In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Limburg op 11 september 2025 een beschikking gegeven inzake het verzoek tot ontslag van de huidige mentor en de benoeming van een opvolgend mentor. Het verzoek is ingediend door de verzoeker, die de broer is van de betrokkene, en is mondeling behandeld op 4 september 2025. De huidige mentor is Stichting Bewindvoering Cliëntengelden, gevestigd te Sittard. De verzoeker vraagt om ontslag van de huidige mentor en benoeming van zichzelf als nieuwe mentor. De kantonrechter heeft vastgesteld dat er geen gewichtige redenen zijn om de huidige mentor te ontslaan, maar dat de wettelijke voorkeursregeling in dit geval van toepassing is. Volgens artikel 1:452 lid 3 BW dient de kantonrechter de voorkeur van de betrokkene te volgen, tenzij er gegronde redenen zijn om dit niet te doen. De betrokkene heeft echter geen voorkeur uitgesproken. De kantonrechter heeft ook gekeken naar de familieband tussen de verzoeker en de betrokkene, en concludeert dat er geen bezwaren zijn tegen de benoeming van de verzoeker als mentor. Gezien de afwezigheid van bezwaren en de wettelijke voorkeursregeling, heeft de kantonrechter besloten om de huidige mentor te ontslaan en de verzoeker te benoemen als nieuwe mentor. De beschikking is openbaar uitgesproken en er is een mogelijkheid tot hoger beroep bij het gerechtshof te 's-Hertogenbosch, uitsluitend door tussenkomst van een advocaat.