ECLI:NL:RBMAA:2000:AA5313
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J.H.A. Venner-Lijten
- W.J.J. Beurskens
- M. Timmers
- Rechtspraak.nl
Mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie met minderjarigen
In deze zaak heeft de Rechtbank Maastricht op 29 maart 2000 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 29-jarige verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie. De tenlastelegging omvatte het tot prostitutie brengen van minderjarigen in de periode van 1 juni 1997 tot en met 13 september 1999 in de gemeente Heerlen. De rechtbank oordeelde dat de verdachte, samen met anderen, meermalen minderjarigen heeft geworven voor prostitutiewerkzaamheden en hen onder zijn invloedssfeer heeft gebracht. Daarnaast werd de verdachte beschuldigd van deelname aan een organisatie die tot doel had het plegen van misdrijven, waaronder het tot prostitutie brengen van minderjarigen.
De rechtbank achtte de feiten wettig en overtuigend bewezen, waarbij de verdachte schuldig werd bevonden aan de onder 1 en 2 ten laste gelegde feiten. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen konden worden. De bewezen feiten werden gekwalificeerd als mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie, strafbaar gesteld in het Wetboek van Strafrecht.
Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de impact op de betrokken minderjarigen en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. De rechtbank legde een gevangenisstraf van vier jaren op, waarbij de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht in mindering werd gebracht op de opgelegde straf. Dit vonnis is uitgesproken in het openbaar, na onderzoek op de terechtzittingen van 20 december 1999, 13 maart 2000 en 15 maart 2000.