ECLI:NL:RBMAA:2003:AI5665
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Aansprakelijkheid van wegbeheerder voor val van voetganger over opstekende rand bij recyclingbakken
In deze zaak heeft eiseres, een voetganger, de gemeente Heerlen aangeklaagd voor schadevergoeding na een valpartij op 2 juni 2001. Eiseres struikelde over een opstaande rand van een betonplaat bij de glas- en papierbakken op een parkeerterrein. Ze heeft hierdoor letsel opgelopen, waaronder een gebroken schouderblad en andere verwondingen, en stelt dat de gemeente aansprakelijk is op grond van artikel 6:174 van het Burgerlijk Wetboek, omdat de weg niet in goede staat verkeerde. Subsidiair stelt zij dat de gemeente onrechtmatig heeft gehandeld op basis van artikel 6:162 BW.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de opstaande rand van ongeveer 2 cm hoog geen gevaarlijke situatie creëerde die de gemeente verplichtte om deze te verwijderen. De rechtbank oordeelt dat de wegbeheerder niet aansprakelijk kan worden gesteld voor de gevolgen van een valpartij die voortkomt uit een zichtbare, kleine oneffenheid, mits deze oneffenheid niet van zodanige aard is dat deze een onredelijk gevaar voor voetgangers oplevert. De rechtbank heeft ook overwogen dat de omstandigheden, zoals de aanwezigheid van verschillende soorten ondergrond en de locatie van de bakken, extra voorzichtigheid van de voetganger vereisen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de vordering van eiseres afgewezen en haar veroordeeld in de proceskosten, omdat de gemeente niet aansprakelijk was voor de val van eiseres. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van wegbeheerders en de verwachtingen van gebruikers van de openbare ruimte.