ECLI:NL:RBMAA:2003:AN8413
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- J.R. Sijmonsma
- Hoekstra
- Arnold
- Rechtspraak.nl
Vordering tot verstrekking van informatie door erfgenamen van een overleden rekeninghouder tegen de Rabobank
In deze zaak vorderen vijf erfgenamen van een overleden rekeninghouder informatie van de coöperatie Coöperatieve Rabobank U.A. betreffende de betaal- en spaarrekeningen van hun moeder, die op 13 december 2000 is overleden. De erfgenamen, vertegenwoordigd door procureur mr. I.M. van Dijk, hebben de rechtbank verzocht om inzage in rekeningafschriften en andere relevante documenten. De Rabobank, vertegenwoordigd door procureur mr. P.H. Brandts, heeft zich verzet tegen de verstrekking van deze informatie op basis van een clausule in haar algemene voorwaarden die stelt dat de bank geen inlichtingen hoeft te verstrekken over het verloop van de spaarrekening vóór de datum van overlijden van de rekeninghouder.
De rechtbank heeft in haar vonnis van 12 november 2003 geoordeeld dat de clausule onredelijk bezwarend is in de zin van artikel 6:233 van het Burgerlijk Wetboek. De rechtbank overweegt dat de erfgenamen in de rechten van de overledene treden en dat de geheimhoudingsplicht van de bank niet op hen van toepassing is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de belangen van de erfgenamen zwaarder wegen dan de belangen van de bank om de informatie niet te verstrekken. De Rabobank is veroordeeld om binnen 20 werkdagen na betekening van het vonnis alle gevraagde informatie te verstrekken, tegen een redelijke vergoeding door de erfgenamen te betalen.
Daarnaast heeft de rechtbank de Rabobank veroordeeld in de proceskosten van de erfgenamen, die zijn begroot op een totaal van € 608,48. De rechtbank heeft het vonnis uitvoerbaar bij voorraad verklaard en het meer of anders gevorderde afgewezen. Dit vonnis is gewezen door de meervoudige kamer van de rechtbank Maastricht, belast met de behandeling van burgerlijke zaken.