ECLI:NL:RBMAA:2002:AE7407

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
10 september 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
76980
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • mr. Adelmeijer
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onrechtmatige persbericht en intellectuele eigendomsrechten in kort geding tussen Dorel Juvenile Group Europe en All Our Kids Europe

In deze zaak, die op 10 september 2002 door de voorzieningenrechter van de Rechtbank Maastricht werd behandeld, stond Dorel Juvenile Group Europe (hierna 'Dorel') tegenover All Our Kids Europe B.V. (hierna 'AOK') in een kort geding. Dorel, een onderneming die producten voor baby's en kinderen verhandelt, had een geschil met AOK, die kinderwagens produceert en levert aan Dorel. De onenigheid ontstond na een persbericht van AOK waarin Dorel werd beschuldigd van het schenden van intellectuele eigendomsrechten en contractbreuk. Dorel vorderde in kort geding dat AOK zou worden bevolen om met onmiddellijke ingang te stoppen met het verspreiden van het persbericht en om een rectificatie te plaatsen.

De voorzieningenrechter oordeelde dat het persbericht van AOK onrechtmatig was, omdat het nodeloos grievende bewoordingen bevatte en de waarheid van de beschuldigingen niet voldoende was onderbouwd. De rechter stelde vast dat AOK met de uitlatingen in het persbericht de bedoeling had Dorel te benadelen, wat in strijd was met de geldende zorgvuldigheidsnormen. De voorzieningenrechter wees de vorderingen van Dorel grotendeels toe, met uitzondering van de rectificatie, omdat dit mogelijk ongewenste neveneffecten zou hebben voor AOK.

De rechter legde AOK een dwangsom op van € 10.000 per keer of per dag dat zij in strijd zou handelen met het gebod om te stoppen met het gebruik van het persbericht, met een maximum van € 500.000. Tevens werd AOK veroordeeld in de proceskosten van Dorel. Dit vonnis benadrukt de zorgvuldigheid die bedrijven moeten betrachten bij het uitbrengen van persberichten, vooral wanneer deze betrekking hebben op concurrenten en mogelijke schade aan hun reputatie.

Uitspraak

RECHTBANK TE MAASTRICHT
Vonnis: 10 september 2002
Zaaknummer: 76980 / KG ZA 02-287
VONNIS IN HET KORT GEDING VAN:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid MAXI MILIAAN B.V.,
tevens handelende onder de naam DOREL JUVENILE GROUP EUROPE,
gevestigd te Helmond,
eiseres,
procureur: mr. E.J.J.M. Kneepkens,
advocaat: mr. G.S.P. Vos;
tegen:
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid ALL OUR KIDS EUROPE B.V.,
gevestigd te Maastricht,
gedaagde,
advocaat: mr. M.A.S.M. van Leent.
1. Het verloop van de procedure
De voorzieningenrechter merkt vooraf op dat eiseres en gedaagde hierna als "Dorel" respectievelijk "AOK" zullen worden aangeduid.
Ten vervolge op hetgeen in het audiëntieblad van de terechtzitting van 21 augustus 2002 in het onderhavige kort geding over het verloop van de procedure is neergelegd, hebben partijen elk bij faxschrijvens van 28 augustus 2002 - AOK heeft met instemming van de wederpartij een bijlage aan haar faxschrijven gehecht - de voorzieningenrechter bericht dat partijen niet tot een minnelijke regeling zijn gekomen. Bij voormeld faxschrijven heeft Dorel verzocht om vonnis te wijzen.
Daarop is de uitspraak van het vonnis in kort geding bepaald op heden.
2. Het geschil
2.1 Kort samengevat en voor zover van belang is tussen partijen het volgende geschil gerezen. Dorel verhandelt producten voor baby's en kinderen, waaronder kinderwagens. AOK produceert en levert (onderdelen van) kinderwagens voor - overwegend - Dorel, zulks gedurende ongeveer elf jaar. In die periode is geregeld onenigheid tussen partijen ontstaan over de productie en de levering van kinderwagens. Om die onenigheid weg te nemen hebben partijen in februari 2002 een schriftelijke overeenkomst gesloten, waarin zij hun afspraken met betrekking tot de productie en levering van kinderwagens opnieuw hebben vastgelegd. Die overeenkomst kon echter niet beletten dat opnieuw onenigheid tussen partijen ontstond, meer in het bijzonder en onder andere over, aldus Dorel, veel te lange levertijden aan de zijde van AOK, dan wel, aldus AOK, niet tijdige betalingen van de zijde van Dorel en het uitblijven van een orderhorizon van vier maanden. Zulks heeft Dorel op een gegeven moment doen besluiten niet langer met AOK samen te werken, overigens onder eerbiediging, aldus Dorel, van de bij de overeenkomst gemaakte afspraken. Zo zijn en zullen volgens Dorel de bestaande producten - de zogeheten "current products" van "article 1" zoals genoemd op de als productie 2 door Dorel overgelegde "AOK/DOREL CO-OPERATION AGREEMENT" - volgens de overeenkomst worden afgewikkeld.
2.1.3 Inmiddels heeft Dorel voor de productie van nieuwe modellen kinderwagens een overeenkomst met een derde gesloten. Volgens AOK schendt Dorel daarbij de aan AOK toekomende intellectuele eigendomsrechten van een aantal typen kinderwagens.
2.1.4 In juli 2002, derhalve ongeveer vier à vijf maanden na het sluiten van voormelde schriftelijke overeenkomst, heeft AOK het navolgende persbericht uitgebracht:
to: All customers and business relations of All Our Kids, and relevant press
date: Tuesday, 23 July 2002 re.: relationship Dorel - AII Our Kids
AII Our Kids products have been copied by Dorel at the Kind und Jugend Fair 2002
As you may have noticed, Dorel Juvenile Group Europe (Dorel) has copied various products designed and developed by All Our Kids (AOK), and has displayed them on this year's Kind und Jugend Fair in Cologne. Because of this severe breach of contract and infringement of intellectual property rights, AOK has decided to end the cooperation with Dorel and has consequently terminated the two-year cooperation agreement they had signed with Dorel in February/March 2002.
AOK is a group of companies that designs, develops end produces se-veral popular and successful prams and strollers for a few selected customers and brand names. AOK has designed and developed e.g. the Quinny Freestyle, Formula and Firestarter/ Fun range and the Maxi Taxi Citi and Speedi range, plus the Dreami range and all accessories. These products were supplied by AOK to both Maxi Miliaan B.V. and Quint B.V. when they merged in April 2001. After this merger Dorel and AOK had a period of negotiations about mainly payment terms and acceptable returns of the AOK investments in the Quinny range. Due to the negligent behaviour of Dorel these negotiations unfortuna-tely affected deliveries. Finally a two-year cooperatlon agreement sa-tisfactory to both parties was signed in February/March 2002.
To the absolute surprise of AOK, within four months after the agreement has been signed, Dorel has copied all products designed by AOK and has displayed these copies at the fair in Cologne without prior notice. This serious breach ot contract and infringement of intel-lectual property rights forces AOK to end the cooperation with Dorel and to file a damage claim against Dorel Juvenile Group Europe and Dorel Canada for amounts that will exceed € 10 million.
AOK can ensure all their present and future customers that they will continue to design, develop and produce the best and most innovative strolIers in the market and that they have sufficient resources to adjust to this sudden bad faith behavlour of Dorel. Furthermore, AOK can en-sure all parties in the market that the spirit, ambition and inspiration of AOK have remained unchanged. AOK is grateful for all positlve atten-
tion, support and new development orders they have received from va-rious people in the business during and after the fair.
For more information, please contact AOK at info@all-our-kids.com."
2.1.5 Volgens Dorel is een groot deel van de mededelingen in bovenstaand persbericht onwaar dan wel in onnodig grievende bewoordingen gesteld. Het bevat bovendien zodanig ernstige beschuldigingen, dat zulks er toe zal leiden dat derden afkerig worden van het doen van zaken met Dorel. Tenslotte kondigt het persbericht een schadeclaim van tien miljoen euro van AOK op Dorel aan, overigens zonder dat AOK zulks heeft medegedeeld aan Dorel, waarmee de moedermaatschappij van Dorel het risico loopt dat de koers van haar aandelen schade wordt berokkend.
2.2 Op grond van het vorenstaande heeft Dorel gevorderd dat de voorzieningenrechter van de rechtbank te Maastricht bij vonnis in kort geding, uitvoerbaar bij voorraad:
1. AOK zal bevelen om met onmiddellijke ingang na betekening van het te dezen te wijzen vonnis te staken en gestaakt te houden elk gebruik van openbare mededelingen van de tekst en strekking als hiervoor onder rechtsoverweging 2.1.4 aangegeven, zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare en niet voor matiging vatbare dwangsom van € 50.000,00 per keer of per dag (een gedeelte van een dag als een hele berekend) - zulks ter keuze van Dorel - dat AOK geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met dit gebod;
2. AOK zal bevelen om binnen drie werkdagen na betekening van het te dezen te wijzen vonnis een brief te schrijven aan alle geadresseerden van het litigieuze persbericht van de navolgende inhoud dan wel van een inhoud als de voorzieningenrechter gerade zal voorkomen:
"To: All customers and buiness relations of All Our Kids, and relevant press:
Date: Friday, 26 July 2002;
Re: Press release 24 July 2002;
Illegitimate press release All Our Kids
On 24 July 2002 All Our Kids ("AOK") has sent you a press release with regard to the relationship between AOK and Dorel Juvenile Group Europe ("Dorel"). In this press release, AOK has unjustly stated that Dorel would have infringed intellectual property rights of AOK and that Dorel would have breached a contract with AOK. AOK further has wrongly given the impression that it would have designed and developed several Dorel products and that the intellectual property rights of these products and their trade marks would belong to AOK. This is not true. The intellectual property rights and the trade marks with regard to the products named in the press release: The Quinny Freestyle, Formula, the Maxi Taxi Citi and Speedi Range as well as the Dream Range and all relevant accessories, belong to Dorel. Further, the allegations that AOK has made against Dorel with regard to their relationship are all false and untrue.
Lastly, AOK also indicated in its press release that it would file a claim against Dorel and Dorel Canada for a very high amount. This is also not true. AOK will not file such a claim.
AOK apologises for the wrong and unjust impression it has created in our press release with regard to Dorel. Also, in this press release we want to apologise to Dorel for the damage that we have done to them."
zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare en niet voor matiging vatbare dwangsom van € 50.000,00 per keer op per dag - zulks ter keuze van Dorel - dat AOK geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met dit gebod;
1. Dorel zal gelasten binnen tien werkdagen na betekening van het vonnis aan de advocaat van Dorel ter controle van het gebod onder 2 een volledige lijst te geven van alle namen en adressen van ondernemingen en personen aan wie het litigieuze persbericht is gezonden, zulks op straffe van een onmiddellijk opeisbare en niet voor matiging vatbare dwangsom van € 5.000,00 per keer of per dag - zulks ter keuze van Dorel - dat AOK geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met dit gebod;
4. AOK zal veroordelen in de kosten van het geding.
2.3 AOK heeft de gevraagde voorzieningen gemotiveerd weerspoken, waartoe zij verwezen naar hetgeen AOK ter terechtzitting heeft doen aanvoeren.
3. Beoordeling
3.1 De gevraagde voorzieningen brengen naar hun aard reeds een spoedeisend belang met zich. Van Dorel kan immers niet worden gevergd dat zij de uitkomst van een bodem-procedure afwacht, nu de gevraagde voorzieningen tegen die tijd hun werking grotendeels zouden missen.
3.2 Zoals partijen zelf ook al hebben aangegeven dient in het onderhavige kort geding ten eerste te worden beoordeeld of het door AOK uitgebrachte persbericht (on)rechtmatig is en niet of sprake is van niet-nakoming van de schriftelijke overeenkomst van februari 2002 door Dorel en (vermeende) schending door Dorel van intellectuele eigendomsrechten van AOK.
3.3 Het voorgaande impliceert echter niet dat de vraag of Dorel haar uit de overeenkomst voortvloeiende verplichtingen niet is nagekomen en intellectuele eigendomsrechten van AOK heeft geschonden niet aan bod behoeft te komen. Weliswaar is de voorzieningenrechter - met de door Dorel geciteerde Wichers Hoeth - van oordeel dat de al dan niet rechtmatigheid van de mededeling niet zozeer zal "afhangen van de waarheid hiervan (…) maar wel van de vraag of de afzender van de mededeling daarvan een verwijt kan worden gemaakt, dat wil zeggen of hij in strijd met geldende zorgvuldigheidsnormen handelde en of de mededeling in nodeloos tendentieuze of agressieve vorm is gedaan" (L. Wichers Hoeth, Kort Begrip van het Intellectuele Eigendomsrecht, par. 706, p. 461). Zulks neemt echter niet weg dat de (on)waarheid van de in het persbericht vervatte mededelingen - naast andere aspecten - wel dient te worden meegewogen bij de beoordeling van de vraag of het litigieuze pers-bericht (on)rechtmatig is (zie hierna de rechtsoverwegingen 3.10 en 3.11).
3.4 Bij de beoordeling van de (on)rechtmatigheid van het persbericht neemt de voorzieningen-rechter als algemeen uitgangspunt dat het AOK in beginsel is toegestaan om ter bescherming van de eigen rechtspositie een derde door middel van mededelingen te waarschuwen wegens (vermeende) schending van die rechtspositie door Dorel.
3.5 De vraag of in de onderhavige zaak een uitzondering op dit algemene uitgangspunt moet worden aanvaard, dient naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter als volgt te worden beantwoord.
3.6 In de laatste alinea van het door AOK uitgebrachte persbericht is onder meer vermeld:
"AOK can ensure all their present and future customers that they will continue to design, develop and produce the best and most innovative strolIers in the market and that they have sufficient resources to adjust to this sudden bad faith behaviour of Dorel."
en
"Furthermore, AOK can ensure all parties in the market that the spirit, ambition and inspiration of AOK have remained unchanged."
3.7 Ter terechtzitting heeft AOK aangevoerd dat het persbericht "noodzakelijk" was "om afzet aan derden te kunnen verwezenlijken" (tweede alinea van pagina 9 van de pleitnota van AOK).
3.8 Gelet op een en ander (rechtsoverwegingen 3.6 en 3.7) moet het er voorshands voor worden gehouden dat AOK voormelde mededelingen heeft gedaan in haar hoedanigheid van concurrente van Dorel. Immers, uit het hiervoor geciteerde gedeelte van het persbericht alsmede het door AOK gevoerde verweer kan naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter onmiskenbaar worden afgeleid dat AOK zich ten voordele van zichzelf en ten koste van Dorel wenste te verzekeren van een afzetmarkt, temeer nu AOK Dorel in het persbericht expliciet "sudden bad faith behaviour" verwijt. Daarbij komt dat, gelet op het feit dat het persbericht is gericht aan "All customers and business relations of All Our Kids, and relevant press" en nu Dorel niet althans onvoldoende weersproken heeft gesteld dat deze geadresseerden "al snel bijna de gehele markt" omvatten (eerste alinea van pagina 3 van de pleitnota van Dorel), het persbericht kennelijk mede gericht is aan (potentiële) afnemers van Dorel.
3.9 Het vorenoverwoge (rechtsoverweging 3.8) brengt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter met zich dat AOK met het uitbrengen van het persbericht de bedoeling had Dorel te benadelen. Het uit de stellingen van AOK af te leiden verweer dat zij door Dorel in die positie is gedwongen, doordat Dorel haar uit de schriftelijke overeenkomst van februari 2002 voortvloeiende verplichtingen niet zou zijn nagekomen en inbreuk zou hebben gemaakt op intellectuele eigendomsrechten van AOK op de betreffende typen kinderwagens, kan naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter geen soelaas bieden, nu zulks in het onderhavige kort geding niet althans onvoldoende is toegelicht - en overigens ook niet vatbaar is om in het kader van een kort geding genoegzaam te worden toegelicht - zodat zulks voorshands niet althans onvoldoende is komen vast te staan.
3.10 De bedoeling van AOK om Dorel te benadelen rechtvaardigt naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter echter niet de conclusie dat op het hiervoor bedoelde algemene uitgangspunt (rechtsoverweging 3.4) aanstonds een uitzondering moet worden aanvaard. Immers, indien de in het persbericht vervatte mededelingen waar zijn, moet het persbericht ook in dat geval in beginsel als rechtmatig worden gekwalificeerd.
3.11 In rechtsoverweging 3.9 heeft de voorzieningenrechter reeds als voorlopig oordeel te kennen gegeven dat om de daarin vermelde gronden voorshands niet althans onvoldoende is komen vast te staan dat Dorel haar uit de schriftelijke overeenkomst van februari 2002 voortvloeiende verplichtingen niet is nagekomen en inbreuk heeft gemaakt op de intellectuele eigendomsrechten van AOK op de betreffende typen kinderwagens. Zulks brengt met zich dat de voorzieningenrechter zich onvoldoende van de waarheid van de in het persbericht vervatte mededelingen heeft kunnen vergewissen.
3.12 Het voorgaande (rechtsoverweging 3.11) in aanmerking genomen heeft AOK naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter het persbericht in te stellige bewoordingen geformuleerd. Daartoe verwijst de voorzieningenrechter naar de volgende zinsneden:
"(…) Dorel (…) has copied various products designed and developed by (…) AOK."
Voorts spreekt AOK in het persbericht van
"(…) severe breach of contract and infringement of intellectual property rights (…)."
Voorts verwijt AOK Dorel in het persbericht van "negligent behaviour" en "sudden bad faith behaviour", welke bewoordingen naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter als nodeloos diffamerend moeten worden gekwalificeerd.
3.13 Al het vorenoverwogene in onderlinge samenhang bezien - de bedoeling van AOK om Dorel te benadelen, het niet althans onvoldoende vast komen staan van de waarheid van de in het persbericht vervatte mededelingen, de stelligheid van de door AOK gebezigde bewoordingen en het nodeloos diffamerende karakter van sommige van die woorden - heeft AOK met het uitbrengen van het persbericht naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter gehandeld in strijd met de geldende zorgvuldigheidsnormen. Het persbericht moet dan ook als onrechtmatig worden gekwalificeerd, zodat de sub 1 gevraagde voorziening voor toewijzing vatbaar is, met dien verstande dat de te verbeuren dwangsommen zullen worden bepaald op € 10.000,00 per keer of per dag dat AOK geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met dit gebod, zulks tot een maximum van
€ 500.000,00.
3.14 Ten vervolge op rechtsoverweging 3.2 dient in het onderhavige kort geding ten tweede te worden beoordeeld of AOK een rectificatie dient te plaatsen.
3.15 De voorzieningenrechter stelt voorop dat ingevolge het bepaalde in artikel 6:167 lid 1 van het Burgerlijk Wetboek de rechter een discretionaire bevoegdheid heeft met betrekking tot het gebod tot plaatsing van een rectificatie.
3.16 Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is een gebod tot het plaatsen van een rectificatie niet mogelijk zonder ongewenste neveneffecten.
3.17 Daartoe overweegt de voorzieningenrechter dat AOK als niet althans onvoldoende gemotiveerd weersproken aannemelijk heeft gemaakt dat een rectificatiegebod tot gevolg zou hebben dat de markt terughoudend zal zijn bij het afnemen van producten van AOK met voor AOK vergaande bedrijfseconomische gevolgen. Het moet er met andere woorden voorshands voor worden gehouden dat de schade voor AOK door een gebod tot het plaatsen van een rectificatie onevenredig groter zal zijn dan de schade die Dorel mogelijk heeft geleden en thans mogelijk nog lijdt ten gevolge van het onrechtmatige persbericht van AOK. Zulks klemt temeer, nu AOK onweersproken heeft gesteld dat haar leveringen aan Dorel ongeveer 80% uitmaken van haar totale omzet en Dorel heeft besloten om de samenwerking met AOK niet langer voort te zetten. Tevens moet daarbij in acht worden genomen dat Dorel, zoals AOK niet althans onvoldoende betwist heeft gesteld, "een machtige speler op de markt" (derde alinea van pagina 9 van de pleitnota van AOK) is.
3.18 Voorts bestaat naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter de aanmerkelijke kans dat, zoals de voorzieningenrechter reeds ter terechtzitting aan partijen kenbaar heeft gemaakt, een gebod tot het plaatsen van een rectificatie opnieuw dan wel tot nog meer onrust in de markt zal leiden. Noch Dorel noch AOK zijn daarbij gebaat.
3.19 Bovendien heeft AOK onweersproken gesteld dat Dorel op haar beurt persberichten "lanceert" (eerste alinea van pagina 11 van de pleitnota van AOK) en heeft Dorel blijkens de bijlage bij het faxschrijven van AOK van 28 augustus 2002 een persbericht in het vakblad "Baby Wereld" doen publiceren. Gelet hierop heeft ook Dorel reeds maatregelen genomen om het mogelijke negatieve effect van het persbericht van AOK op te heffen.
3.20 Gelet op het vorenoverwogene (rechtsoverwegingen 3.15 tot en met 3.19) zal de voorzieningenrechter de door Dorel sub 2 gevraagde voorziening, bestaande in een gebod tot rectificatie, afwijzen.
3.21 In het verlengde van rechtsoverweging 3.20 zal de sub 3 gevraagde voorziening eveneens worden afgewezen.
3.22 Als de overwegend in het ongelijk gestelde partij zal AOK worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
4. Uitspraak
De voorzieningenrechter van de rechtbank te Maastricht,
recht doende in kort geding:
beveelt AOK om met onmiddellijke ingang na betekening van dit vonnis in kort geding te staken en gestaakt te houden elk gebruik van openbare mededelingen van de tekst en strekking als hiervoor onder rechtsoverweging 2.1.4 aangegeven, zulks op straffe van een dwangsom van € 10.000,00 per keer of per dag (een gedeelte van een dag als een hele berekend) - zulks ter keuze van Dorel - dat AOK geheel of gedeeltelijk in strijd handelt met dit gebod, zulks tot een maximum van € 500.000,00;
veroordeelt AOK in de kosten van de procedure in kort geding, aan de zijde van Dorel gerezen en tot op heden begroot op € 65,18 aan kosten dagvaarding, € 193,00 aan vast recht en € 703,36 voor salaris procureur;
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af de meer of anders gevraagde voorzieningen.
Aldus gewezen door mr. Adelmeijer, voorzieningenrechter, en uitgesproken ter openbare terechtzitting in het bijzijn van de griffier.
ThP