ECLI:NL:RBMAA:2003:AF9166
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van beroep inzake bestuursrechtelijke procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 9 januari 2003 uitspraak gedaan over een bestuursrechtelijk beroep dat was ingesteld door eiser A tegen de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen -GAK Heerlen-. Het beroep was gericht tegen een besluit van verweerder van 25 oktober 2002. De gemachtigde van eiser, mr. W.G.M.M. van Montfort, had op 3 december 2002 beroep ingesteld, maar het beroepschrift voldeed niet aan de vereisten zoals gesteld in de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank constateerde dat het beroepschrift niet de gronden van het beroep bevatte, zoals vereist in artikel 6:5 van de Awb. De griffier had de gemachtigde van eiser op 6 december 2002 verzocht om binnen vier weken de gronden van het beroep in te dienen. Echter, de gemachtigde heeft binnen deze termijn geen gronden ingediend, noch een verzoek om uitstel gedaan.
De rechtbank overwoog dat het aanvullend beroepschrift van 24 december 2002 niet tijdig was ingediend, omdat het pas op 7 januari 2003 was ontvangen. De rechtbank stelde vast dat de gemachtigde van eiser het risico van een onjuiste indiening voor zijn rekening moest nemen. De rechtbank concludeerde dat het beroep niet-ontvankelijk verklaard moest worden, omdat niet was voldaan aan de wettelijke vereisten voor het indienen van een beroepschrift. De rechtbank benadrukte dat de kantonrechter geen administratieve rechter is en dat er geen doorzendplicht bestond in deze situatie.
De uitspraak werd gedaan door mr. R.C.A.M. Philippart, in tegenwoordigheid van griffier E.S.J.M. Naebers, en werd openbaar uitgesproken op 9 januari 2003. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden en het bestuursorgaan het rechtsmiddel van verzet open, met een termijn van zes weken na de datum van verzending van de uitspraak.