ECLI:NL:RBMAA:2002:AF1375
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Mr. Douffet-Evertz
- Rechtspraak.nl
Vordering tot schadevergoeding wegens non-conformiteit van een bouwperceel
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 28 november 2002 uitspraak gedaan in een geschil tussen [B.] en de Gemeente Kerkrade over de levering van een bouwperceel. De rechtbank heeft de vordering van [B.] afgewezen, waarbij hij stelde dat het perceel niet voldeed aan de koopovereenkomst. De procedure begon met een tussenvonnis op 31 januari 2002, gevolgd door een comparitie van partijen op 13 maart 2000. Tijdens deze comparitie zijn er aanvullende conclusies genomen door beide partijen. De rechtbank heeft vervolgens de zaak beoordeeld aan de hand van de feiten en de juridische kaders, waaronder de mededelingsplicht van de gemeente en de onderzoeksplicht van de koper.
De rechtbank oordeelde dat de gemeente niet in gebreke was gebleven in haar mededelingsplicht, omdat zij de relevante informatie over de bodemgesteldheid en waterproblematiek had verstrekt. [B.] had op basis van de verkoopbrochure en het grondonderzoek moeten begrijpen dat er complicaties konden zijn bij de bouw op het perceel. De rechtbank concludeerde dat [B.] gerede twijfel had moeten hebben over de geschiktheid van het perceel voor bebouwing, wat betekende dat er geen sprake was van non-conformiteit in de zin van artikel 7:17 BW.
Daarnaast werd het beroep van [B.] op dwaling afgewezen. De rechtbank stelde vast dat [B.] voldoende informatie had ontvangen en dat hij zelf onderzoek had moeten doen naar de geschiktheid van het perceel. De rechtbank concludeerde dat de dwaling voor rekening van [B.] diende te blijven, omdat hij onvoldoende actie had ondernomen om een onjuiste voorstelling van zaken te voorkomen. De vordering werd afgewezen, en [B.] werd veroordeeld in de proceskosten.