ECLI:NL:RBMAA:2002:AE9367

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
23 oktober 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
03/008069-02
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verdachte veroordeeld voor het invoeren en verspreiden van afbeeldingen van seksuele gedragingen met minderjarigen

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 23 oktober 2002 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van het invoeren en verspreiden van afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij minderjarigen betrokken waren. De verdachte, geboren te [geboortedatum/plaats] en wonende te [woonplaats/adres], was gedetineerd in P.I. Breda - HvB De Boschpoort te Breda. De tenlastelegging omvatte meerdere feiten die zich hebben voorgedaan tussen 1 juli 2001 en 20 februari 2002 in de gemeente Sittard-Geleen. De verdachte had gegevensdragers, waaronder VHS-videobanden en 8 mm videobanden, in zijn bezit die afbeeldingen bevatten van seksuele gedragingen met personen die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet hadden bereikt. Op 3 februari 2002 heeft hij deze afbeeldingen ook verspreid via internet.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte wettig en overtuigend bewezen heeft dat hij de ten laste gelegde feiten heeft begaan. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen konden worden. De rechtbank heeft de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis heeft doorgebracht in mindering gebracht op de opgelegde gevangenisstraf. De rechtbank heeft ook bepaald dat het inbeslaggenomene, waaronder videocassettes en een harde schijf, onttrokken wordt aan het verkeer.

De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van achttien maanden, waarbij rekening is gehouden met de ernst van de feiten en de eerdere veroordelingen van de verdachte voor soortgelijke strafbare feiten. De beslissing is genomen na zorgvuldige overweging van de aard en ernst van de feiten, de omstandigheden waaronder deze zijn begaan, en de persoon van de verdachte. De rechtbank heeft de teruggave van een personal computer aan de verdachte gelast, terwijl de overige in beslag genomen voorwerpen onttrokken worden aan het verkeer.

Uitspraak

Parketnummer: 03/008069-02
Datum uitspraak: 23 oktober 2002
RECHTBANK MAASTRICHT
VONNIS
op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboortedatum/plaats],
wonende te [woonplaats/adres],
thans gedetineerd in de het P.I. Breda - HvB De Boschpoort te
Breda.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 09 oktober 2002.
De tenlastelegging
Aan verdachte is na wijziging van de tenlastelegging ten laste gelegd dat
1.
hij in of omstreeks de periode van 1 juli 2001 tot en met 20 februari 2002 te Geleen, althans in de gemeente Sittard-Geleen, in elk geval in Nederland, meermalen, althans eenmaal, (telkens) (een) afbeelding(en) en/of (telkens) (een) gegevensdrager(s), te weten (VHS-) videobanden en/of 8 mm videobanden en/of CD-ROM's en/of de harde schijf van een computer, bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten het betasten en/of aanraken van het mannelijk geslachtsdeel en/of het onderling en/of over en weer tussen jongens en/of tussen (een) jongen(s) en een man aanraken en/of betasten en/of aftrekken van geslachtsdelen en/of het onderling en/of over en weer in de mond nemen van de geslachtsdelen en/of het onderling en/of over en weer anaal met het mannelijke geslachsdeel en/of met vingers en/of met een voorwerp binnendringen van de anus en/of het voelen aan en/of likken over de vagina van een jong meisje, bij welke vorenbedoelde afbeelding(en) (telkens) een persoon die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, (telkens, althans op 3 februari 2002) heeft verspreid (afbeeldingen van CD-ROM's en/of van harde schijf via internet) en/of (telkens) heeft vervaardigd en/of ingevoerd (videobanden vanuit Duitsland, althans vanuit het buitenland) en/of uitgevoerd (via internet naar Duitsland en/of videobanden naar Duitsland) en/of in voorraad heeft gehad, terwijl hij, verdachte, van het plegen van vorenbedoeld misdrijf een beroep of een gewoonte heeft gemaakt;
De bewezenverklaring
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
hij in de periode van 1 juli 2001 tot en met 20 februari 2002 in de gemeente Sittard-Geleen gegevensdragers, te weten VHS-videobanden en 8 mm videobanden en de harde schijf van een computer, bevattende één of meer afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten het betasten en/of aanraken van het mannelijk geslachtsdeel en/of het onderling en/of over en weer tussen jongens en/of tussen (een) jongen(s) en een man aanraken en/of betasten en/of aftrekken van geslachtsdelen en/of het onderling en/of over en weer in de mond nemen van de geslachtsdelen en/of het onderling en/of over en weer anaal met het mannelijke geslachtsdeel en/of met vingers en/of met een voorwerp binnendringen van de anus en/of het voelen aan en/of likken over de vagina van een jong meisje, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon, die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, heeft ingevoerd (videobanden vanuit Duitsland) en/of in voorraad heeft gehad.
en
hij op 3 februari 2002 in de gemeente Sittard-Geleen afbeeldingen van seksuele gedragingen, te weten het betasten en/of aanraken van het mannelijk geslachtsdeel en/of het onderling en/of over en weer tussen jongens en/of tussen (een) jongen(s) en een man aanraken en/of betasten en/of aftrekken van geslachtsdelen en/of het onderling en/of over en weer in de mond nemen van de geslachtsdelen en/of het onderling en/of over en weer anaal met het mannelijke geslachtsdeel en/of met vingers en/of met een voorwerp binnendringen van de anus, bij welke vorenbedoelde afbeeldingen telkens een persoon die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet had bereikt, was betrokken, heeft verspreid via internet.
De partiële vrijspraak
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd.
De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte de hierboven omschreven feiten heeft begaan, op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
De kwalificatie
Het bewezenverklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt:
Een afbeelding van een seksuele gedraging -of een gegevensdrager, bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging-, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, invoeren en/of in voorraad hebben, terwijl hij van het plegen van dit misdrijf een gewoonte heeft gemaakt,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 240b, eerste lid en derde lid van het Wetboek van Strafrecht;
en
Een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van zestien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken, verspreiden,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 240b, eerste lid van het Wetboek van Strafrecht.
De strafbaarheid van de verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit.
De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf en maatregel
Bij de bepaling van de op te leggen straf en maatregel is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt. Daarbij is rekening gehouden met de ernst van het bewezenverklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, alsmede het belang van een juiste normhandhaving en de omstandigheid dat verdachte reeds eerder terzake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
De in de beslissing als zodanig te noemen in beslag genomen en nog niet teruggegeven voorwerpen zijn van zodanige aard dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met de wet c.q. het algemeen belang. Bij het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat het voorwerpen zijn met betrekking tot welke het bewezenverklaarde is begaan.
Deze voorwerpen zullen aan het verkeer worden onttrokken.
De op te leggen straf en maatregel is -behalve op voormelde artikelen- gegrond op de artikelen 10, 27, 36b, 36c, 57 van het Wetboek van Strafrecht.
DE BESLISSINGEN:
De rechtbank
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven,
heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen
verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat verdachte strafbaar is;
- veroordeelt verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van ACHTTIEN MAANDEN;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige
hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal
worden gebracht;
- verklaart onttrokken aan het verkeer het inbeslaggenomene, te weten:
100 stuks Sony 8 mm videocassettes
38 stuks BASF 8 mm videocassettes
9 stuks TDK 8 mm videocassettes
1 stuk Fuji 8 mm videocassettes
78 stuks diverse merken VHS-banden
6 CD's
Harde schijf (merk HD Seagate) van personal computer;
- gelast de teruggave aan [naam verdachte] van het inbeslaggenomene, te weten: Personal computer, merk Escom.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. R.H.J. Otto, voorzitter, mr. F.M. van Maanen Winters en mr. R.M.M. Kleijkers, rechters, in tegenwoordigheid van mr. G.P.C. Dijkshoorn-Sleebe, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 23 oktober 2002.