Uitspraak
1.De procedure
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald
Rechtbank Limburg
In deze zaak heeft de kantonrechter op 24 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen een verhuurder, aangeduid als [eiseres], en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De verhuurder vorderde ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de woning vanwege een huurachterstand van € 2.073,93 tot en met april 2025. De huurovereenkomst was gesloten op 1 januari 2020 en de huurprijs bedroeg € 691,31 per maand. De verhuurder had de huurder op 24 februari 2025 aangemaand om aan zijn betalingsverplichtingen te voldoen, maar de huurder had (een deel van) de huur niet betaald. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de huurovereenkomst met een consument is gesloten, waardoor de algemene voorwaarden aan een ambtshalve toetsing zijn onderworpen. De kantonrechter heeft enkele bepalingen in de algemene voorwaarden als oneerlijk beoordeeld en vernietigd, waaronder de bepalingen over buitengerechtelijke incassokosten en contractuele rente. De kantonrechter oordeelde dat de huurachterstand ernstig genoeg was om de ontbinding van de huurovereenkomst te rechtvaardigen. De vordering tot ontbinding en ontruiming werd toegewezen, en de huurder werd veroordeeld om binnen veertien dagen na betekening van het vonnis het gehuurde te ontruimen. Daarnaast werd de huurder veroordeeld tot betaling van de huurachterstand en een gebruiksvergoeding voor de periode na de ontbinding van de huurovereenkomst. De proceskosten werden eveneens aan de huurder opgelegd.