Op 22 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg uitspraak gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening van een verzoeker uit Beek. De zaak betreft een besluit van het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg, waarbij het bezwaar van de verzoeker niet-ontvankelijk is verklaard vanwege gebrek aan belanghebbendheid. De verzoeker heeft beroep ingesteld tegen dit besluit en tegelijkertijd om een voorlopige voorziening gevraagd. Tijdens de zitting op 22 september 2025 waren de verzoeker, de gemachtigden van het college en de gemachtigde van de vergunninghouder aanwezig. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om voorlopige voorziening afgewezen, omdat het bestreden besluit niet onrechtmatig lijkt. De voorzieningenrechter oordeelt dat de afstand tussen de woning van de verzoeker en de locatie van de omgevingsvergunning, die ongeveer 1,5 kilometer bedraagt, te groot is om de verzoeker als belanghebbende aan te merken. Hierdoor is het bezwaar van de verzoeker niet-ontvankelijk verklaard. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat het oordeel voorlopig is en geen bindende werking heeft in een eventueel bodemgeding. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.