ECLI:NL:RBMAA:2003:AI0160

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
16 juli 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
70219 - HA ZA 01-1086
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • mr. Laumen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over de oplevering en kwaliteit van een beursstand tussen Interstyling B.V. en Technomed Engineering B.V.

In deze zaak vordert Interstyling B.V. betaling van een factuur van Technomed Engineering B.V. voor werkzaamheden die zijn verricht in het kader van de opbouw van een beursstand voor de vakbeurs Medica 2000. Interstyling heeft in november 2000 werkzaamheden uitgevoerd en een factuur van fl. 15.630,- verzonden, waarvan een deel onbetaald is gebleven. Technomed betwist de verschuldigdheid van de betaling en stelt dat Interstyling tekort is geschoten in de nakoming van de overeenkomst, met name door de late oplevering en gebreken aan de stand. De rechtbank heeft vastgesteld dat de oplevertermijn op 21 november 2000 was en dat deze niet tijdig is nagekomen. Technomed heeft schade geleden door de late oplevering en de gebreken aan de stand, en vordert in reconventie schadevergoeding van Interstyling. De rechtbank oordeelt dat de algemene voorwaarden van Interstyling niet van toepassing zijn, omdat er geen verwijzing naar deze voorwaarden in de overeenkomst is opgenomen. De rechtbank laat Technomed toe om bewijs te leveren van de door haar gestelde schade en de gebreken aan de stand. De zaak is aangehouden voor bewijslevering en verdere beoordeling van de vorderingen.

Uitspraak

Vonnis : 16 juli 2003
Zaaknummer : 70219 / HA ZA 01-1086
De rechtbank te Maastricht, sector civiel, enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid INTERSTYLING B.V.,
gevestigd te Venray,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
procureur mr. E.J.J.M. Kneepkens;
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TECHNOMED ENGINEERING B.V., tevens h.o.d.n. TECHNOMED EUROPE,
gevestigd te Spaubeek, gemeente Beek,
gedaagde in conventie, eiseres in reconventie,
procureur mr. Ch.F.M.P. Spreksel.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres in conventie, verweerster in reconventie, hierna te noemen "Interstyling", heeft bij de naar de dagvaarding verwijzende conclusie van eis gesteld en geconcludeerd voor eis overeenkomstig de inhoud van die dagvaarding. Bij conclusie van eis is een productie overgelegd. Gedaagde in conventie, eiseres in reconventie, heeft daarna geantwoord in conventie en geconcludeerd voor eis in reconventie.
Interstyling heeft vervolgens geconcludeerd voor antwoord in reconventie.
Op de voet van artikel 141a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (oud) is een comparitie na antwoord gelast. Van het verhandelde ter comparitie is proces-verbaal opgemaakt, dat zich bij de stukken bevindt.
Interstyling heeft daarop, onder overlegging van producties, gerepliceerd in conventie. Technomed heeft vervolgens geconcludeerd voor dupliek in conventie en voor repliek in reconventie, waarbij zij producties in de procedure heeft gebracht, alsmede haar eis heeft vermeerderd.
Daarop heeft Interstyling nog een conclusie van dupliek in reconventie genomen.
Tenslotte hebben partijen vonnis gevraagd op het rechtbankdossier. De uitspraak van het vonnis is nader bepaald op heden.
2. Het geschil
In conventie
2.1 Interstyling stelt, met toepassing van haar Algemene Leverings- en Betalingsvoorwaarden, omstreeks november 2000 werkzaamheden te hebben verricht ten behoeve van Technomed. De werkzaamheden betroffen het opbouwen van een stand met bijlevering van materialen ten behoeve van de vakbeurs Medica 2000. Conform de tussen partijen gesloten overeenkomst heeft Interstyling op 15 november 2000 de helft van het overeengekomen bedrag ad fl.15.630,-, derhalve
fl. 7.815,-, bij Technomed in rekening gebracht, en bij factuur van 21 november 2000, met nummer 20110812, het resterende gedeelte.
2.2 Technomed weigert ondanks herhaalde sommaties betaling van laatstgenoemd bedrag. Nu Technomed in deze in gebreke is gebleven met tijdige betaling is Interstyling van mening dat Technomed wettelijke rente over het factuurbedrag van fl. 9.182,63 (incl. BTW) verschuldigd is. Vanaf de vervaldatum van de betrokken factuur tot en met 16 augustus 2001 beloopt deze een bedrag van fl. 499,52. Tevens maakt Interstyling aanspraak op een bedrag ad fl. 1.377,39 terzake door haar in redelijkheid gemaakte buitengerechtelijke incassokosten.
2.3 Op grond van het vorenstaande heeft Interstyling gevorderd dat Technomed bij vonnis, voorzover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen:
- een bedrag van € 5.018,60 (fl. 11.059,54),
- vermeerderd met de wettelijke rente over € 4.166,90 (fl. 9.182,63) vanaf 17 augustus 2001 tot aan de dag der algehele voldoening, een en ander met veroordeling van Technomed in de kosten van de procedure.
In conventie en in reconventie
2.4 Technomed voert in verband met hetgeen in conventie door Interstyling wordt gesteld -samengevat en voor zover thans van belang- het volgende aan.
2.4.1 Zij heeft het door Interstyling gevorderde bedrag niet betaald omdat Interstyling jegens haar toerekenbaar is tekortgeschoten in de nakoming van verplichtingen die deze jegens haar had op grond van de tussen partijen gesloten overeenkomst.
Ter adstructie van die stelling voert zij aan:
- dat Interstyling de stand niet, althans niet tijdig heeft opgeleverd;
- dat de door Interstyling gebouwde stand diverse ernstige mankementen vertoonde, waaronder:
a) het ontbreken van een vitrine bestemd voor medische producten; toen deze vitrine later door Interstyling werd geleverd
bleek hij kapot te zijn;
b) het niet stabiel opgesteld en uitgelijnd zijn van vitrines;
c) het niet schoongemaakt zijn van vitrines; deze zagen er smerig uit en waren beplakt met diverse stickers van andere
opdrachtgevers en andere beurzen;
d) het niet afsluitbaar zijn van de balies hoewel anders was overeengekomen;
e) het niet - zoals dit hoort - weggewerkt zijn, maar integendeel in het zicht hangen, van stekkerdozen en electriciteitsdraden
van de vitrines;
f) het vuil en beschadigd zijn van de pilaar met roterende eyecatcher;
g) het niet opgeplakt zijn van stickers van Technomed en het niet aanwezig zijn van de beschrijvingen van de medische
producten; Technomed heeft die stickers/ beschrijvingen zelf moeten aanbrengen;
h) het onjuist of scheef aangebracht zijn van de stickers die wel door Interstyling waren aangebracht;
i) het ver beneden de maat zijn van materiaal, verzorging, afwerking en voorlichting.
2.4.2 Technomed heeft ten gevolge van vorenbedoeld wanpresteren door Interstyling schade geleden, welke schade zij in redelijkheid als volgt begroot:
1. Fl. 2.081,--, terzake een halve dag beurskosten (de beurskosten bij van vier (volle) dagen beliepen DM 15.000,--);
2. Fl. 1.954,-- terzake een halve dag standkosten (de standkosten voor vier (volle)dagen bedroegen fl. 15.630,-);
3. Fl. 500,-- terzake een halve dag kosten infrastructuur;
4. Fl. 3.419,-- terzake minderwaarde van de stand gedurende de resterende drie en een halve dag dat de beurs duurde; deze in redelijkheid te stellen op 25% van fl. 15.630,- minus fl. 1.954,- is fl. 13.676,-);
5. Fl. 4.440,-- terzake huurderving vitrine Richter ad DM 4000,-;
6. Fl. 800,-- terzake door Technomed aangewende mankracht bij het helpen van Interstyling bij het opbouwen van de stand (2 personen gedurende 4 uur ad fl. 100,- per uur).
De directe schade bedraagt -conform de hiervoor gegeven opstelling- volgens Technomed derhalve in totaal fl. 13.194,--.
2.4.3 Naast deze directe schade stelt Technomed ook indirecte schade te hebben geleden bestaande uit derving van goodwill en verlies van afnemers en potentiële afnemers. Technomed begroot deze schade in redelijkheid op 0,5% van haar omzet ad fl.7.000.000,00 = fl. 35.000,--
2.5 Technomed stelt zich, gelet op al hetgeen door haar wordt aangevoerd, in conventie op het standpunt dat haar een beroep op opschorting van haar betalingsverplichting toekomt terwijl zij voorts van mening is dat er ruimte is voor verrekening van de vordering van Interstyling met de hierna door haar te formuleren reconventionele vordering op Interstyling.
Voorts betwist Technomed dat zij gehouden is tot betaling van de door Interstyling gevorderde vergoeding van rente en buitengerechtelijke incassokosten.
In reconventie:
2.6 Nu Technomed stelt door het tekortschieten van Interstyling schade te hebben geleden, vordert zij, op grond van al hetgeen door haar terzake wordt aangevoerd en met inachtneming van haar bij conclusie van repliek in reconventie met een bedrag ad fl. 25.600,-- vermeerderde eis, dat Interstyling bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, zal worden veroordeeld om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan haar te betalen:
- een bedrag van € 33.795,96 (zijnde fl. 48.194,- + fl. 25.600,- + fl. 682,50 terzake buitengerechtelijke incassokosten) ;
- de wettelijke rente over € 33.795,96 vanaf het instellen van de eis in reconventie tot aan de dag der algehele voldoening;
het een en ander met veroordeling van Interstyling in de kosten van de procedure.
2.7 Interstyling heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de reconventionele vordering en de daaraan ten grondslag liggende stellingen, waartoe wordt verwezen naar de conclusies van antwoord en dupliek in reconventie.
3. De beoordeling
In conventie en in reconventie:
3.1 Tussen partijen staat - in ieder geval - het volgende vast:
Interstyling heeft omstreeks november 2000, met bijlevering van materialen, werkzaamheden verricht ten behoeve van Technomed. Het betrof het opbouwen van een stand ten behoeve van de vakbeurs Medica 2000 die van 22 tot en met 25 november 2000 werd gehouden te Düsseldorf (Duitsland). Conform de tussen partijen gesloten overeenkomst heeft Interstyling op 15 november 2000 het eerste gedeelte van het overeengekomen bedrag ad fl. 15.630,- excl. BTW aan Technomed in rekening gebracht. Bij factuur van 21 november 2000 met nummer 20110812 werd de andere helft gefactureerd en wel tot een bedrag van fl. 9.182,63 incl. BTW. Deze laatste factuur is door Technomed, ondanks herhaalde sommaties, nimmer betaald.
3.2 Aangezien Interstyling zich zowel in conventie als in reconventie beroept op de toepasselijkheid van haar Algemene Leverings- en Betalingsvoorwaarden (hierna: haar algemene voorwaarden), terwijl Technomed deze toepasselijkheid betwist, zal de rechtbank als eerste beoordelen of deze algemene voorwaarden op de onderhavige overeenkomst van toepassing zijn. De rechtbank overweegt terzake het volgende.
Tussen partijen staat vast, dat de op initiatief van Interstyling per fax door haar aan Technomed toegezonden offerte die blijkens ondertekening door Technomed is aanvaard, geen verwijzing bevat naar de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden van Interstyling. Volgens Interstyling is een dergelijke verwijzing wel op de gebruikte stukken voorhanden maar is deze bij/door bedoeld faxen weggevallen. Zo dit laatste al juist mocht zijn dan kan dit Interstyling niet baten nu dit wegvallen voor risico is van de partij die zich van het betrokken communicatiemiddel (de fax) heeft bediend, in dit geval Interstyling.
Nu gelet op het hiervoor overwogene de tussen partijen gesloten overeenkomst geen verwijzing naar de algemene voorwaarden bevat acht de rechtbank die algemene voorwaarden dan ook niet toepasselijk op de tussen partijen gesloten overeenkomst.
Dat bedoelde verwijzing naar de algemene voorwaarden van Interstyling wel op twee eerder door Interstyling uitgebrachte offertes alsmede op het briefpapier van Interstyling was vermeld, kan naar het oordeel van de rechtbank niet tot een ander oordeel leiden, mede nu niet is gesteld noch gebleken dat partijen, voorafgaande aan de in deze bedoelde relatie, reeds eerder met elkaar zaken hebben gedaan. De stelling van Interstyling dat de betreffende offerte van 15 november 2000 niet alleen per fax, doch ook per post aan Technomed is verzonden, kan evenmin tot een ander oordeel leiden nu deze stelling eerst bij conclusie van dupliek in reconventie naar voren is gebracht en daarbij dit gegeven niet afdoet aan het feit dat de aanbieding van Interstyling (neergelegd in het hiervoor bedoelde faxberocht) die blijkens ondertekening door Technomed werd geaccepteerd de verwijzing naar die algemene voorwaarden niet bevatte en voorts niet is gesteld noch gebleken dat Technomed de per brief uitgebrachte offerte van Interstyling voorafgaande aan de (geaccepteerde) fax had ontvangen.
Gelet op het hiervoor overwogene merkt de rechtbank - mogelijk ten overvloede - nog op dat, zelfs indien er veronderstellenderwijze van zou worden uitgegaan dat de algemene voorwaarden van Interstyling wel op de tussen partijen gesloten overeenkomst van toepassing zouden zijn, dit Interstyling niet zou baten daar in dat geval het door Technomed gedane beroep op vernietiging van deze algemene voorwaarden dan zou dienen te slagen aangezien de stelling van Technomed, inhoudende dat Interstyling haar geen redelijke mogelijkheid heeft geboden om van die voorwaarden kennis te nemen (artikel 6:233 sub b BW), niet door Interstyling is weersproken.
3.3 Technomed stelt de tweede factuur van Interstyling onbetaald te hebben gelaten omdat Interstyling toerekenbaar tekort is geschoten in het nakomen van haar verplichtingen.
3.3.1 Uit het door Technomed terzake aangevoerde begrijpt de rechtbank dat Technomed haar betaling aan Interstyling in ieder geval wenst op te schorten totdat de schadevergoeding, waartoe Interstyling blijkens de door Technomed ingestelde reconventionele vordering volgens deze is gehouden, door Interstyling is voldaan of - in ieder geval - door de rechtbank is vastgesteld. Voor het slagen van een beroep op opschorting is vereist dat degene die zich op opschorting beroept het middel wil gebruiken om uitstel van de eigen prestatieplicht te verkrijgen in afwachting van de prestatie van de wederpartij. Nu Technomed stelt haar betalingsverplichting te willen opschorten totdat Interstyling de door Technomed (in reconventie) gevorderde schadevergoeding heeft voldaan, is aan de hiervoor genoemde eis voldaan, zodat, indien komt vast te staan dat Technomed schade heeft geleden en deze schade niet van zodanige omvang is dat zij het beroep op opschorting niet rechtvaardigt, Technomed zich gerechtvaardigd kan beroepen op haar opschortingsrecht.
3.3.2 Aangezien de door Technomed aan haar reconventionele vordering tot schadevergoeding ten grondslag gelegde wanprestatie zijdens Interstyling, evenals de daaruit voortvloeiende schadevergoedingsverplichting, gemotiveerd door Interstyling is bestreden zodat de gegrondheid van Technomed's beroep op verrekening niet op eenvoudige wijze is vast te stellen en de vordering van Interstyling voorshands tevens door de rechtbank niet overigens voor toewijzing vatbaar wordt geacht, zou het door Technomed gedane beroep op verrekening kunnen worden afgewezen (artikel 6:136 BW). De rechtbank acht echter termen aanwezig haar oordeel omtrent het beroep op verrekening aan te houden totdat de hierna te melden bewijslevering heeft plaatsgevonden en ook het (eind)oordeel omtrent het beroep op opschorting gegeven kan worden, mede nu ook Interstyling zich op verrekening beroept voor het geval enige door Technomed gevorderde schade voor vergoeding in aanmerking zou komen.
3.3.3 Indien en voor zover Technomed wenst te betogen dat zij eerst tot betaling is gehouden wanneer door Interstyling is opgeleverd, zodat zij, nu oplevering niet heeft plaatsgevonden, het bedrag van fl. 7.815,- niet verschuldigd is, verwijst de rechtbank naar hetgeen zij hierna bij 3.7.2 overweegt.
In conventie:
3.4 Ten aanzien van de door Interstyling in conventie gevorderde incassokosten overweegt de rechtbank dat Interstyling heeft gesteld daadwerkelijk buitengerechtelijke incassokosten te hebben gemaakt. Mede gelet op de gemotiveerde betwisting door Technomed, acht de rechtbank hetgeen Interstyling heeft gesteld omtrent die buitengerechtelijke incassokosten onvoldoende -een aantal door Interstyling genoemde werkzaamheden zijn immers in het geheel niet als buitengerechtelijke werkzaamheden aan te merken en van andere door Interstyling genoemde werkzaamheden is niet duidelijk of dit al dan niet werkzaamheden zijn ter voorbereiding van de gedingenstukken en ter instructie van de zaak-, zodat de vordering van Interstyling op dit punt zal dienen te worden afgewezen.
3.5 De door Interstyling in conventie gevorderde wettelijke rente is in beginsel ingevolge het bepaalde in artikel 6:74 Burgerlijk Wetboek (BW) juncto 6:119 BW voor toewijzing vatbaar. Nu Technomed de factuur vóór 5 december 2000 -welke datum volgens Interstyling als vervaltermijn kan worden aangemerkt, hetgeen niet door Technomed is betwist- had dienen te voldoen, en Technomed derhalve, nu de betrokken factuur niet is betaald, vanaf die datum van rechtswege in verzuim is, dient laatstgenoemde aan Interstyling de wettelijke rente te vergoeden over een bedrag van fl. 9.182,63 vanaf de hiervoor genoemde datum tot aan de dag der algehele voldoening. Het bovenstaande lijdt echter uitzondering indien komt vast te staan dat Technomed zich terecht heeft beroepen op haar opschortingsrecht.
In conventie en in reconventie:
3.6 Gelet op het vorenstaande is het door Interstyling gevorderde bedrag van fl. 9.182,63, in beginsel voor toewijzing dan wel voor verrekening vatbaar, nu de verschuldigdheid van het bedrag niet door Technomed wordt betwist. Eerst wanneer duidelijk is of Technomed zich terecht op haar opschortingsrecht heeft beroepen, kan worden beslist over de vraag of de gevorderde wettelijke rente voor toewijzing/verrekening in aanmerking komt.
In reconventie:
3.7 De rechtbank zal eerst de klacht van Technomed terzake het niet tijdig, danwel in het geheel niet, opleveren van de stand beoordelen.
3.7.1 Technomed stelt dat partijen zijn overeengekomen dat Interstyling de stand op 21 november 2000 om 15.00u zou opleveren. Hoewel Interstyling in dit verband in de loop van de procedure tegenstrijdige stellingen heeft geponeerd, is de rechtbank van oordeel dat thans ervan uit dient te worden gegaan dat partijen 21 november 2000 om 15.00u als oplevertermijn zijn overeengekomen nu Interstyling bij conclusie van dupliek in reconventie dit expliciet te kennen heeft gegeven. Nu zij daarbij eveneens heeft te kennen gegeven dat beide in dit verband genoemde termijnen (21 november 2000 om 15.00u en 22 november 2000 om 9.00u, Rb.) niet door haar konden worden gehaald staat vast dat zij aan die termijn niet heeft kunnen voldoen. Genoemde opleveringstermijn - 21 november 2000 om 15.00u.- dient kan naar het oordeel van de rechtbank, gelet op alle omstandigheden van het geval waaronder in ieder geval de aard van het te leveren object (een beursstand), de duur van de betrokken beurs (slechts drie dagen), alsmede het feit dat de rechtbank het aannemelijk acht dat een beursstand (ruim) voor aanvang van een beurs dient te zijn ingericht, terwijl niet is gesteld noch gebleken dat bedoelde termijn een andere strekking had, te worden aangemerkt als een fatale termijn.
3.7.1.1 Interstyling voert aan dat overschrijding van de opleveringstermijn niet aan haar kan worden toegerekend en wel om de volgende redenen:
a) de aanzienlijke hoeveelheid wijzigingen die Technomed alsnog wenste door te voeren;
Interstyling stelt dat de vertraging in de oplevering is veroorzaakt door Technomed, nu deze op het laatste moment nog allerlei wijzigingen wilde, zoals verkleining van de logovlakken, hetgeen meerwerk is. Technomed stelt daarentegen dat Interstyling had moeten bouwen overeenkomstig hetgeen Technomed in redelijkheid mocht verwachten. Technomed mocht verwachten dat de logovlakken niet van een dergelijke omvang waren dat een deel van de inhoud van de vitrines niet meer zichtbaar was, nu dit niet de bedoeling is van een vitrine. Interstyling zou Technomed foto's hebben laten zien van vitrines waar slechts op de bovenrand van de vitrine logo's waren aangebracht. Het betreft volgens Interstyling derhalve geen wijziging van de overeenkomst, doch een opdracht om te voldoen aan de overeenkomst.
b) overige omstandigheden, zoals een vitrine die tijdens het transport is gestolen, twee ramen van een vitrine die zijn gesneuveld en een wind in de beurshal die de werkzaamheden hinderde.
Met betrekking tot de door Interstyling aangevoerde, hiervoor genoemde, "overige omstandigheden" is de rechtbank van oordeel dat de diefstal van een vitrine, het breken van twee ramen van een vitrine, alsmede een wind in de beurshal, omstandigheden zijn die Interstyling bij de uitvoering van haar werkzaamheden persoonlijk betreffen en derhalve voor haar rekening komen. Opgemerkt zij dat ook Interstyling bij punt 25 van de conclusie van dupliek in reconventie blijk geeft zich hiervan bewust te zijn waar zij stelt dat dit zowel ten aanzien van diefstal als het breken van de vitrine in principe het geval is.
3.7.1.2 Ten aanzien van de door Interstyling gestelde, door Technomed alsnog gewenste, wijzigingen is de rechtbank van oordeel dat, nu Technomed betwist dat er sprake is van (een) wijziging(en) van de overeenkomst, de rechtbank Interstyling zal toelaten te bewijzen dat het te late opleveren van de stand is terug te voeren op de uitvoering van de door Technomed alsnog gewenste wijzigingen in de door Interstyling bedoelde zin en dat zij Technomed voor een (eventuele) overschrijding van de opleveringstermijn ten gevolge van het uitvoeren van die wijzigingen, heeft gewaarschuwd.
3.7.2 De rechtbank merkt voorts op dat niet geoordeeld kan worden dat, nu in casu oplevering niet tijdig (en alsnog te onderzoeken: mogelijk ook - ten dele - niet deugdelijk) heeft plaatsgevonden, deze oplevering in het geheel niet zou hebben plaatsgevonden zoals door Technomed (mede) wordt betoogd. Nu partijen immers in hun overeenkomst geen nadere invulling hebben gegeven aan het begrip "oplevering", is de rechtbank van oordeel dat daaraan de betekenis dient te worden toegekend die het begrip gebruikelijk heeft namelijk "overdracht van de in concreto door de opdrachtnemer verrichte prestatie". Deze overdracht geschiedt door deze prestatie in de feitelijke macht te brengen, ter vrije beschikking te stellen, van de opdrachtgever. Hoewel in het onderhavige geval de stand niet-tijdig (en mogelijk ook niet geheel deugdelijk) is opgeleverd, heeft Technomed de stand in gebruik kunnen nemen en ook genomen, zodat vast staat dat door Interstyling - in de hiervoor nader door de rechtbank geduide zin - is opgeleverd.
3.7.3 Technomed stelt dat door haar ten gevolge van de niet tijdige oplevering zijdens Interstyling schade is geleden, bestaande uit, naar de rechtbank begrijpt:
- de kosten van de stand voor een halve dag, zijnde een bedrag van fl. 1.954,- (€ 886,69), nu Technomed de stand een halve
dag niet heeft kunnen gebruiken;
- de kosten van de infrastructuur voor een halve dag, zijnde fl. 500,- (€ 226,89);
- de beurskosten voor een halve dag, zijnde een bedrag van fl. 2.081,- (€ 944,32).
3.7.3.1 Nu Interstyling gemotiveerd betwist dat Technomed door de te late oplevering schade zou hebben geleden, zal de rechtbank - om proceseconomische redenen reeds nu - Technomed toelaten om door alle middelen rechtens, desgewenst door middel van getuigen, te bewijzen dat zij door de niet tijdige oplevering van de stand door Interstyling schade heeft geleden in de door haar gestelde omvang, derhalve tot een totaalbedrag van fl. 4.535,- (€ 2.057,89).
3.8 Technomed stelt voorts dat zij schade heeft geleden doordat de stand ernstige mankementen vertoonde. Alvorens te beoordelen of Interstyling haar werkzaamheden al dan niet deugdelijk heeft uitgevoerd, zal de rechtbank eerst beoordelen of het verweer van Interstyling, namelijk dat Technomed te laat heeft geklaagd over de deugdelijkheid van de stand doel treft. Volgens Interstyling had Technomed haar klachten reeds ten tijde van de beurs dienen te uiten, zodat Technomed, nu zij dit heeft nagelaten, alle rechten en bevoegdheden die haar op grond van eventuele gebrekkige prestatie(s) toekwamen, heeft verbeurd.
De rechtbank verwerpt dit verweer van Interstyling gelet op het bepaalde in artikel 6:89 BW bezien in samenhang met de volgende feiten en omstandigheden. De onderhavige beurs vond plaats in de periode van van 22 tot en met 25 november 2000. Blijkens Interstyling zelf werd zij op 14 december 2000, ruim 3 weken na afloop van de beurs, middels een fax afkomstig van Technomed op de hoogte gesteld van de terzake bij Technomed levende klachten. Deze termijn acht de rechtbank in overeenstemming met de in artikel 6:89 BW gestelde eis dat terzake klachten over een geleverde prestatie "binnen bekwame tijd" door de schuldeiser (hier: Technomed) bij de schuldenaar (hier: Interstyling) dient te worden geprotesteerd mede gelet op het feit dat de rechtbank de in deze door Interstyling jegens Technomed in acht te nemen presatietermijn als een fatale termijn heeft gekwalificeerd.
3.9 Bij de beoordeling van de vraag of Interstyling haar werkzaamheden al dan niet deugdelijk heeft uitgevoerd, zal de rechtbank in het navolgende de door Technomed gestelde klachten over de werkzaamheden beoordelen in de volgorde zoals ze ook in 2.4.1 van dit vonnis zijn genoemd.
3.9 a) Technomed stelt dat een vitrine bestemd voor medische producten ontbrak, alsmede dat de vitrine, toen deze later door Interstyling werd geleverd, kapot bleek te zijn.
Nu Interstyling een complete stand had dienen te leveren op 21 november 2000 te 15.00u, hetgeen door het ontbreken van de hier bedoelde vitrine niet het geval is geweest, terwijl het in deze door Interstyling gedane beroep op overmacht (diefstal van de vitrine en het ten gevolge van het transport van een nieuwe vitrine breken van twee ramen) faalt - zie 3.7.1.1 onder b) -, heeft Interstyling de hier bedoelde vitrine te laat opgeleverd hetgeen haar (in beginsel) schadeplichtig maakt. Of dit echter zal leiden tot de in deze door Technomed gewenste schadevergoeding is afhankelijk van de uitkomst van de bij 3.7.1.2 aan Interstyling in het vooruitzicht gestelde bewijslevering. Nu voorts Interstyling gemotiveerd de in deze door Technomed gestelde schade betwist, zal deze laatste worden toegelaten te bewijzen zoals reeds bij 3.7.3.1 gesteld.
3.9 b) Technomed stelt voorts dat vitrines niet stabiel waren opgesteld en niet waren uitgelijnd.
Dit wordt door Interstyling gemotiveerd betwist stellende dat de vitrines conform opgave van de heer [Z.], werkzaam bij Technomed, deugdelijk waren uitgelijnd en opgesteld waarna zij op aanwijzing van de heer [Z.] zijn verschoven terwijl ook de heer [Z.] zelf een en ander heeft verschoven. Interstyling stelt zich op het standpunt dat zijn hiervoor geen aansprakelijkheid kan aanvaarden.
Gelet op deze gemotiveerde betwisting zal Technomed in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat de vitrines door Interstyling niet stabiel waren opgesteld en niet waren uitgelijnd.
3.9 c) Volgens Technomed waren vitrines niet schoongemaakt, zagen ze er smerig uit en waren ze beplakt met diverse stickers van andere opdrachtgevers en andere beurzen.
Interstyling erkent dat er kleine groene stickertjes van de verhuurder(s) van de vitrines op de vitrines zaten stellende dat dit in de branche gebruikelijk is en dat deze stickers niet kunnen of mogen worden.
Met Interstyling is de rechtbank van oordeel dat het gebruikelijk is dat verhuurders de door hen in huur ter beschikking gestelde artikelen merken. De aanwezigheid van dergelijke (merk)stickers op de vitrines kan dan ook niet worden beschouwd als tekortkoming van Interstyling. Anders is dit bij stickers van derden, niet zijnde de verhuurder(s), daar Technomed de aanwezigheid daarvan niet behoefde te verwachten en ook niet te dulden. Nu Interstyling slechts erkent dat er stickers van verhuurders waren geplakt, zal Technomed in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat een of meerdere vitrines waren beplakt met stickers van derden, niet zijnde de verhuurder(s) van de vitrines en zal zij, gelet op de gemotiveerde betwisting door Interstyling, tevens worden toegelaten te bewijzen dat de vitrines niet schoon waren en er smerig uitzagen.
3.9 d) Technomed stelt verder dat de balies, anders dan overeengekomen, niet afsluitbaar waren.
Interstyling stelt zich op het standpunt dat het afsluitbaar maken door haar als extra service is toegezegd met de uitdrukkelijke vermelding dat dit dan wel technisch mogelijk moest zijn. Volgens Interstyling bleek dit echter, wegens de zeer korte termijn om de voorbereidingen hiertoe rond te krijgen, onmogelijk. Voorts stelt zij, dat zij ook aan Technomed heeft aangegeven, dat de wens van Technomed op dit punt niet te realiseren was.
De rechtbank is van oordeel dat de in deze door Interstyling gestelde toezegging tot het geven van extra service voor haar een inspanningsverplichting met zich brengt terzake de daadwerkelijke realisering van die extra service. Nu Interstyling ter zake die realisering een voorbehoud heeft gemaakt terzake de technische mogelijkheid van het afsluitbaar maken, kan haar het nalaten die extra service te leveren worden toegerekend nu in deze haar ver[plichting niet nakomt vanwege een geheel andere reden, te weten de korte voorbereidingstijd. Naar het oordeel van de rechtbank is Interstyling op dit punt derhalve toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van haar verplichting terzake het afsluitbaar maken van de folder/koppelementen.
3.9 e) Technomed stelt tevens dat stekkerdozen en electriciteitsdraden van de vitrines niet waren weggewerkt, maar in het zicht hingen.
Interstyling stelt dat de stekkerdozen waren aangebracht op vooraf bepaalde plekken. Gelet op de tijd die voor Interstyling was gemoeid met het verkleinen van de logovlakken, konden die vlakken eerst op 22 november 2000 opnieuw aangebracht worden, waardoor echter de stekkerdozen zichtbaar zouden blijven. Dit zou slechts anders zijn indien de gehele stand volledig nieuw gebouwd zou worden. [J. ] van Interstyling heeft dit probleem voorgelegd aan de heer [Z.] van Technomed die koos voor het verkleinen van de logovlakken. De gevolgen hiervan kunnen niet aan Interstyling worden toegerekend.
De rechtbank is van oordeel dat deze klacht samenhangt met de vraag of de door Technomed gewenste verkleining van de reeds aangebrachte logo's tengevolge waarvan de stekkers en bedrading kennelijk zichtbaar werden, een wijziging van de overeenkomst is, dan wel een opdracht te voldoen aan hetgeen Technomed terzake redelijkerwijs van Interstyling mocht verwachten. De rechtbank zal derhalve, in afwachting van de bewijslevering zoals vermeld bij 3.7.1.2 op dit punt iedere beslissing aanhouden. Indien Interstyling niet slaagt in de daar bedoelde bewijslevering zal moeten worden geconcludeerd dat zin ook op het onderhavige punt is tekort geschoten.
3.9 f) Voorts stelt Technomed dat de pilaar met eyecatcher vuil en beschadigd was.
Volgens Interstyling was de eyecatcher woensdagochtend voor het laatst bijgewerkt en zag hij er goed uit. Blijkbaar schuurde de draaiende eyecatcher over een truss, waardoor er beschadigingen optraden, aldus Interstyling.
Nu Interstyling erkent dat er blijkbaar beschadigingen zijn opgetreden doordat de eyecatcher over een truss schuurde en niet is gesteld of gebleken dat dit voor Interstyling niet te voorkomen was staat naar het oordeel van de rechtbank vast dat de eyecatcher beschadigd was ten gevolge van handelen van Interstyling zodat op dit punt haar tekortschieten vast staat. Nu door Interstyling is betwist dat de eyecatcher vuil was, zal Technomed worden toegelaten dit te bewijzen.
3.9 g) Technomed stelt dat de stickers van Technomed niet waren opgeplakt, dat de beschrijvingen van de medische producten niet aanwezig waren, alsmede dat zij zelf de stickers/beschrijvingen heeft moeten aanbrengen.
Dit punt zal de rechtbank betrekken bij de in 3.7.1.2 aan Interstyling in het vooruitzicht gestelde bewijslevering.
3.9h) Daarnaast stelt Technomed dat het deel van de stickers dat door Interstyling was aangebracht, onjuist of scheef was aangebracht.
Nu beide partijen na de door Interstyling genomen conclusie van repliek in conventie hier niet meer op terugkomen zal de rechtbank hieraan voorbij gaan.
3.9i) Tenslotte stelt Technomed dat de door Interstyling geleverde stand ver beneden de maat was wat betreft materiaal, verzorging, afwerking en voorlichting.
Nu ook deze stelling door Interstyling gemotiveerd wordt betwist zal Technomed worden toegelaten te bewijzen dat de door Interstyling geleverde stand wat betreft materiaal, verzorging, afwerking en voorlichting niet voldeed aan hetgeen Technomed terzake redelijkerwijs mocht verwachten.
3.10 Nu de schade die Technomed stelt te hebben geleden door de (vermeende) wanprestatie van Interstyling, gemotiveerd door laatstgenoemde wordt betwist, zal Technomed in de gelegenheid worden gesteld de door haar gestelde geleden directe en indirecte schade ten gevolge van de hiervoor genoemde gebreken en/of de te late oplevering te bewijzen, alsmede de door haar gestelde omvang van die schade, welke, naar de rechtbank begrijpt, -kort gezegd- is als volgt:
A. Ten gevolge van de te late oplevering van de stand:
- zie 3.7.3 van dit vonnis.
B. Ten gevolge van de ondeugdelijkheid van de stand:
- minderwaarde stand: € 1.551,47 (fl. 3.419,-);
- huurderving Richter: € 13.613,41 ( fl. 30.000,-).
C. Ten gevolge van de ondeugdelijkheid en/of de te late oplevering van de stand:
- mankracht opbouwen/toonbaar maken van de stand: € 363,02 (fl. 800,-);
- indirecte schade ten gevolge van derving van goodwill en verlies van afnemers en
potentiële afnemers: € 15.882,31 (fl. 35.000,-).
3.11 Op grond van het vorenstaande zal de rechtbank bewijsopdrachten verstrekken zoals hierna in het dictum wordt bepaald.
In conventie en in reconventie:
3.12 De rechtbank zal iedere verdere beslissing aanhouden. Om proces-economische redenen zullen de bewijsopdrachten aan Technomed en Interstyling gelijktijdig worden gegeven.
4. De uitspraak
De rechtbank:
In conventie:
houdt iedere beslissing aan;
In reconventie:
laat Interstyling toe om door alle middelen rechtens, desgewenst door middel van getuigen, te bewijzen:
dat het te late opleveren van de stand is terug te voeren op de uitvoering van de door Technomed alsnog gewenste wijzigingen in hetgeen oorspronkelijk tussen partijen was overeengekomen en dat zij Technomed voor een (eventuele) overschrijding van de opleveringstermijn, ten gevolge van het uitvoeren van die wijzigingen, heeft gewaarschuwd;
laat Technomed toe om door alle middelen rechtens, desgewenst door middel van getuigen, te bewijzen, dat:
a) de vitrines door Interstyling niet stabiel waren opgesteld en niet waren uitgelijnd;
b) een of meerdere vitrines waren beplakt met stickers van derden, niet zijnde de verhuurder(s) van de vitrines en dat vitrines niet schoon waren en er smerig uitzagen en dat (soms) stickers en/of ander materiaal van Technomed ontbraken;
c) de eyecatcher vuil was;
d) de door Interstyling geleverde stand wat betreft materiaal, verzorging, afwerking en voorlichting niet voldeed aan hetgeen Technomed terzake redelijkerwijs mocht verwachten;
e) dat zij ten gevolge van de wanprestatie zijdens Interstyling schade heeft geleden zoals hiervoor gespecificeerd onder 3.10 (jo 3.7.3);
bepaalt dat het eventuele getuigenverhoor zal worden gehouden in het gerechtsgebouw te Maastricht aan het St. Annadal 1 op een datum en tijdstip als door de rechtbank zal worden bepaald, nadat Technomed en Interstyling bij akte hebben opgegeven of getuigen zullen worden voorgebracht, in dat geval onder opgave van het aantal en - zo mogelijk - de personalia van de getuigen;
verwijst de zaak naar de rol van 27 augustus 2003 met peremptoirstelling voor akte houdende opgave getuigen aan de zijde van beide partijen, alsmede voor akte houdende verhinderdata in de eerste vier maanden vanaf de datum van opgave aan de zijde van beide partijen;
houdt iedere verdere beslissing aan;
Dit vonnis is gewezen door mr. Laumen, rechter, en ter openbare terechtzitting uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier. (FB)