In deze zaak, die diende voor de Rechtbank Limburg, heeft de kantonrechter op 17 september 2025 uitspraak gedaan in een geschil tussen FreelanceFactoring.com B.V. en een gedaagde partij. FreelanceFactoring, vertegenwoordigd door TeRecht deurwaarders, vorderde een bedrag van € 9.104,04 op basis van een vermeende marketing en branding overeenkomst met de gedaagde. De procedure werd gekenmerkt door het feit dat FreelanceFactoring geen bewijsstukken heeft aangeleverd ter onderbouwing van haar vordering. Dit leidde tot de conclusie dat niet kon worden vastgesteld dat er een overeenkomst was gesloten tussen Diversifyo en de gedaagde, noch dat de gedaagde in verzuim was met betrekking tot de betaling van facturen.
De kantonrechter oordeelde dat de vordering van FreelanceFactoring niet in rechte was komen vast te staan en wees deze af. Daarnaast werd FreelanceFactoring veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op € 100,00 werden begroot. De gedaagde had geen bewijsstukken overgelegd om hogere kosten te onderbouwen, waardoor de kantonrechter het vaste tarief van € 50,00 per zitting toepaste. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele procedures en de gevolgen van het niet aanleveren van bewijs door de eisende partij.