ECLI:NL:RBMAA:2000:AA5312
Rechtbank Maastricht
- Eerste aanleg - meervoudig
- M.J.H.A. Venner-Lijten
- W.J.J. Beurskens
- M. Timmers
- Rechtspraak.nl
Mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie met minderjarigen
Op 29 maart 2000 heeft de Rechtbank Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een 19-jarige verdachte, die beschuldigd werd van mensenhandel en deelname aan een criminele organisatie. De tenlastelegging omvatte het meermalen tot prostitutie brengen van minderjarigen in de periode van 1 juni 1997 tot en met 13 september 1999, en deelname aan een organisatie die tot doel had het plegen van misdrijven, waaronder het tot prostitutie brengen van minderjarigen. De rechtbank overwoog dat het Openbaar Ministerie ontvankelijk was in de vervolging, ondanks het verweer van de verdediging dat er sprake was van dubbele vervolging. De rechtbank oordeelde dat het materiële element van het misdrijf deelname aan een misdadige organisatie was, en niet de handelingen die de organisatie beoogde.
De rechtbank achtte wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de tenlastegelegde feiten had begaan. De bewezenverklaring omvatte het meermalen tot prostitutie brengen van minderjarigen en deelname aan een organisatie die zich bezighield met deze misdrijven. De rechtbank sprak de verdachte vrij van andere tenlastegelegde feiten die niet bewezen konden worden.
Bij de strafoplegging hield de rechtbank rekening met de ernst van de feiten, de betrokkenheid van minderjarigen en de lange periode waarin de feiten zich hebben afgespeeld. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van drie jaren. De rechtbank besloot dat de tijd die de verdachte in voorlopige hechtenis had doorgebracht, in mindering zou worden gebracht op de opgelegde straf. Deze uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer voor strafzaken, en is openbaar uitgesproken in de rechtbank.