Uitspraak
uitspraak van de voorzieningenrechter van 30 september 2025 in de zaak tussen
[naam] , uit Heerlen, verzoeker
de burgemeester van de gemeente Heerlen.
Samenvatting
16 september 2025 wordt gesloten voor de duur van drie maanden. Tegen dit besluit heeft verzoeker bezwaar gemaakt.
Beoordeling door de voorzieningenrechter
voornamelijkniet in de woning verblijft. Bovendien staat tegenover deze vermeldingen dat verzoeker de enige huurder is van de woning en dat hij op het adres van de woning staat ingeschreven in de BRP. Verzoeker schrijft zelf in het bezwaar en het verzoek om voorlopige voorziening dat hij in de woning woont en de burgemeester lijkt daar ook in de last onder bestuursdwang van te zijn uitgegaan. Verzoeker wordt daarin immers aangeduid met de term ‘bewoner’ en de burgemeester biedt verzoeker ondersteuning bij het zoeken naar een andere woonruimte. Ook de verdere feitelijke informatie waarover de voorzieningenrechter beschikt, zoals de constatering dat (slechts) één kamer in de woning als werkkamer zou zijn ingericht, duiden er op dat de woning van verzoeker daadwerkelijk door hem wordt bewoond.
Conclusie en gevolgen
Beslissing
- schorst het besluit van 27 augustus 2025 tot twee weken na bekendmaking van de beslissing op bezwaar;
- bepaalt dat de burgemeester het griffierecht van € 194,- aan verzoeker moet vergoeden;
- veroordeelt de burgemeester tot betaling van € 907,- aan proceskosten aan verzoeker.