reeds op een dergelijke wijze bij dagvaarding is geanticipeerd op een verweer van gedaagde, brengt art. 128, lid 5 Rv met zich dat indien gedaagde bij antwoord inderdaad een dergelijk verweer voert, tevens wordt aangegeven aan de hand van welke bewijsmiddelen hij dit verweer wenst te bewijzen. Nu ED dit op geen enkele wijze heeft gedaan en het heeft gehouden op een volstrekt abstracte stelling terwijl haar raadsman de rechtbank heeft laten weten geen contact meer met ED te hebben naar aanleiding waarvan de comparitie is afgelast terwijl ED tijdens de comparitie opheldering had kunnen geven, verwerpt de rechtbank ook dit verweer.
3.2 Het hiervoor onder 2.2 sub b weergegeven verweer faalt eveneens. Reeds bij dagvaarding heeft Tritone gesteld dat de betreffende factuur weliswaar de periode beslaat van de tweede helft van juli 2002 doch dat geen diensten zijn gefactureerd die geleverd zouden zijn na het moment van de afsluiting. Nu ED zelfs heeft nagelaten een specificatie in het geding te brengen is ook de stelling dat er diensten gefactureerd zijn van na de datum van afsluiting onvoldoende onderbouwd. Bij dit oordeel wordt verder meegewogen dat het, gelet op de hoogte van de eerste drie facturen, alleszins mogelijk is om in een periode van ongeveer drie dagen tot een te factureren bedrag van € 23.178,26 te komen.
3.3 Voorzover ED een beroep op verrekening heeft willen doen, wordt dit verworpen omdat dit verweer ex art. 136 boek 6 BW niet op eenvoudige wijze is vast te stellen terwijl de vordering overigens voor toewijzing vatbaar is.
3.4 Nu de vordering voor het overige niet is weersproken, zal zij worden toegewezen met dien verstande dat de gevorderde wettelijke rente over de incassokosten zal worden afgewezen omdat is gesteld noch gebleken dat ED terzake deze kosten in gebreke is gesteld. Gelet op bovenstaande dient ED de proceskosten van Tritone te betalen omdat ED overwegend in het ongelijk is gesteld.
3.5 Bij rolbeschikking van 18 juni 2003 heeft de rolrechter beschikt dat de reconventionele vordering niet voldeed aan de daaraan in artikel 111 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering gestelde vereisten omdat de conclusie van eis in reconventie niet vermeldde de door Tritone tegen de eis aangevoerde verweren en de gronden daarvoor; de bewijsmiddelen waarover ED kon beschikken niet waren vermeld en evenmin de getuigen die gehoord konden worden ter staving van de aldus betwiste gronden van de eis vermeld waren. De rolrechter heeft ED vervolgens in de gelegenheid gesteld om deze omissies te herstellen. ED heeft hiervan geen gebruik gemaakt terwijl ook de comparitie na antwoord geen doorgang heeft gevonden om redenen die aan ED zijn toe te schrijven (zie hiervoor onder 3.1.2). De rechtbank zal daarom ED niet-ontvankelijk verklaren in haar reconventionele vordering waarbij tevens de gronden worden meegewogen zoals door Tritone in haar conclusie van antwoord in reconventie onder 2 tot en met 5 zijn vermeld, welke punten als hier herhaald en ingelast worden beschouwd.
3.6 Gelet op vorenstaande dient ED de reconventionele proceskosten van Tritone te betalen. Deze zullen, gelet op de inhoud van het antwoord van Tritone, op een half punt van het liquidatietarief worden gesteld.
Veroordeelt ED om aan Tritone tegen behoorlijk bewijs van kwijting te betalen € 745.132,14 en € 4.448,- te vermeerderen met de wettelijke rente over € 718.764,56 vanaf 31 januari 2003 tot aan de dag der algehele voldoening;
Veroordeelt ED in de kosten van deze procedure, gerezen aan de zijde van Tritone en tot op heden begroot op € 3.863,- aan griffierecht, € 77,20 aan kosten Nederlandse deurwaarder en € 93,82 kosten Belgische deurwaarder en € 2.224,- voor salaris procureur;
Verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
Wijst af het meer of anders gevorderde;
Verklaart ED niet ontvankelijk in haar vordering;
Veroordeelt ED in de proceskosten, gerezen aan de zijde van Tritone en tot op heden begroot op € 195,-.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.R. Sijmonsma, rechter, en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier.