Parketnummer: 03/005606-00
Datum uitspraak: 24 januari 2001
ARRONDISSEMENTSRECHTBANK TE MAASTRICHT
op tegenspraak gewezen door de meervoudige kamer voor strafzaken in de zaak tegen
[naam verdachte],
geboren te [geboorteplaats verdachte],
wonende te [woonplaats verdachte],
thans gedetineerd in het Huis van Bewaring Roermond te Roermond.
Dit vonnis is gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 10 januari 2001.
Aan verdachte is ten laste gelegd dat
1.
hij op of omstreeks 22 september 2000 in de gemeente Herzogenrath (D) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto merk VW Golf kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 30)
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 22 september 2000 tot en met 25 september 2000 in de gemeenete Herzogenrath (D) en/of in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, een personenauto merk VW Golf (met valse kentekenplaten [kenteken]) heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die VW Golf wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
2.
hij op of omstreeks 13 maart 2000 in de gemeente Herzogenrath (D) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto merk Mercedes kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 2], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 8)
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 13 maart 2000 tot en met 25 september 2000 in de gemeente Kerkrade, in elk geval in Nederland, een personenauto merk Mercedes kenteken [kenteken] heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die personenauto wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
3.
hij op of omstreeks 19 mei 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor merk Suzuki kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 3], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 4)
4.
hij op of omstreeks 18 juli 2000 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een bromscooter merk Malaguti, Phantom in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 4], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 5)
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 18 juli 2000 tot en met 20 juli 2000 in de gemeente Heerlen, in elk geval in Nederland, een bromscooter merk Malaguti Phantom heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die bromscooter wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
5.
hij op of omstreeks 11 augustus 2000 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto merk BMW gekentekend [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 5], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 13)
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks 11 augustus 2000 in de gemeente Heerlen, in elk geval in het arrondissement Maastricht, een personenauto merk BMW voorzien van (valse) kentekenplaten [kenteken] heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die BMW wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
6.
hij op of omstreeks 17 juni 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor/scooter (Aprillia kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 6], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 6)
7.
hij op of omstreeks 18 juli 2000 in de gemeente Kerkrade met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor/scooter (merk KTM kenteken [kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 7], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, waarbij verdachte zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;(zaak 11)
8.
hij op of omstreeks 24 juli 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto merk BMW kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 8], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 12)
9.
hij op of omstreeks 11 augustus 2000 in de gemeente Heerlen tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen kentekenplaten ([kenteken]), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 9], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 15)
10.
hij op of omstreeks 12 augustus 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor merk Harley Davidson kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 10], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 17)
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij in of omstreeks de periode van 12 augustus 2000 tot en met 16 augustus 2000 in de gemeente Maastricht, in elk geval in Nederland, een motor merk Harley Davidson gekentekend [kenteken] en/of voorzien van de valse kentekenplaten [kenteken] heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die motor wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
11.
hij op of omstreeks 17 juli 2000 in de gemeente Düsseldorf (D) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto merk BMW kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 11], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;(zaak 18)
Subsidiair, althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of
zou kunnen leiden, dat:
hij op of omstreeks de periode van 17 juli 2000 in de gemeente Düsseldorf (D) en/of in de gemeente Heerlen, in elk geval in Duitsland en/of Nederland, een personenauto merk BMW kenteken [kenteken] heeft verworven, voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van die BMW wist dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;
12.
hij op of omstreeks 10 september 2000 in de gemeente Valkenburg, in de gemeente Valkenburg aan de Geul, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor merk Harley Davidson kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 12], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 21)
13.
hij in of omstreeks de periode van 13 september 2000 tot en met 14 september 2000 in de gemeente Aken (D) tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een caravan merk Bürster, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 13], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 22)
14.
hij op of omstreeks 26 augustus 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor merk Harley Davidson kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 14], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 26)
15.
hij op of omstreeks 14 augustus 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor merk Honda CBR 900 type Fireblade kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 15], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming;(zaak 28)
16.
hij op of omstreeks 23 september 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor merk Harley Davidson type Heritage kenteken [kenteken], in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [benadeelde partij 16], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) zich de toegang tot de plaats des misdrijfs heeft/hebben verschaft en/of de/het weg te nemen goed(eren) onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking en/of inklimming; (zaak 29)
17.
hij in of omstreeks de periode van 29 januari 1999 tot en met 15 maart 1999 in de gemeente Heerlen, althans in het arrondissement Maastricht, althans in Nederland, een bromfiets (Piaggio, type Puch NRG, voorzien van het framenummer ZAPC18000*03009502) heeft verworven en/of voorhanden heeft gehad en/of heeft overgedragen, terwijl hij ten tijde van het verwerven of het voorhanden krijgen van voornoemde bromfiets redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het (een) door misdrijf verkregen goed(eren) betrof;(030027/00).
Tengevolge van een kennelijke schrijffout staat in de dagvaarding:
in regel 3 van het onder 17. ten laste gelegde vermeld ZAPC18000*03009502, in plaats van
ZAPC18000*03009602.
De rechtbank herstelt deze fout, aangezien dit mogelijk is zonder dat verdachte daardoor in zijn verdediging wordt geschaad.
Bijzondere overwegingen ten aan zien van de vrijspraken voor de feiten 13. en 15.
Feit 13.
Aan verdachte is tenlastegelegd dat hij in de gemeente Aken een strafbaar feit gepleegd heeft. Uit het proces dossier blijkt dat het bedoelde feit gepleegd is in Herzogenrath. Herzogenrath behoort niet tot de gemeente Aken. Derhalve zal de rechtbank verdachte vrijspreken van feit 13.
Feit 15.
De typenaam ‘Fireblade’ wordt in de aangifte niet genoemd, maar wordt wel gebruikt op pagina 1449, proces verbaal relaas van onderzoek, van het dossier. Hierbij worden echter geen redenen van wetenschap genoemd. De rechtbank kan derhalve niet concluderen dat de ‘Fire Blate’, genoemd in de tab nummer 1505, gerelateerd in proces verbaal nummer GSM-Ran 12 de dato 14-08-2000 te 22.42 uur, dezelfde motor betreft als de motor bedoeld in de aangifte en zal verdachte ten aanzien van feit 15 vrij spreken.
De rechtbank acht niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen aan verdachte onder 5., 10., 13. en 15 is ten laste gelegd.
De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De bijzondere overwegingen ten aanzien van het bewijs, feit 3.
Door de raadsman van verdachte is naar voren gebracht dat de observatie verricht op 19 mei 2000, gerelateerd in pag. 940 en verder in het dossier, een stelselmatige observatie inhoudt en dat deze observatie een dusdanige schending van de privacy van zijn cliënt oplevert, dat voor deze observatie een bijzondere opsporingsbevoegdheid nodig was. De raadsman is van mening dat, nu er voor genoemde observatie geen bijzondere opsporingsbevoegdheid voorhanden was, deze observatie niet voor het bewijs mag worden gebruikt.
De rechtbank constateert dat het een éénmalige observatie betrof door een observatieteam, gedurende een beperkt aantal uren, dat de observatie zonder technische hulpmiddelen heeft plaatsgevonden en dat de observatie heeft plaats gevonden op openbare c.q. voor iedereen toegankelijke plaatsen. Acht slaand op de uitspraak van de Hoge Raad van 18 mei 1999, gepubliceerd in de NJ, jaargang 2000, nr. 104, kan in redelijkheid niet geoordeeld worden dat de bedoelde observatie een stelselmatige observatie oplevert.
De rechtbank verwerpt derhalve het verweer van de raadsman en zal de bedoelde observatie gebruiken voor het bewijs.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het onder 1. primair, 2. primair, 3., 4. primair, 6., 7., 8., 9., 11. primair, 12., 14., 16. en 17 ten laste gelegde heeft begaan, met dien verstande dat
1.
hij op 22 september 2000 in de gemeente Herzogenrath (D) tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto merk VW Golf kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 1];
2.
hij op 13 maart 2000 in de gemeente Herzogenrath (D), met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto merk Mercedes kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 2];
3.
hij op 19 mei 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor merk Suzuki kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 3], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
4.
hij op 18 juli 2000 in de gemeente Kerkrade tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een bromscooter merk Malaguti, Phantom toebehorende aan [benadeelde partij 4], waarbij verdachte en/of zijn mededader, het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak;
6.
hij op 17 juni 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor, Aprillia kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 6], waarbij verdachte en/of zijn mededader, het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak;
7.
hij op 18 juli 2000 in de gemeente Kerkrade met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor, merk KTM kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 7], waarbij verdachte het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
8.
hij op 24 juli 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander of anderen, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto merk BMW kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 8], waarbij verdachte en/of zijn mededader(s) het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak;
9.
hij op 11 augustus 2000 in de gemeente Heerlen tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen kentekenplaten ([kenteken]), toebehorende aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader;
11.
hij op 17 juli 2000 in de gemeente Düsseldorf (D) tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een personenauto merk BMW kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 11], waarbij verdachte en/of zijn mededader het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak:
12.
hij op 10 september 2000 in de gemeente Valkenburg aan de Geul, tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor merk Harley Davidson kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 12], waarbij verdachte en/of zijn mededader het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak;
14.
hij op 26 augustus 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor merk Harley Davidson kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 14], , waarbij verdachte en/of zijn mededader het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak;
16.
hij op 23 september 2000 in de gemeente Maastricht tezamen en in vereniging met een ander, met het oogmerk van wederrechtelijke toeëigening heeft weggenomen een motor merk Harley Davidson type Heritage kenteken [kenteken], toebehorende aan [benadeelde partij 16], waarbij verdachte en/of zijn mededader het weg te nemen goed onder zijn/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak:
17.
hij in de periode van 29 januari 1999 tot en met 15 maart 1999 in de gemeente Heerlen, een bromfiets Piaggio, type Puch NRG, voorzien van het framenummer ZAPC18000*03009602, heeft verworven, terwijl hij ten tijde van het verwerven van voornoemde bromfiets redelijkerwijs had moeten vermoeden dat het een door misdrijf verkregen goed betrof.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen aan verdachte onder 1. primair, 2. primair, 3., 4. primair, 6., 7., 8., 9., 11. primair, 12., 14., 16. en 17 meer of anders is ten laste gelegd.
Verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte de hierboven omschreven feiten heeft begaan, op feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat.
Het bewezenverklaarde levert op strafbare feiten welke moeten worden gekwalificeerd als volgt:
T.a.v. feit 1 primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 4. en 5. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 2 primair:
diefstal,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 310, van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 3:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 4. en 5. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 4 primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 4. en 5. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 6:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 4. en 5. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 7:
diefstal waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 5. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 8:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 4. en 5. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 9:
diefstal door twee of meer verenigde personen,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 4. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 11 primair:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 4. en 5. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 12:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 4. en 5. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 14:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 4. en 5. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 16:
diefstal door twee of meer verenigde personen waarbij de schuldige het weg te nemen goed onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 311, eerste lid, aanhef en onder 4. en 5. van het Wetboek van Strafrecht.
T.a.v. feit 17:
Schuldheling,
voorzien en strafbaar gesteld bij artikel 417bis, eerste lid, aanhef en onder a. van het Wetboek van Strafrecht.
De strafbaarheid van verdachte
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid uitsluit.
De verdachte is derhalve strafbaar.
De redengeving van de op te leggen straf en maatregelen
Bij de bepaling van de op te leggen straf en maatregelen is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
Naar het oordeel van de rechtbank kan niet worden volstaan met een andere of lichtere sanctie dan een straf welke een onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming voor de hierna te vermelden duur met zich brengt.
Ofschoon de rechtbank komt tot een bewezenverklaring van minder dan waarvan in de vordering van de officier van justitie is uitgegaan, kan, naar het oordeel van de rechtbank niet worden volstaan met een straf als door de officier van justitie gevorderd (omgerekend per feit) omdat daarin onvoldoende tot uitdrukking komt:
de ernst van het bewezen verklaarde in verhouding tot andere strafbare feiten, alsmede het belang van een juiste normhandhaving en
de omstandigheid dat verdachte reeds eerder ter zake soortgelijke strafbare feiten is veroordeeld.
Verdachte heeft een aanbod gedaan tot het verrichten van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte, voor het geval de rechtbank voornemens zou zijn een geheel of gedeeltelijk onvoorwaardelijke vrijheidsstraf op te leggen.
Dit aanbod moet worden afgewezen omdat:
- niet is voldaan aan de wettelijke voorwaarde dat de rechtbank voornemens is aan verdachte een straf op te leggen die onvoorwaardelijke vrijheidsbeneming van niet meer dan zes maanden met zich mee zou brengen.
- de rechtbank een vrijheidsstraf beter geschikt acht om verdachte de onjuistheid van zijn handelen te doen inzien dan de straf van onbetaalde arbeid ten algemenen nutte.
Ten aanzien van het in de beslissing te noemen, nog niet teruggegeven inbeslaggenomen voorwerp, zal de rechtbank gelasten dat dit aan de rechthebbende teruggeven zal worden, te weten [V.].
Schadevergoedingsmaatregelen
Nu verdachte ter zake van de hiervoor bewezen verklaarde strafbare feiten zal worden veroordeeld en hij naar burgerlijk recht jegens de slachtoffers, de hierna te noemen benadeelde partijen [benadeelde partij 3], [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 5], [benadeelde partij 9], [benadeelde partij 12], [benadeelde partij 17] en [benadeelde partij 1], aansprakelijk is voor de schade die door die strafbare feiten zijn toegebracht, heeft de rechtbank tot het opleggen van nader te noemen maatregelen besloten.
De op te leggen straf en maatregelen zijn - behalve op voormelde artikelen- gegrond op de artikelen
10, 27, 36f, en 57 van het Wetboek van Strafrecht.
De vorderingen van de benadeelde partijen
Ter terechtzitting zijn tevens de formulieren, als bedoeld in artikel 51b, eerste lid, van het Wetboek van Strafvordering, behandeld, waarbij [benadeelde partij 3], [benadeelde partij 2], [benadeelde partij 5], [benadeelde partij 9], [benadeelde partij 12], [benadeelde partij 17] en [benadeelde partij 1] zich ter zake van hun vorderingen tot schadevergoeding als benadeelde partijen in het strafproces hebben gevoegd. De benadeelde partij [benadeelde partij 9] heeft haar vordering ook ingesteld tegen de medeverdachte [naam medeverdachte].
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 3] door het onder 3. bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht tot het door haar gevorderde bedrag van D.M. 9.000,-- en nu aan verdachte ter zake van dat feit een straf en een maatregel zal worden opgelegd, zal deze vordering geheel worden toegewezen.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 2] door het onder 2. bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht en nu aan verdachte ter zake van dat feit een straf en een maatregel zal worden opgelegd, zal de rechtbank een voorschot toewijzen ex aequo et bono vastgesteld op een bedrag van DM 15000,--
De benadeelde partij [benadeelde partij 2] zal voor het overige in haar vordering niet-ontvankelijk worden verklaard, aangezien uit het onderzoek ter terechtzitting, de hoogte van de schade die rechtstreeks veroorzaakt is door het strafbare feit, niet is komen vast te staan. De benadeelde partij kan het restant van haar vordering aanbrengen bij de civiele rechter.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is gebleken dat de verdachte ten aanzien van feit 5. wordt vrijgesproken, zal de rechtbank de benadeelde partij [benadeelde partij 5] niet ontvankelijk verklaren in haar vordering. De benadeelde partij kan haar vordering slechts bij de civiele rechter aanbrengen.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 9] door het onder 9. bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht tot het door haar gevorderde bedrag van Fl. 42,50 en nu aan verdachte ter zake van dat feit een straf en een maatregel zal worden opgelegd, zal deze vordering geheel worden toegewezen.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 12] door het onder 12. bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht en nu aan verdachte ter zake van dat feit een straf en een maatregel zal worden opgelegd, zal de rechtbank de gevorderde bedragen betreffende de regenkleding, B. frs. 3500,-- en het kettingslot, B. frs. 1000,-- geheel toewijzen. De hoogte van de schade betreffende de leren tas zal de rechtbank ex aequo et bono vaststellen op een bedrag van B.frs. 5500,--, gelet op de omschrijving van het voorwerp op de vordering. Met betrekking tot de vordering betreffende de motor, zal de rechtbank een voorschot toewijzen en dat ex aequo et bono vaststellen op een bedrag van B.frs 550000,--, gezien het verweer van de raadsman en de verklaring van de benadeelde partij op de terechtzitting.
De benadeelde partij [benadeelde partij 12] zal voor het overige in haar vordering niet-ontvankelijk worden verklaard aangezien uit het onderzoek ter terechtzitting, de hoogte van de schade die rechtstreeks veroorzaakt is door het strafbare feit, niet is komen vast te staan. De benadeelde partij kan het restant van haar vordering aanbrengen bij de civiele rechter.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 17] door het onder 16. bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht tot een bedrag van
DM 375,-- en nu aan verdachte ter zake van dat feit een straf en een maatregel zal worden opgelegd, zal deze vordering tot dat bedrag, worden toegewezen.
De benadeelde partij [benadeelde partij 17] zal voor wat betreft de vordering met betrekking tot de rest schade motor niet ontvankelijk worden verklaard, aangezien naar het oordeel van de rechtbank deze vordering niet van zodanig eenvoudige aard dat deze zich voor behandeling in dit strafproces leent. De benadeelde partij kan deze vordering slechts bij de civiele rechter aanbrengen.
Nu uit het onderzoek ter terechtzitting is komen vast te staan dat aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1] door het onder 1. bewezen verklaarde strafbare feit rechtstreeks schade is toegebracht tot het door haar gevorderde bedrag van Fl. 2.897,62 en nu aan verdachte ter zake van dat feit een straf en een maatregel zal worden opgelegd, zal deze vordering geheel worden toegewezen.
De rechtbank acht geen termen aanwezig, artikel 72 lid 4 van het Wetboek van Strafvordering toe te passen, aangezien verdachte voor een aantal feiten waarvoor hij zich in voorlopige hechtenis bevindt, veroordeeld zal worden tot een onvoorwaardelijke gevangenisstraf, waarvan de duur die van de reeds ondergane voorlopige hechtenis met meer dan zestig dagen overtreft. De rechtbank zal derhalve niet bevelen tot opheffing van de voorlopige hechtenis.
- verklaart niet wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 5., 10., 13 en 15. ten laste gelegde heeft begaan en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat de verdachte het onder 1. primair, 2. primair, 3., 4. primair, 6., 7., 8., 9., 11. primair, 12., 14., 16. en 17 ten laste gelegde, zoals hiervoor is omschreven, heeft begaan;
- verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte onder 1. primair, 2. primair, 3., 4. primair, 6., 7., 8., 9., 11. primair, 12., 14., 16. en 17 meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt hem daarvan vrij;
- verklaart dat het bewezenverklaarde de hiervoor vermelde strafbare feiten oplevert en dat verdachte strafbaar is;
- veroordeelt verdachte voor het hiervoor bewezenverklaarde tot een gevangenisstraf voor de tijd van 30 maanden;
- beveelt dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de aan veroordeelde opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht;
- gelast de teruggave aan [V.], wonende [woonplaats V.] van het inbeslaggenomene, te weten:
1 stuk Personenauto [kenteken],
BMW 320I Kleur: blauw,
- legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 3], wonende Köln, Duitsland, te betalen een bedrag van DM. 9.000,-- (negenduizend Duitse mark), althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands courant tegen de koers op de dag van betaling;
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 100 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 2], wonende Herzogenrath, Duitsland, te betalen een bedrag van
DM 15.000,-- (vijftienduizend Duitse mark), althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands courant tegen de koers op de dag van betaling;
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 110 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 9], wonende te Tegelen, te betalen bedrag van Fl. 42,50 (tweeenveertig gulden en vijftig cent), bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 1 dag;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat indien verdachte en of zijn medeverdachte [naam medeverdachte] vermeld bedrag aan de staat heeft voldaan, de ander van de verplichting tot betaling aan de staat zal zijn gekweten;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 12], wonende Bilzen, België , te betalen een bedrag van B. Frs. 560.000 ,--(vijfhonderd zestig duizend Belgische francs), althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands courant tegen de koers op de dag van betaling;
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 140 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 17] , wonende Dusseldorf, Duitsland, te betalen een bedrag van DM. 375,-- (driehonderd vijfenzeventig Duitse mark), althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands courant tegen de koers op de dag van betaling;
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 7 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- legt aan verdachte de verplichting op aan de staat, ten behoeve van het slachtoffer [benadeelde partij 1], wonende Herzogenrath, Duitsland, te betalen een bedrag van Fl. 2.897,62, ( tweeduizend achthonderd zevenennegentig gulden en tweeenzestig cent), althans de tegenwaarde daarvan in Duits courant tegen de koers op de dag van betaling;
bij gebreke van betaling en verhaal te vervangen door hechtenis voor de duur van 38 dagen;
- verstaat dat toepassing van laatstbedoelde vervangende hechtenis de opgelegde verplichting tot betaling niet opheft;
- bepaalt dat indien verdachte en of zijn medeverdachte [naam medeverdachte 2] vermeld bedrag aan de staat heeft voldaan, de ander van de verplichting tot betaling aan de staat zal zijn gekweten;
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 3], voornoemd, te betalen een bedrag van DM 9.000,-- (negenduizend Duitse mark), althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands courant tegen de koers op de dag van betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 3] , voornoemd, in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- bepaalt dat, indien verdachte aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 3], voormeld bedrag van DM. 9.000,-- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het vermeld bedrag van DM 9.000,-- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 3] komt te vervallen;
veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij
[benadeelde partij 2], voornoemd, te betalen een bedrag van DM 15.000,-- (vijftienduizend Duitse mark), althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands courant tegen de koers op de dag van betaling;
veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 2] ,voornoemd, in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij 2], voornoemd, voor het overige in haar vordering niet ontvankelijk is en dat zij haar vordering voor het overige slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 2] voormeld bedrag van DM. 15.000,--, heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het vermeld bedrag van DM. 15.000,-- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 2] komt te vervallen;
- bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij 5], wonende Bullingen, België, in haar vordering niet ontvankelijk is en dat zij deze vordering slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- veroordeelt de benadeelde partij [benadeelde partij 5], voornoemd in de kosten, door verdachte ter verdediging tegen de vordering gemaakt, begroot op nihil;
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 9], voornoemd te betalen een bedrag van Fl. 42, 50 (tweeenveertig gulden en vijftig cent), met dien verstande dat, indien verdachte of de medeverdachte [naam medeverdachte] dit bedrag aan de benadeelde partij heeft betaald, de ander zal zijn gekweten;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 9] voornoemd, in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging alsnog te maken, tot heden begroot op nihil, met dien verstande dat, indien verdachte of de medeverdachte [naam medeverdachte] deze kosten aan de benadeelde partij heeft vergoed, de ander zal zijn gekweten;
- bepaalt dat, indien verdachte of de medeverdachte [naam medeverdachte] aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 9] voormeld bedrag van Fl. 42,50 heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte of de medeverdachte [naam medeverdachte] aan de verplichting tot betaling aan de staat van het vermeld bedrag van Fl. 42,50 heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 9] komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 12], voornoemd, te betalen een bedrag van B.frs. 560,000,-- (vijfhonderd zestig duizend Belgische francs) althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands courant tegen de koers op de dag van betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 12], voornoemd, in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij 12], voornoemd, voor het overige in haar vordering niet ontvankelijk is en dat zij haar vordering voor het overige slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 12], voormeld bedrag van B.frs. 560.000,--, heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het vermeld bedrag van B.frs. 560.000,--, heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 12] komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 17], voornoemd, te betalen een bedrag van DM. 375,-- (driehonderd vijfenzeventig Duitse Mark), althans de tegenwaarde daarvan in Nederlands courant tegen de koers op de dag van betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 17], voornoemd, in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- bepaalt dat de benadeelde partij [benadeelde partij 17], voornoemd, voor het overige in haar vordering niet ontvankelijk is en dat zij haar vordering voor het overige slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 17] voormeld bedrag van DM. 375,-- heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte aan de verplichting tot betaling aan de staat van het vermeld bedrag van DM. 375,-- heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 17] komt te vervallen;
- veroordeelt verdachte om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan de benadeelde partij [benadeelde partij 1], voornoemd te betalen een bedrag van Fl. 2.897,62, (tweeduizend achthonderd zevenennegentig gulden), althans de tegenwaarde daarvan in Duits courant tegen de koers op de dag van betaling;
- veroordeelt verdachte in de kosten door de benadeelde partij [benadeelde partij 1], voornoemd in het kader van deze procedure gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging van deze uitspraak alsnog te maken, tot heden begroot op nihil;
- bepaalt dat, indien verdachte of de medeverdachte [naam medeverdachte 2] aan meergenoemde benadeelde [benadeelde partij 1], voormeld bedrag van Fl. 2.897,62, heeft voldaan, de verplichting tot betaling aan de staat komt te vervallen;
- bepaalt dat, indien verdachte of de medeverdachte [naam medeverdachte 2] aan de verplichting tot betaling aan de staat van het vermeld bedrag van fl. 2.897,62 heeft voldaan, de verplichting tot betaling van dat bedrag aan meergenoemde benadeelde partij [benadeelde partij 1] komt te vervallen.
Dit vonnis is aldus gewezen door mr. P.H.J. Frénay, voorzitter, mr. M. Timmers en mr. J.P.M. Schwillens, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.E.J. Keeris, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 24 januari 2001, zijnde mr. J.P.M. Schwillens buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.