ECLI:NL:RBLIM:2025:9142

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 september 2025
Publicatiedatum
23 september 2025
Zaaknummer
ROE 25/2080
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening+bodemzaak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake belanghebbendheid bij omgevingsvergunning voor verstoren van gewone dwergvleermuis

Op 22 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker uit Beek. De zaak betreft een besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg, waarbij het bezwaar van de verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard vanwege gebrek aan belanghebbendheid. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en tegelijkertijd om een voorlopige voorziening gevraagd. Tijdens de zitting op 22 september 2025 waren de verzoeker, de gemachtigden van het college en de gemachtigde van de vergunninghouder aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bestreden besluit niet onrechtmatig lijkt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de afstand tussen de woning van de verzoeker en de locatie van de omgevingsvergunning, die ongeveer 1,5 kilometer bedraagt, te groot is om de verzoeker als belanghebbende aan te merken. Hierdoor is het bezwaar van de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat het oordeel voorlopig is en geen bindende werking heeft in een eventueel bodemgeding. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 25/2080

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter van

22 september 2025 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam] , uit Beek, verzoeker

en

het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg, het college

(gemachtigden: mr. J. Janssen en M.J. Broen).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Beek (vergunninghouder) (gemachtigde: H.F.E. Meulenberg).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen het besluit op bezwaar van 1 september 2025 van het college waarbij verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard.
2. Hiertegen heeft verzoeker beroep ingesteld en gelijktijdig om een voorlopige voorziening gevraagd.
1.1.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 22 september 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigden van het college en de gemachtigde van vergunninghouder.
1.2.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

3. De voorzieningenrechter ziet geen aanleiding om toepassing te geven aan artikel 8:86 van de Awb (kortsluiting), nu de wettelijke termijn voor het aanvullen van de beroepsgronden nog niet is verstreken. Dat betekent dat de voorzieningenrechter alleen op het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening beslist.
4. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Hierna legt de voorzieningenrechter uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft. Het oordeel van de voorzieningenrechter heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een (eventueel) bodemgeding niet.
5. Het geschil beperkt zich tot de vraag of verweerder verzoeker ten onrechte niet als belanghebbende heeft aangemerkt in het bestreden besluit.
6. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is het bestreden besluit niet onrechtmatig, gelet op het volgende.
6.1.
Het college heeft verzoeker niet-ontvankelijk verklaard omdat het college vindt dat verzoeker geen belanghebbende is bij het besluit van 11 juni 2025 waarbij aan de vergunninghouder een omgevingsvergunning voor het opzettelijk verstoren en het beschadigen of vernielen van voortplantings- of rustplaatsen verstoren van de gewone dwergvleermuis (
Pipistrellus pipistrellus)ten behoeve van de sloop van een gebouw aan de [adres] te Spaubeek is verleend (hierna: de omgevingsvergunning).
Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter heeft het college op juiste gronden verzoekers bezwaar niet-ontvankelijk verklaard. Het college heeft daartoe op juiste gronden overwogen dat de afstand tussen verzoekers woning, aan de [adres] te Beek en de [adres] te Spaubeek hemelsbreed ongeveer 1,5 kilometer is en dat dit dusdanig groot is dat ruimtelijke uitstraling van de handelingen op de woon- en leefomgeving van verzoeker niet aanwezig is. Het college heeft daaraan op juiste gronden de conclusie verbonden dat verzoeker daardoor geen belang heeft dat rechtstreeks bij de verleende omgevingsvergunning van 11 juni 2025 is betrokken, zodat verzoeker niet als belanghebbende in de zin van artikel 1:2 van de Algemene wet bestuursrecht bij de omgevingsvergunning van 11 juni 2025 kan worden aangemerkt en zijn bezwaar niet-ontvankelijk is. Gelet op het voorgaande is de voorzieningenrechter van oordeel dat het bestreden besluit niet onrechtmatig is en dat het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening moet worden afgewezen.

Conclusie en gevolgen

7. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
8. Partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 september 2025 door mr. G.J. Krens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L. van der Genugten, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: 23 september 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.