[eiseres in de hoofdzaak]
gevestigd te [vestigingsplaats eiseres in de hoofdzaak],
eiseres in de hoofdzaak in kort geding bij dagvaarding van 8 september 2000, verweerster in het incident tot tussenkomst,
procureurs: mr. G.E.R. Ummelen en mr. Ph.A.A. Nijbakker,
tegen:
[gedaagde in de hoofdzaak],
wonende te [woonplaats gedaagde in de hoofdzaak],
gedaagde in de hoofdzaak,
gemachtigde: mr. H. Barten,
en
De rechtspersoon naar Engels recht [eiseres in het incident],
gevestigd te [woonplaats eiseres in het incident],
eiseres in het incident tot tussenkomst,
procureur: mr. Ch.M.E.M. Paulussen,
advocaat: mr. F.G. Vreede, kantoorhoudende te Amsterdam.
1. HET VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Eiseres in de hoofdzaak, hierna te noemen "003" heeft gedaagde in de hoofdzaak, die verder als "[M.]" zal worden aangeduid, doen dagvaarden in kort geding tegen 14 september 2000.
Ter zitting van 14 september 2000 zijn vervolgens verschenen:
- 003, vertegenwoordigd door haar beide procureurs,
- [M.], vergezeld van zijn gemachtigde, mr. Barten,
Tevens is ter zitting verschenen een derde partij, hierna te noemen "[eiseres in het incident]", die bij monde van haar raadsman mr. F.G. Vreede, bij incidentele conclusie vorderde te mogen tussenkomen in het aanhangige geschil.
Mr. Vreede voerde daartoe aan dat [eiseres in het incident] een vordering op 003 heeft, die zeer nauw verweven is met het tussen de partijen 003 en [M.] aanhangige geschil.
Nadat 003 te kennen had gegeven bezwaar te hebben tegen de gevorderde tussenkomst, omdat -naar haar oordeel- de vordering van [eiseres in het incident] niet voor toewijzing vatbaar was en [M.] te kennen had gegeven geen bezwaar te hebben tegen de gevorderde tussenkomst, heeft de president de vordering tot tussenkomst toegewezen.
Hij voerde daartoe aan dat [eiseres in het incident] voldoende aannemelijk heeft gemaakt met haar vordering een belang te hebben in relatie tot het in de hoofdzaak aanhangige geschil. Verder is niet gebleken van zwaarwegende belangen van een der partijen in de hoofdzaak, die zich tegen de gevorderde tussenkomst zouden verzetten.
Vervolgens heeft 003 in de hoofdzaak geconcludeerd voor eis overeenkomstig de dagvaaring. Mrs. Ummelen en Nijbakker hebben, aan de hand van op voorhand toegestuurde producties, de vordering nader toegelicht, conform de pleitnota.
[M.] heeft, bij monde van mr. Barten en eveneens aan de hand van producties, verweer gevoerd. Door mr. Barten is eveneens een pleitnota overgelegd.
Vervolgens is in de hoofdzaak gerepliceerd en gedupliceerd.
Na sluiting van de zaak in de hoofdzaak heeft [eiseres in het incident], bij monde van mr. Vreede, in het incident geconcludeerd voor eis.
003 heeft verweer gevoerd.
Na debat tussen partijen is de zaak in het incident gesloten.
De uitspraak van het vonnis is vervolgens door de president bepaald op 14 september 2000, om 14.00 uur.
De uitspraak heeft op 14 september 2000 mondeling plaatsgevonden, een weergave van hetgeen de president heeft voorgelezen is aan dit vonnis gehecht.
2. HET GESCHIL
in de hoofdzaak
[M.] is op grond van artikel 584c, lid 3 Rv als bewaarder aangesteld van een al sedert 1997 zich op de luchthaven Maastricht-Airport bevindend vrachtvliegtuig (de Antonov). Op dit vliegtuig rusten diverse conservatoire beslagen.
Omdat de kosten van bewaring niet tijdig aan [M.] werden voldaan, heeft [M.] -op de voet van artikel 858 Rv- op 25 mei 2000 een verzoek aan de president van deze rechtbank gedaan om de Antonov te mogen verkopen.
Dit verzoek was als volgt geformuleerd:
" Redenen, waarom verzoeker zich wendt tot U Edelachtbare Heer/Vrouwe President met het verzoek om hem verlof te verlenen om als bewaarder het aan hem in bewaring gegeven object, zoals hiervoren omschreven, te (doen) verkopen overeenkomstig de gebruikelijk geldende regels en bepalingen voor de verkoop van luchtvaartuigen als in casu, te weten die van veiling bij inschrijving van roerende zaken, en onder de gehoudenheid om de opbrengst, na aftrek van de kosten, tot aan de dag van verkoop en levering gevallen op de bewaring, alsmede de kosten van de verkoop, te storten in de consignatiekas, en voorts onder het stellen van zodanige voorwaarden als U Edelachtbare in goede justitie juist zal achten. Met uitvoerbaar verklaring van de verzochte beschikking bij voorraad en op de minuut".
De president heeft op 7 juni 2000 haar toestemming gegeven.
De beschikking die op bovengenoemd verzoekschrift is vermeld houdt in:
"Toegestaan als verzocht........."
De veiling werd door [M.] gepland voor 7 augustus 2000.
Één der beslagleggers, te weten [Bank I.]., kon zich echter niet verenigen met de door M. gehanteerde veilingsvoorwaarden en heeft in kort geding de schorsing van de executie geëist. Bij vonnis van 4 augustus 2000 heeft de president van de Arrondissementsrechtbank te Maastricht in kort geding in het tussen onder meer [Bank I.]. en [M.] aanhangige geschil onder meer het navolgende beslist:
"Schorst de executie van het luchtvaartuig, type AN124-100, registratienummer RA 82070;