ECLI:NL:RBMAA:2003:AI6107
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M. Douffet-Evertz
- Rechtspraak.nl
Verkeersaansprakelijkheid bij aanrijding tussen snorfiets en voetganger met overmachtsevaluatie
In deze zaak, die zich afspeelt in Maastricht, betreft het een verkeersongeval dat plaatsvond op 11 september 1998 tussen een voetganger, eiseres, en een snorfietsbestuurder, gedaagde. Eiseres stelt gedaagde aansprakelijk voor de schade die zij heeft geleden door het ongeval, waarbij zij letsel opliep. De rechtbank moet beoordelen of gedaagde zich kan beroepen op overmacht, zoals bedoeld in artikel 185 van de Wegenverkeerswet (WVW).
Eiseres heeft betoogd dat gedaagde te hard reed en niet voldoende voorzichtig was, gezien de onoverzichtelijke situatie door geparkeerde voertuigen. Gedaagde betwist dit en stelt dat zij niet harder dan 10 km per uur reed en dat eiseres plotseling de weg op rende zonder op het verkeer te letten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de ruimte op de ventweg beperkt was door geparkeerde voertuigen, wat de situatie voor gedaagde bemoeilijkte.
De rechtbank concludeert dat gedaagde niet voldoende rekening heeft gehouden met de mogelijkheid van onverwachte overstekende voetgangers, wat haar verkeersgedrag onzorgvuldig maakte. Tegelijkertijd wordt eiseres ook een verwijt gemaakt, omdat zij zich niet voldoende bewust was van de risico's van het oversteken in deze situatie. De rechtbank oordeelt dat de aansprakelijkheid van gedaagde en de eigen schuld van eiseres in gelijke mate bijdragen aan de schade, en stelt de wederzijdse causale bijdrage op 50%.
De rechtbank heeft de zaak aangehouden voor verdere behandeling van de schadevergoeding, waarbij eiseres de gelegenheid krijgt om haar vordering aan te passen. De uitspraak is gedaan door rechter M. Douffet-Evertz en hoger beroep is mogelijk.