ECLI:NL:RBLIM:2025:892
Rechtbank Limburg
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Schorsing van de sluiting van een woning vanwege gebrek aan verband met ernstig geweld
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 22 januari 2025 uitspraak gedaan in een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoekers, bewoners van een woning in Venlo, hebben bezwaar gemaakt tegen een besluit van de burgemeester om hun woning te sluiten op grond van artikel 174a, eerste lid, aanhef en onder b, van de Gemeentewet. De burgemeester had de woning gesloten vanwege ernstig geweld dat zich had voorgedaan tegen de kapsalon die zich in hetzelfde pand bevond als de woning van verzoekers. De voorzieningenrechter heeft echter geoordeeld dat er geen voldoende verband bestaat tussen de woning en het ernstige geweld, waardoor de bevoegdheid van de burgemeester om de woning te sluiten niet bestaat.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de sluiting van de woning niet gerechtvaardigd is, omdat de incidenten die tot de sluiting hebben geleid specifiek gericht waren tegen de kapsalon en niet in verband staan met de woning zelf. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om schorsing van het besluit van de burgemeester toegewezen, met ingang van 24 januari 2025, en heeft bepaald dat de burgemeester het griffierecht en de proceskosten aan verzoekers moet vergoeden. De voorzieningenrechter heeft de proceskosten vastgesteld op € 1.814,-, gebaseerd op het Besluit proceskosten bestuursrecht.
De uitspraak benadrukt het belang van een duidelijk verband tussen de woning en de redenen voor sluiting, en dat de burgemeester niet zomaar kan besluiten tot sluiting zonder dat dit voldoende is onderbouwd. De voorzieningenrechter heeft ook aangegeven dat tegen deze mondelinge uitspraak geen rechtsmiddel openstaat, en dat partijen een proces-verbaal van de uitspraak binnen twee weken toegestuurd zullen krijgen.