ECLI:NL:RBMAA:2003:AI1263
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Faillissementspauliana en de rechtsgeldigheid van een schikkingsovereenkomst onder Duits recht
In deze zaak heeft prof. dr. Rolf-Dieter Mönning, curator in het faillissement van PolyQuartz Formtechnik GmbH, een vordering ingesteld tegen [Gedaagde] om een betaling van DM 116.000,- te vernietigen. Deze betaling vond plaats op 27 juli 1999 en was volgens Mönning gedaan zonder dat daar een prestatie van [Gedaagde] tegenover stond. Mönning stelt dat de betaling in strijd is met de Duitse Insolvenzordnung, specifiek artikel 134, dat het mogelijk maakt om een prestatie terug te vorderen als deze zonder tegenprestatie is gedaan binnen vier jaar voor de faillissementsaanvraag. Mönning betoogt dat de betaling de schuldeisers van PolyQuartz benadeelde en dat [Gedaagde] op de hoogte was van deze opzet.
[Gedaagde] erkent de ontvangst van het bedrag, maar betwist dat er geen overeenkomst aan ten grondslag lag. Hij stelt dat de betaling voortvloeide uit een schikkingsovereenkomst die was gesloten naar aanleiding van een eerdere handelsagentuurovereenkomst met PolyQuartz. De rechtbank heeft de zaak behandeld en Mönning in de gelegenheid gesteld om bewijs te leveren voor zijn stellingen, waaronder het bewijs dat er geen prestatie van [Gedaagde] tegenover de betaling stond en dat de schikkingsovereenkomst niet rechtsgeldig was.
De rechtbank heeft de verdere beslissing aangehouden in afwachting van de bewijslevering. De zaak is verwezen naar de rol van 13 augustus 2003 voor het opgeven van getuigen door Mönning. De uitspraak is gedaan door mr. drs. C.M.J. van den Acker, rechter ter openbare terechtzitting, in aanwezigheid van de griffier.