ECLI:NL:RBLIM:2025:9141

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
22 september 2025
Publicatiedatum
23 september 2025
Zaaknummer
ROE 25/1552
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om voorlopige voorziening inzake omgevingsvergunning voor verstoren van gewone dwergvleermuis

Op 22 september 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, zittingsplaats Roermond, uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, een inwoner van Beek, had bezwaar gemaakt tegen een door het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg verleende omgevingsvergunning. Deze vergunning was verleend voor het opzettelijk verstoren en beschadigen van voortplantings- of rustplaatsen van de gewone dwergvleermuis, in het kader van de sloop van een gebouw aan de [adres] te Spaubeek. Verzoeker vroeg de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij van mening was dat de vergunning onterecht was verleend.

De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 augustus 2025 behandeld, waarbij zowel verzoeker als de gemachtigden van het college en de vergunninghouder aanwezig waren. Na sluiting van het onderzoek ter zitting heeft het college op 1 september 2025 op het bezwaar van verzoeker beslist. De voorzieningenrechter heeft op 3 september 2025 het onderzoek heropend en een tweede zitting gehouden op 22 september 2025. Tijdens deze zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

In zijn beoordeling heeft de voorzieningenrechter geconcludeerd dat er geen spoedeisend belang meer aanwezig was, aangezien het college al op het bezwaar van verzoeker had beslist. Hierdoor was het verzoek om een voorlopige voorziening niet meer van nut. De voorzieningenrechter heeft het verzoek afgewezen en aangegeven dat er geen aanleiding was voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. Tegen deze mondelinge uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open. De uitspraak is openbaar gedaan en een afschrift is op 23 september 2025 aan de partijen verzonden.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG
Zittingsplaats Roermond
Bestuursrecht
zaaknummer: ROE 25/1552

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de voorzieningenrechter

22 september 2025 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[naam] , uit Beek, verzoeker

en

het college van gedeputeerde staten van de provincie Limburg, het college

(gemachtigden: mr. J. Janssen en M.J. Broen).
Als derde-partij neemt aan de zaak deel: het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Beek (vergunninghouder) (gemachtigde: H.F.E. Meulenberg).

Inleiding

1. In deze uitspraak beslist de voorzieningenrechter op het verzoek om een voorlopige voorziening van verzoeker tegen een door het college verleende omgevingsvergunning voor het opzettelijk verstoren en het beschadigen of vernielen van voortplantings- of rustplaatsen verstoren van de gewone dwergvleermuis (
Pipistrellus pipistrellus)ten behoeve van de sloop van een gebouw aan de [adres] te Spaubeek.
1.1.
Met het bestreden besluit van 11 juni 2025 heeft het college deze vergunning verleend. Verzoeker heeft hiertegen bezwaar gemaakt. Op 3 juli 2025 heeft verzoeker de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening gevraagd.
1.2.
Het college heeft op het verzoek gereageerd met een verweerschrift.
1.3.
De voorzieningenrechter heeft het verzoek op 25 augustus 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: verzoeker, de gemachtigden van het college en de gemachtigde van vergunninghouder.
1.4.
Na sluiting van het onderzoek ter zitting, heeft het college met het besluit van
1 september 2025 op het bezwaar van verzoeker beslist,
1.5.
De voorzieningenrechter heeft op 3 september 2025 het onderzoek heropend en partijen uitgenodigd voor een tweede zitting. Die zitting heeft plaatsgevonden op 22 september 2025.
1.6.
Na afloop van de zitting heeft de voorzieningenrechter onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de voorzieningenrechter

2. De voorzieningenrechter wijst het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening af. Daartoe heeft de voorzieningenrechter het volgende overwogen.
Vast staat dat het college nadat het onderzoek ter zitting op 25 augustus 2025 is gesloten en hangende de uitspraaktermijn op 1 september 2025 heeft beslist op het bezwaar van verzoeker. De voorzieningenrechter komt, gelet daarop, tot de conclusie dat verzoeker in deze zaak om een voorlopige voorziening vraagt die hem tot geen enkel nut kan strekken nu reeds op zijn bezwaar is beslist. Gelet op het voorgaande acht de voorzieningenrechter geen spoedeisend belang meer aanwezig, zodat dit verzoek om voorlopige voorziening reeds daarom dien te worden afgewezen. Dat betekent ook dat de voorzieningenrechter niet meer toekomt aan een beoordeling van hetgeen ter zitting van 25 augustus 2025 is besproken.
3. Voor vergoeding van het griffierecht of een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding. Partijen zijn erop gewezen dat tegen deze mondelinge uitspraak geen hoger beroep of verzet openstaat.

Beslissing

De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 22 september 2025 door mr. G.J. Krens, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. L. van der Genugten, griffier.
griffier
voorzieningenrechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op: 23 september 2025

Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep of verzet open.