ECLI:NL:RBMAA:2002:AE6659

Rechtbank Maastricht

Datum uitspraak
26 juli 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
114000
Instantie
Rechtbank Maastricht
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • A.A.H. Verheezen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontruiming van woning wegens hennepteelt door huurders

In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 26 juli 2002 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Woningstichting Sint Servatius en twee gedaagden, die als huurders een woning in gebruik hadden. Sint Servatius vorderde de ontruiming van de woning, omdat de gedaagden in ernstige mate tekort waren geschoten in hun verplichtingen uit de huurovereenkomst. De eiseres stelde dat de gedaagden een hennepkwekerij in de woning hadden opgezet, wat niet alleen een schending van de huurovereenkomst inhield, maar ook gevaarlijk was voor de veiligheid van het pand en de omgeving. De gedaagden betwistten de vordering en voerden aan dat er geen sprake was van een spoedeisend belang, omdat de hennepplanten inmiddels waren vernietigd en er geen overlast was veroorzaakt.

De kantonrechter oordeelde dat er voldoende bewijs was dat de gedaagden de woning hadden gebruikt voor de kweek van hennepplanten, wat een ernstige tekortkoming in de nakoming van hun verplichtingen als huurders opleverde. De rechter benadrukte dat het gebruik van de woning voor dergelijke activiteiten niet alleen de huurovereenkomst schond, maar ook risico's met zich meebracht voor de veiligheid van het gebouw en de omgeving. De kantonrechter stelde vast dat Sint Servatius een groot belang had bij de ontruiming om verdere problemen te voorkomen en om het imago van haar woningen te beschermen.

De rechter besloot dat de gedaagden binnen 14 dagen na het vonnis de woning moesten ontruimen en veroordeelde hen in de proceskosten. Dit vonnis benadrukt de verantwoordelijkheid van huurders om zich aan de voorwaarden van hun huurovereenkomst te houden en de gevolgen van het schenden van deze voorwaarden, vooral in gevallen van illegale activiteiten zoals hennepteelt.

Uitspraak

RECHTBANK MAASTRICHT
Sector Kanton
Locatie Maastricht
rolno. 1457/2002 (KG)
zaaknr. 114000
datum uitspraak: 26 juli 2002
VONNIS IN HET KORT GEDING VAN:
WONINGSTICHTING SINT SERVATIUS,
gevestigd en kantoorhoudende te Maastricht,
eiseres, hierna te noemen: "Sint Servatius",
gemachtigde: mr. J.M.G.A. Sengers te Best;
tegen:
1. [gedaagde sub 1] en
2. [gedaagde sub 2],
beiden wonende [adres],
gedaagden, hierna te noemen: "[gedaagden]",
gemachtigde: mr. M.M.A. Straatman-Selij te Maastricht.
1. Het verloop van het geding:
Sint Servatius heeft [gedaagden] bij deurwaardersexploot van 12 juli 2002 doen oproepen tegen de terechtzitting van woensdag 23 juli 2002 te 09.30 uur.
Ter voormelde mondelinge behandeling zijn na uitroeping verschenen:
- Sint Servatius, ten deze vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger Servatius], wijkconsulent, bij gestaan door zijn gemachtigde;
- gedaagde sub 1 in persoon, tevens vertegenwoordigende gedaagde sub 2, bijgestaan door zijn gemachtigde.
Sint Servatius heeft, onder het verschaffen van nadere inlichtingen, geconcludeerd overeenkomstig de inhoud van de dagvaarding.
[gedaagden] hebben gemotiveerd verweer gevoerd tegen toewijzing van de gevorderde voorziening.
De kantonrechter heeft de uitspraak van het vonnis bepaald op heden.
2. De vorderingen.
Sint Servatius vordert - bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad - veroordeling van [gedaagden]:
- om binnen zeven dagen na het in deze te wijzen vonnis, althans op een nadere door de voorzieningenrechter vast te stellen termijn, de woning gelegen te [adres] te ontruimen en te verlaten met al het hunne en al de personen die zijdens hen in voormeld pand verblijven, en onder overgifte van de sleutels dit pand ter vrije en algehele beschikking van Sint Servatius te stellen en met machtiging op Sint Servatius om, indien [gedaagden] in gebreke blijven aan het in deze te wijzen vonnis te voldoen, zelf de ontruiming te bewerkstellingen op kosten van [gedaagden], desnoods met behulp van de sterke arm;
- in de kosten van deze procedure.
3. De standpunten van partijen:
Sint Servatius/mr. Sengers:
Sint Servatius legt aan haar vordering ten grondslag dat zij een spoedeisend belang heeft onderhavige vordering, omdat [gedaagden] in ernstige mate te kort zijn geschoten in de nakoming van hun verplichtingen uit de huurovereenkomst nu zij het gehuurde niet overeenkomstig de bestemming van woonruimte hebben gebruikt en niet hebben gehandeld zoals van goede huurders verwacht mag worden.
Sint Servatius voert daartoe aan dat zij vernomen heeft dat de politie Maastricht op 25 april 2002 een inval heeft gedaan in de door [gedaagden] gehuurde woning, waarbij een in werking zijnde hennepkwekerij, bestaande uit een grote hoeveelheid hennepplanten met bijbehorende apparatuur, heeft aangetroffen en in beslag genomen. Sint Servatius behoeft dit, mede met het oog op alle gevaren en overlast die zich bij het exploiteren van een hennepkwekerij kunnen voordoen én gelet op het strafbare karakter van deze activiteit, niet te dulden. Het is immers algemeen bekend dat hennepteelt een groot vermogen aan elektriciteit behoeft en er diverse warmteproducerende componenten worden toegepast (lampen met groot vermogen, voorschakeltoestellen e.d.), hetgeen wederom met zich brengt dat de bewoner zelf, in tegenstelling tot een professionele plantenkwekerij, aanpassingen verricht aan de elektrische installatie, met alle gevaren van dien. De bovenomschreven handelwijze merkt Sint Servatius aan als een ernstige wanprestatie, die ontbinding van de huurovereenkomst rechtvaardigt. Zij heeft er dan ook belang bij dat de betreffende woning door [gedaagden] wordt ontruimd. Zij wenst dergelijke activiteiten in haar woningbezit tegen te gaan, zeker als het gaat om strafbare handelingen die een negatief effect hebben. Bovendien wenst zij precedentenwerking te voorkomen teneinde andere huurders te ontmoedigen om soortgelijke activiteiten te ondernemen. Zij persisteert dan ook bij haar vordering tot ontruiming.
[gedaagden]/mr. Straatman-Selij:
[gedaagden] hebben tegen toewijzing van de gevorderde voorziening gemotiveerd verweer gevoerd. [gedaagden] betwisten dat thans sprake is van een spoedeisend belang; de door de politie aangetroffen hennepplanten en stekjes zijn vernietigd en Vliegen (gedaagde sub 1) is door de politierechter voor dit feit gestraft.
[gedaagden] zijn van mening, onder verwijzing naar haar stellingen zoals verwoord in de namens hen overgelegde pleitnota, dat het enkel constateren van het kweken van hennepproducten zonder dat er sprake is van het niet langer gebruiken van het gehuurde als woning en zonder dat er sprake is van enige vorm van overlast niet kan leiden tot de conclusie dat zij geen goed huurderschap vertonen. Zij hebben de door hen gehuurde woning wel degelijk gebruikt voor het doel waarvoor deze bestemd is. Zij ontkennen dat er sprake was c.q. is geweest van gevaren en overlast; ook hebben zij niet geknoeid met elektriciteit. Bovendien is door hen maar een klein deel van de woning (in casu de kelder en de berging in de tuin) gebruikt voor de kweek. Dat zich een en ander zou "kunnen" voordoen wil niet zeggen, dat dit ook een grond vormt om de huurovereenkomst te ontbinden.
Zij concluderen tot afwijzing van het gevorderde.
4. De beoordeling van het geschil:
De kantonrechter acht, gelet op de aard van de vordering, het door Sint Servatius gestelde spoedeisende belang aannemelijk.
De kantonrechter kan kort zijn:
Om een voorziening te kunnen treffen als is verzocht, dient met redelijke mate van zekerheid worden vastgesteld dat in de bodemprocedure zal worden geoordeeld dat de vordering van Sint Servatius zal slagen.
Dit is naar het oordeel van de kantonrechter het geval.
Immers, vast is komen te staan dat [gedaagden] de door hen van Sint Servatius gehuurde woning hebben benut voor de kweek van hennepplanten en wel in een zodanige hoeveelheid, dat dit een bedrijfsmatig karakter had. Dit levert een zodanige ernstige tekortkoming op in de nakoming van hun verplichtingen zich als goed huurders te gedragen, dat dit de maatregel zoals door Sint Servatius gevorderd, rechtvaardigt. Of dit nu gaat om planten en/of stekken en of dat nu in een beperkt deel van de woning of in de gehele woning heeft plaatsgevonden, doet daaraan niet af.
Sint Servatius heeft er daarenboven groot belang bij dat dergelijke gedragingen niet in de door haar verhuurde woningen plaatsvinden, zulks teneinde onbeheersbare situaties - te denken valt daarbij aan de brandgevaarlijkheid, het elektriciteitsnet en de watervoorziening - te voorkomen.
Voorts is het zo, dat het degenererende gevolg van een politie-inval in de woning als slecht moet worden beschouwd voor het imago van de onderhavige woning en de woningen van Sint Servatius in de directe omgeving, waaruit ook het grote belang van Sint Servatius bij haar vordering volgt.
Ten overvloede merkt de kantonrechter nog op, dat het geen betoog behoeft dat ook al is men strafrechtelijk vervolgd en gestraft ten aanzien van een bepaalde handelwijze/activiteiten, deze handelwijze/activiteit ook civielrechtelijke consequenties kan hebben.
De vordering ligt dan ook voor toewijzing gereed, met dien verstande dat de kantonrechter de ontruimingstermijn op 14 dagen stelt.
[gedaagden] dienen als de in het ongelijk gestelde partij te worden veroordeeld in de kosten van deze procedure.
B E S L I S S I N G:
- veroordeelt [gedaagden] binnen 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis, de woning gelegen te [adres] te ontruimen en te verlaten met al het hunne en al de personen die zijdens hen in voormeld pand verblijven, en onder overgifte van de sleutels dit pand ter vrije en algehele beschikking van Sint Servatius te stellen en met machtiging op Sint Servatius om, indien [gedaagden] in gebreke blijven aan dit vonnis te voldoen, zelf de ontruiming te bewerkstellingen op kosten van [gedaagden], desnoods met behulp van de sterke arm;
- wijst af het meer of anders gevorderde;
- verklaart deze beslissing tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
- veroordeelt [gedaagden] in de kosten van deze procedure aan zijde van
Sint Servatius gevallen en tot op heden begroot op € 655,56, waaronder een bedrag ad € 360,-- als salaris gemachtigde.
Aldus gewezen door mr. A.A.H. Verheezen, kantonrechter, en door deze uitgesproken ter openbare terechtzitting van vrijdag 26 juli 2002, in tegenwoordigheid van J.M.H.M. Slangen- van der Heijden, griffier.