ECLI:NL:RBMAA:2003:AF5318

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
19 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
74835 / HA ZA 02-461
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H. Heim
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot schadevergoeding na navorderingsheffing omzetbelasting

Op 19 februari 2003 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een civiele zaak tussen de besloten vennootschap ELECTRO-RADIO T.V. B.V. (eiseres) en de vennootschap onder firma RTV-ELECTRO en twee natuurlijke personen (gedaagden). Eiseres vorderde schadevergoeding van gedaagden naar aanleiding van een navorderingsheffing door de belastingdienst, die was opgelegd omdat eiseres niet kon aantonen dat de geleverde geluidsapparatuur daadwerkelijk naar het buitenland was vervoerd. Eiseres had geluidsapparatuur verkocht aan gedaagden, die deze voor een Luxemburgse klant hadden aangeschaft. Eiseres stelde dat gedaagden verantwoordelijk waren voor de verschuldigde omzetbelasting, omdat zij de apparatuur niet aan de juiste partij hadden gefactureerd. Gedaagden weerspraken de vordering en stelden dat eiseres op de hoogte was van de omstandigheden en dat het 0% tarief terecht was toegepast.

De rechtbank oordeelde dat de schade voor rekening van eiseres kwam, omdat zij verantwoordelijk was voor het aantonen van de uitvoer van de goederen. De rechtbank concludeerde dat eiseres onvoldoende bewijs had geleverd en dat gedaagden niet onrechtmatig hadden gehandeld. De vordering tot schadevergoeding werd afgewezen, en eiseres werd veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is gewezen door mr. H. Heim, rechter-plaatsvervanger, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.

Uitspraak

Vonnis : 19 februari 2003
Rolnummer : 74835/HA ZA 02-461
De rechtbank te Maastricht, enkelvoudige kamer, belast met de behandeling van burgerlijke zaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ELECTRO-RADIO T.V. [Partij D. ] B.V.,
gevestigd en kantoor houdende te Maastricht,
eiseres,
procureur mr J.J.M. Goumans;
tegen
1. de vennootschap onder firma RTV-ELECTRO [L.],
gevestigd en kantoor houdende te Gronsveld, gemeente Eijsden,
2. [De heer L. ], vennoot van gedaagde sub 1,
wonende te Gronsveld, gemeente Eijsden,
3. [Mevrouw L. ],
wonende te Gronsveld, gemeente Eijsden,
gedaagden,
procureur mr B.W.A. Muurmans.
1. Het verloop van de procedure
Eiseres (hierna ook "[D.]" genoemd) heeft gedaagden (hierna ook "[L.]" genoemd) gedagvaard om te verschijnen voor deze rechtbank, onder overlegging van produkties. Vervolgens heeft hij bij akte getuigen opgegeven.
[Gedaagde] heeft geconcludeerd voor antwoord.
Op de voet van art. 131 Rv heeft de rechtbank vervolgens een comparitie van partijen na antwoord gelast.
Deze comparitie, waarvan proces-verbaal is opgemaakt, heeft op 20 december 2002 plaatsgevonden. Partijen hebben daarbij de rechtbank verzocht te beslissen op het rechtbankdossier, waarna de uitspraak van het vonnis bij vervroeging is bepaald op heden.
2. Het geschil
2.1 [Gedaagde] heeft ten behoeve van een Luxemburgse klant, KMT s.a.r.l., in het tijdvak 1 januari 1997 t/m 30 september 2000 een aantal keren van [Eiseres] geluidsapparatuur gekocht van het merk Bang&Olufsen. Bij deze transacties werd voor de omzetbelasting het 0% tarief gehanteerd, aangezien er volgens partijen sprake was van een zogenaamde intracommunautaire levering.
2.2 Achteraf, dat wil zeggen nadat de fiscus een boekenonderzoek had ingesteld, is partijen gebleken dat voor de hantering van dat tarief moet kunnen worden aangetoond, middels bescheiden betreffende het betalingsverkeer en de goederenstroom, dat de zaken ook daadwerkelijk naar het buitenland zijn vervoerd.
2.3 Aangezien [Eiseres] daartoe niet in staat was, heeft de belastingdienst haar voor de genoemde leveringen aan KMT s.a.r.l. een navorderingsheffing opgelegd van 17,5%, voor een totaalbedrag van f. 11.295,00.
2.4 [Eiseres] stelt zich op het standpunt dat [Gedaagde] deze omzetbelasting verschuldigd was en dat zij schade heeft geleden door de handelwijze van [Gedaagde]. Subsidiair stelt zij dat [Gedaagde] is tekortgeschoten in de nakoming van de koopovereenkomsten nu achteraf is gebleken dat de betreffende geluidsapparatuur niet aan KMT s.a.r.l. maar aan [Gedaagde] had moeten worden gefactureerd.
2.5 De schade die hij heeft geleden becijfert hij als volgt:
- naheffing omzetbelasting f. 11.295,00;
- heffingsrente f. 699,00; en
- kosten belastingadviseur f. 1.324,00.
2.6 Op grond hiervan heeft hij bij dagvaarding van 15 april 2002 gevorderd om gedaagden bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, hoofdelijk te veroordelen om aan hem een bedrag van €Euro 6.043,45 te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf de dag der dagvaarding tot aan de dag der algehele voldoening, met hoofdelijke veroordeling van gedaagden in de kosten van het geding.
2.6 [Gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Samengevat en voorzover thans van belang stelt hij dat [Eiseres] wist dat [Gedaagde] niet voor zichzelf kocht, maar voor zijn relatie in Luxemburg. Omdat het intra-communautaire leveringen betrof, werd zijns inziens terecht het 0% tarief toegepast. Hij mocht er bovendien ook op vertrouwen dat dit terecht gebeurde. Subsidiair stelt hij dat de schade mede het gevolg is van de eigen handelwijze van [Eiseres].
3. De beoordeling
3.1De kern van het geschil betreft de vraag wie van de partijen moet opdraaien voor de schade, die is opgetreden doordat de fiscus een navorderingsheffing heeft opgelegd, toen [Eiseres] in het kader van het boekenonderzoek niet in staat bleek om aan te tonen dat de betreffende geluidsapparatuur naar Luxemburg is vervoerd. De rechtbank is van oordeel dat deze schade voor rekening van [Eiseres] behoort te komen.
3.2 [Eiseres] was immers verantwoordelijk voor het aantonen van het feit dat de apparatuur daadwerkelijk naar het buitenland werd uitgevoerd. Dat hem, zoals hij ter gelegenheid van de comparitie heeft verklaard, pas achteraf is gebleken dat hij dat behoorde te weten, doet niet ter zake. Als hij zich tijdens of voorafgaand aan de betreffende verkooptransacties op dit punt onvoldoende of onjuist heeft laten informeren, dan moet hij daarvan zelf in de rechtsverhouding tussen partijen het risico dragen.
3.3 Ook [Gedaagde] was van de preciese voorwaarden voor toepassing van het 0% tarief op het moment van de verkooptransacties niet op de hoogte, zodat partijen elkaar op dit punt niets te verwijten hebben. En ook anderszins heeft [Eiseres] niets gesteld, waaruit zou blijken dat [Gedaagde] zich ten opzichte van hem onrechtmatig zou hebben gedragen of dat hij tekort zou zijn geschoten in de nakoming van ten opzichte van hem aangegane verplichtingen, zodat de vordering tot schadevergoeding moet worden afgewezen.
3.6 [Eiseres] zal, als de in het ongelijk gestelde partij, de kosten van deze procedure moet dragen.
4. De uitspraak
De rechtbank te Maastricht:
wijst het gevorderde af;
veroordeelt [Eiseres] in de kosten van de procedure aan de zijde van [Gedaagde] gevallen en tot op heden begroot op €
Euro 230,- aan griffierecht en Euro€ 662,- voor salaris procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr Heim, rechter-plaatsvervanger, en uitgesproken ter openbare civiele terechtzitting in tegenwoordigheid van de griffier.