ECLI:NL:RBLIM:2025:9073

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
17 september 2025
Publicatiedatum
19 september 2025
Zaaknummer
11739619 \ CV EXPL 25-2523
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van kosten voor onjuist aangeboden afval door de gemeente Maastricht

In deze zaak vordert de gemeente Maastricht van [gedaagde] betaling van € 232,17, bestaande uit hoofdsom, buitengerechtelijke kosten en wettelijke rente, wegens onrechtmatig handelen met betrekking tot de Afvalstoffenverordening. De gemeente stelt dat [gedaagde] op 16 januari 2024 huishoudelijk afval onjuist heeft aangeboden, wat is aangetoond door een foto van een doos met adresgegevens van [gedaagde]. De gemeente heeft [gedaagde] hierover geïnformeerd en een factuur gestuurd, maar deze is onbetaald gebleven.

De kantonrechter oordeelt dat de vordering van de gemeente Maastricht moet worden afgewezen. De gemeente heeft onvoldoende bewijs geleverd dat [gedaagde] daadwerkelijk het afval verkeerd heeft aangeboden. De foto die als bewijs is overgelegd, is niet voldoende om de conclusie te trekken dat [gedaagde] verantwoordelijk is voor het onjuist aangeboden afval. Hierdoor wordt de vordering afgewezen, evenals de nevenvorderingen zoals rente en buitengerechtelijke kosten.

De gemeente Maastricht wordt in het ongelijk gesteld en moet de proceskosten van [gedaagde] vergoeden, die zijn begroot op € 75,00. Dit bedrag is te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving, met bijkomende kosten van betekening indien niet tijdig aan de veroordeling wordt voldaan. Het vonnis is uitgesproken door de kantonrechter op 17 september 2025.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Civiel recht
Kantonrechter
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: 11739619 \ CV EXPL 25-2523
Vonnis van 17 september 2025
in de zaak van
GEMEENTE MAASTRICHT,
gevestigd te Maastricht,
eisende partij,
hierna te noemen: Gemeente Maastricht,
gemachtigde: Agin Otten Gerechtsdeurwaarders,
tegen
[gedaagde],
wonend te [woonplaats] ,
gedaagde partij,
hierna te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 tot en met 6
- de schriftelijke weergave van het mondelinge antwoord
- de conclusie van repliek
- de schriftelijke weergave van de mondelinge dupliek.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.Het geschil

2.1.
De gemeente Maastricht vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] te veroordelen tot betaling van € 232,17, bestaande uit € 171,30 aan hoofdsom, € 48,40 aan vergoeding buitengerechtelijke kosten en € 12,47 aan vervallen wettelijke rente, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van dagvaarding tot de dag van volledige betaling, alsmede [gedaagde] te veroordelen tot betaling van de proceskosten.
2.2.
De gemeente Maastricht legt aan haar vordering ten grondslag dat zij belast is met het toezicht en de controle op de naleving van de Afvalstoffenverordening Maastricht 2021 en het Uitvoeringsbesluit Afvalstoffenverordening 2021 van de gemeente Maastricht. Een ambtenaar van de gemeente Maastricht heeft op 16 januari 2024 (huishoudelijk) afval aangetroffen dat onjuist is aangeboden. Bij het betreffende afval zijn gegevens aangetroffen waaruit is gebleken dat dit afval afkomstig was van [gedaagde] . [gedaagde] heeft daarmee onrechtmatig gehandeld en de gemeente Maastricht wenst de door haar geleden schade, bestaande uit de kosten van het opruimen van het onjuist gedeponeerde afval, te verhalen op [gedaagde] . De gemeente Maastricht heeft [gedaagde] bij brief van 22 februari 2024 daarover geïnformeerd en een factuur gestuurd, welke [gedaagde] onbetaald heeft gelaten.
2.3.
[gedaagde] voert verweer.
2.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover nodig, nader ingegaan.

3.De beoordeling

3.1.
De kantonrechter is van oordeel dat de vordering van de gemeente Maastricht moet worden afgewezen. Voor dit oordeel is het volgende van belang.
Op de gemeente Maastricht rust de verplichting om voldoende te stellen en te onderbouwen dat [gedaagde] afval verkeerd heeft aangeboden. Ook dient de gemeente Maastricht hiervan bewijs te overleggen. De gemeente Maastricht heeft in dit kader bij dagvaarding verwezen naar een door haar als productie 1 overgelegde foto van een kartonnen doos waarop de adresgegevens van [gedaagde] staan. Daaruit kan niet de conclusie worden getrokken dat [gedaagde] deze doos met afval heeft aangeboden. Dat is - zeker in het licht bezien van het verweer van [gedaagde] - onvoldoende.
3.2.
Nu de gemeente Maastricht onvoldoende onderbouwd heeft gesteld dat [gedaagde] afval verkeerd heeft aangeboden, betekent dit dat de vordering wordt afgewezen. Daarbij worden ook de nevenvorderingen, waaronder de rente en buitengerechtelijke kosten afgewezen.
3.3.
De gemeente Maastricht wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. Omdat [gedaagde] procedeert in persoon, komen enkel de noodzakelijke reis-, verblijf-, en verletkosten voor vergoeding in aanmerking. [gedaagde] is twee keer naar de rolzitting geweest, te weten voor het nemen van een conclusie van antwoord en een conclusie van dupliek. De proceskosten van [gedaagde] worden begroot op:
- reis- en verletkosten
50,00
- nakosten
25,00
(plus de kosten van betekening zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
75,00‬

4.De beslissing

De kantonrechter
4.1.
wijst de vorderingen van de gemeente Maastricht af,
4.2.
veroordeelt de gemeente Maastricht tot betaling van de proceskosten, aan de zijde van [gedaagde] begroot op € 75,00‬, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als de gemeente Maastricht niet tijdig aan de veroordeling voldoet en het vonnis daarna wordt betekend.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.P.A. Bisscheroux en in het openbaar uitgesproken op 17 september 2025.
CJ