ECLI:NL:RBLIM:2025:8830

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
11 september 2025
Publicatiedatum
11 september 2025
Zaaknummer
C/03/343600 KG ZA 25-266
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervolg op kort geding over herinrichting havengebied Roermond met betrekking tot gebruiksrechten

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg op 11 september 2025 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Steelhaven B.V. en de Gemeente Roermond. Steelhaven, een onderneming in de jachthaven te Roermond, heeft de gemeente aangeklaagd omdat zij zich niet gehouden zou hebben aan een toezegging over een openbare selectieprocedure voor het vergeven van gebruiksrechten voor havenpercelen. De gemeenteraad van Roermond had in december 2022 gekozen voor scenario D voor de herinrichting van het havengebied, wat slechts ruimte biedt voor twee exploitanten, terwijl er drie exploitanten actief zijn. De voorzieningenrechter oordeelde dat er geen bewijs was voor de toezegging van de gemeente en dat de gemeente niet onrechtmatig had gehandeld door Steelhaven niet bij de planvorming te betrekken. De vorderingen van Steelhaven werden afgewezen, en de gemeente werd niet verplicht om een openbare selectieprocedure te organiseren. De voorzieningenrechter concludeerde dat de bekendmakingen van de gemeente niet in strijd waren met de Didam-regels, en dat de criteria voor de selectie van de exploitanten objectief en redelijk waren. Steelhaven werd veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK Limburg

Civiel recht
Zittingsplaats Maastricht
Zaaknummer: C/03/343600 / KG ZA 25-266
Vonnis in kort geding van 11 september 2025
in de zaak van
STEELHAVEN B.V.,
te Roermond,
eisende partij,
hierna te noemen: Steelhaven,
advocaat: mr. L.W.J.P.F. Einig,
tegen
GEMEENTE ROERMOND,
te Roermond,
gedaagde partij,
hierna te noemen: de gemeente,
advocaat: mr. M.M. Fimerius en mr. G.A. van der Veen.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding met producties 1 t/m 12,
- de conclusie van antwoord met producties 1 t/m 28,
- de brief aankondiging wijziging van eis van 26 augustus 2025 met producties 13 t/m 21,
- de mondelinge behandeling van 28 augustus 2025,
- de pleitnota van Steelhaven,
- de pleitnota van de gemeente.

2.De feiten

2.1.
In de jachthaven in Roermond zijn op dit moment drie exploitanten - Steelhaven (eisende partij), [naam VOF] en Nautilus - actief.
2.2.
Al tientallen jaren zijn er plannen voor de herinrichting van het havengebied (gebiedsontwikkeling Roerdelta). Op 15 december 2022 heeft de gemeenteraad van Roermond gekozen voor scenario D voor de herinrichting van het havengebied. In scenario D is slechts ruimte voor het vergeven van gebruiksrechten voor twee havenpercelen/waterpercelen, en daarmee voor twee exploitanten. De gebruiks-overeenkomsten van de drie zittende exploitanten voor het havenwater lopen tot 31 december 2025.
2.3.
Steelhaven voelde zich op enig moment onvoldoende betrokken bij de planvorming over de herinrichting van het havengebied en is om die reden een kortgedingprocedure bij deze rechtbank, locatie Maastricht, gestart tegen de gemeente [1] . Steelhaven wilde in die procedure - kort gezegd - afdwingen dat zij, net als de andere twee zittende exploitanten, werd toegelaten tot de overleggen over het planvormingsproces voor de herinrichting van de jachthaven.
2.4.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van Steelhaven afgewezen en - kort gezegd - geoordeeld dat de Didam-regels tijdens de planvorming inzake de inrichting van de haven nog niet van toepassing zijn en de vorderingen van Steelhaven prematuur waren. [2] De voorzieningenrechter heeft, voor zover hier van belang, verder onder meer als volgt overwogen:
4.8.
De voorzieningenrechter stelt vast dat Steelhaven tot en met 7 november 2022
(productie 6 Steelhaven) input heeft gegeven op de herinrichting van de haven. Gelet op het
debat tussen partijen, bezien in het licht van het petitum, zal de voorzieningenrechter het
gevorderde afwijzen voor zover dat ziet op de periode van 2002 tot en met
7 november 2022, aangezien de Gemeente gemotiveerd heeft aangevoerd dat Steelhaven
toen wél betrokken was bij de planvorming, hetgeen Steelhaven niet heeft weersproken.
4.16
Ten slotte heeft de Gemeente ter zitting verklaard dat zij zich ervan bewust is dat zij, in
overeenstemming met de regels uit de Didam- arresten, een openbare selectieprocedure ten behoeve van de gunning van de exploitatierechten dient te organiseren, waarbij het Steelhaven vrijstaat als gegadigde mee te dingen. Ook hieruit is af te leiden dat de onderhavige procedure door Steelhaven te voorbarig is geëntameerd, nu er nog geen sprake is van een dergelijke openbare Didam-selectieprocedure.
2.5.
Op 26 juni 2025 verschenen in het Gemeenteblad van Roermond twee bekendmakingen met, onder meer, de hierna volgende inhoud. [3]
2.5.1.
Bekendmaking voornemen tot het sluiten van een huurovereenkomst met de vennootschap onder firma [naam VOF]
De Gemeente Roermond is voornemens om een huurovereenkomst voor de duur van 20 jaar
te sluiten met de vennootschap onder firma [naam VOF] gevestigd te Roermond,
betreffende een deel van een als haven ingericht waterperceel ter grootte van 18300m2,
gelegen in jachthaven La Bonne Aventure, kadastraal bekend, sectie [kadasternummer]
(gedeeltelijk), zoals hieronder schetsmatig weergegeven.
Op korte termijn wordt begonnen met de herinrichting van Jachthaven La Bonne Aventure. De jachthaven wordt heringericht om de haven uitdrukkelijk het karakter van stadshaven mee te geven waarbij beeldkwaliteit en verbinding met de stad zeer belangrijk is. Terzake wordt verwezen naar het stedenbouwkundig plan en het beeldkwaliteitsplan dat op 25 april 2024 door de gemeente is vastgesteld: www.roermond.nl/actueel/roerdelta.
De heringerichte haven biedt plaats aan maximaal twee huurders vanwege het beperkte aantal ligplaatsen. De gemeente kiest ervoor de haven - na herinrichting - aan twee huurders in gebruik te geven, zodat twee huidige exploitanten zoveel mogelijk hun positie kunnen behouden. Zij zijn voor hun bedrijfsvoering afhankelijk van de locatie. Het te verhuren waterperceel zal circa 550 ligplaatsen hebben.
Motivering
Op grond van het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) dient de gemeente bij het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten het gelijkheidsbeginsel in acht te nemen. Dit houdt in dat, indien er meerdere gegadigden zijn of redelijkerwijs te verwachten valt dat er meerdere gegadigden zullen zijn, een openbare selectieprocedure moet worden gevolgd.
In dit geval is de gemeente van oordeel dat er slechts één serieuze gegadigde is voor de huurovereenkomst, namelijk [naam VOF] V.O.E, op basis van de volgende objectieve, toetsbare en redelijke criteria:
Zittend exploitant: [naam VOF] is huidige exploitant van de waterpercelen die worden verhuurd. [naam VOF] is voor haar bedrijfsvoering afhankelijk van de locatie en heeft daarin de nodige investeringen gedaan die bruikbaar blijven.
Ervaring en expertise: [naam VOF] heeft aantoonbare ervaring en expertise in het beheer en de exploitatie van een haven op deze locatie.
Passende exploitatie: Exploitatie door [naam VOF] sluit aan bij het beoogde publieke belang en het ruimtelijke beleid van de gemeente voor de stadshaven, waarbij beeldkwaliteit belangrijk is, rekening wordt gehouden met te verwachten verkeersstromen, de nabijgelegen woon- en recreatieomgeving, en aanvullend beslag op land beperkt blijft tot voorzieningen die specifiek zijn gericht op de exploitatie van een stadshaven. [naam VOF] heeft uitdrukkelijk afstand genomen van het deel van haar activiteiten dat niet bij het nieuwe karakter van het perceel als stadshaven past.
Beschikbaarheid nabijgelegen faciliteiten: [naam VOF] bezit een gebouw dat zeer centraal is gelegen in het havengebied en dat ligt in de directe nabijheid van de toegang tot de steigers. In dit gebouw kunnen een havenkantoor en sanitaire voorzieningen worden gerealiseerd. De directe nabijheid van zulke voorzieningen is nodig voor de functionaliteit en het gebruiksgemak voor havengebruikers, maar ze mogen de beschikbare ruimte op het water en de beeldkwaliteit niet beperken.
Continuïteit van dienstverlening: Het voortzetten van de exploitatie door [naam VOF] waarborgt de continuïteit van de dienstverlening aan gebruikers van de haven, hetgeen van belang is voor de lokale gemeenschap en lokale economie.
Op basis van bovenstaande criteria concludeert de gemeente dat het aangaan van de huurovereenkomst met [naam VOF] gerechtvaardigd is zonder voorafgaande openbare selectieprocedure.
2.5.2.
Bekendmaking voornemen tot het sluiten van een huurovereenkomst met de Roermondse Watersportvereniging Nautilus
De Gemeente Roermond is voornemens een huurovereenkomst voor de duur van 20 jaar te
sluiten met de vereniging Roermondse Watersportvereniging ‘Nautilus’ gevestigd te Roermond, betreffende een als haven ingericht waterperceel ter grootte van 26880m2 en een strekdam (20920m2), gelegen in Roermond, kadastraal bekend, sectie [kadasternummer] , zoals hieronder schetsmatig weergegeven.
Op korte termijn wordt begonnen met de herinrichting van Jachthaven La Bonne Aventure. De jachthaven wordt heringericht om de haven uitdrukkelijk het karakter van stadshaven mee te geven waarbij beeldkwaliteit en verbinding met de stad zeer belangrijk is. Terzake wordt verwezen naar het steden­bouwkundig plan en het beeldkwaliteitsplan dat op 25 april 2024 door de gemeente is vastgesteld: www.roermond.nl/actueel/roerdelta.
De heringerichte haven biedt plaats aan maximaal twee huurders vanwege het beperkte aantal ligplaatsen. De gemeente kiest ervoor de haven - na herinrichting - aan twee huurders in gebruik te geven, zodat twee huidige exploitanten zoveel mogelijk hun positie kunnen behouden. Zij zijn voor hun bedrijfsvoering afhankelijk van de locatie. Het te verhuren waterperceel zal circa 550 ligplaatsen hebben.
De te verhuren strekdam is uitsluitend bedoeld voor laden en lossen, als toerit voor toeleveranciers of hulpdiensten, en voor recreatief gebruik voor ligplaatshouders.
Motivering
Op grond van het arrest van de Hoge Raad van 26 november 2021 (ECLI:NL:HR:2021:1778) dient de gemeente bij het aangaan van privaatrechtelijke overeenkomsten het gelijkheidsbeginsel in acht te nemen. Dit houdt in dat, indien er meerdere gegadigden zijn of redelijkerwijs te verwachten valt dat er meerdere gegadigden zullen zijn, een openbare selectieprocedure moet worden gevolgd.
In dit geval is de gemeente van oordeel dat er slechts één serieuze gegadigde is voor de huurovereenkomst, namelijk de Roermondse Watersportvereniging 'Nautilus' (hierna: Nautilus) op basis van de volgende objectieve, toetsbare en redelijke criteria:
Lokale vereniging met maatschappelijke functie: de vereniging bestaat uit meer dan 800 leden, waarvan meer dan de helft afkomstig is uit Roermond. De vereniging vervult een belangrijke sociale en sportieve rol in Roermond, en organiseert diverse lokale en regionale activiteiten op het gebied van watersport.
Zittend exploitant: Nautilus is huidige exploitant van de waterpercelen die worden verhuurd. Nautilus is voor haar vereniging afhankelijk van deze locatie en heeft daarin de nodige investeringen gedaan.
Ervaring en expertise: Nautilus heeft aantoonbare ervaring en expertise in het beheer en de exploitatie van een haven op deze locatie.
Passende exploitatie: Exploitatie door Nautilus draagt bij aan de beleidsdoelstellingen van de gemeente met betrekking tot sportstimulering, jeugdontwikkeling, maatschappelijk gebruik van de haven en behoud van een toegankelijke, niet-commerciële invulling van een deel van het havengebied.
Beschikbaarheid nabijgelegen faciliteiten: Het havengebouw dat is gelegen aan de Maasboulevard is in eigendom van Nautilus. In dit havengebouw zijn meerdere voor de exploitatie van de jachthaven en het verenigingsleven noodzakelijke faciliteiten ondergebracht, te weten havenkantoor en horecavoorziening.
Op basis van bovenstaande criteria concludeert de gemeente dat het aangaan van de huurovereenkomst met Nautilus gerechtvaardigd is zonder voorafgaande openbare selectieprocedure.
2.5.3.
In de beide bekendmakingen is de hieronder weergeven schets ter illustratie bijgevoegd.
2.5.4.
In beide bekendmakingen is over de bezwaartermijn het volgende opgenomen.
Bezwaartermijn
Dit voornemen wordt zowel in het Gemeenteblad als op TenderNed gepubliceerd.
Belanghebbenden die van mening zijn dat zij eveneens als serieuze gegadigde in aanmerking komen voor de huurovereenkomst, dienen binnen 20 kalenderdagen na publicatie van dit voornemen (tot en met 16 juli 2025) een kort geding aanhangig te maken bij de bevoegde rechter van de Rechtbank Limburg, locatie Maastricht. Na deze termijn is het niet meer mogelijk om op te komen tegen dit voornemen, en is de gemeente gerechtigd om tot het sluiten van de huurovereenkomst met [naam VOF] (rb: respectievelijk Nautilus) over te gaan. U kunt dan niet langer in rechte opkomen tegen het sluiten van de huurovereenkomst.
2.6.
De voorzieningenrechter verwijst voor hetgeen vooraf ging aan de bekendmakingen (voor het overige) naar de feiten zoals weergegeven in het eerdere vonnis van de voorzieningenrechter van deze rechtbank van 21 mei 2025 (hierna: het vonnis). [4]

3.Het geschil

3.1.
Steelhaven vordert, na wijziging van eis, - samengevat - dat de voorzieningenrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,:
de gemeente verbiedt (verdere) uitvoering te geven aan het in het gemeenteblad bekendgemaakte voornemen tot het sluiten van een huurovereenkomst met Nautilus;
de gemeente verbiedt (verdere) uitvoering te geven aan het in het gemeenteblad bekendgemaakte voornemen tot het sluiten van een huurovereenkomst met [naam VOF] ;
de gemeente gebiedt de onder 1 en 2 genoemde voornemens in te trekken;
de gemeente gebiedt tot loting voor de uitgifte van de (toekomstige) gebruiksrechten van de haven, waarbij Steelhaven één van de deelnemers is, althans tot het organiseren van een non-discriminatoire selectieprocedure conform de Didam-arresten;
de gemeente gebiedt te komen tot een (ook) op Steelhaven afgestemd scenario D voor de herinrichting van de jachthaven;
de gemeente gebiedt om aan de geselecteerde aannemer aan wie de realisatie van de herinrichting is gegund, voor zover nodig in verband met het gevorderde onder 5, tijdig wijzigingen in het opgedragen werk op te dragen;
aan overtreding van het onder 1 tot en met 6 gevorderde een dwangsom verbindt;
de gemeente veroordeelt in de proceskosten, te vermeerderen met te wettelijke rente.
3.2.
De gemeente voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

Spoedeisend belang en ontvankelijkheid
4.1.
Het spoedeisend belang volgt uit de aard van de zaak.
4.2.
Steelhaven kan worden ontvangen in haar vorderingen, omdat zij, zoals voorgeschreven in de bekendmakingen, binnen een termijn van 20 kalenderdagen na publicatie een dagvaarding heeft uitgebracht. [5]
De toets in kort geding
4.3.
De voorzieningenrechter moet beoordelen of de vorderingen in de bodemprocedure een zodanige kans van slagen hebben, dat vooruitlopend daarop toewijzing van de
voorlopige voorziening gerechtvaardigd is. Als uitgangspunt geldt bovendien dat in deze
procedure geen plaats is voor nadere bewijslevering.
Toezegging ter zitting?
4.4.
De meest verstrekkende stelling van Steelhaven is dat de gemeente tijdens de mondeling behandeling op 7 mei 2025 in het vorige kort geding tussen partijen de toezegging heeft gedaan dat er, conform de Didam-regels, een openbare selectieprocedure zou worden gehouden waarin Steelhaven als gegadigde zou kunnen meedingen. [6]
4.5.
De gemeente betwist dat een dergelijke toezegging tijdens de mondelinge behandeling is gedaan. De gemeente heeft zich steeds, enkel, op het standpunt gesteld dat zij de Didam-arresten zou volgen. Dat is iets heel anders. Verder blijkt volgens de gemeente uit de processtukken niet dat een dergelijke toezegging is gedaan. Dit zou ook niet logisch zijn, omdat dit haaks staat op het door de gemeente in de conclusie van antwoord en in haar pleitnota ingenomen standpunt dat Steelhaven niet als serieuze gegadigde kwalificeert. Tijdens de zitting is volgens de gemeente alleen door haar gezegd dat zij, zoals altijd de bedoeling was, conform de Didam-regels zou handelen bij het verdere verloop.
4.6.
Dat er een toezegging met de door Steelhaven gestelde strekking is gedaan, is door de gemeente gemotiveerd betwist. Geen van beide partijen heeft een proces-verbaal van de mondelinge behandeling in het vorige kort geding in het geding gebracht. Geen van beide partijen heeft kennelijk verzocht om het opmaken van een proces-verbaal ten behoeve van dit kort geding. Als gevolg hiervan kan de voorzieningenrechter binnen het beperkte kader van dit kort geding, dat zich niet leent voor nadere bewijslevering, niet vaststellen dat een toezegging met de door Steelhaven gestelde strekking is gedaan. De stelling van Steelhaven over de toezegging kan daarom geen grond vormen voor toewijzing van de door haar ingestelde vorderingen.
Ten gronde
4.7.
Voor de betekenis van de twee door de Hoge Raad gewezen Didam-arresten verwijst de voorzieningenrechter naar hetgeen daarover is uiteengezet in het eerdere vonnis. [7]
Steelhaven ten onrechte gepasseerd?
4.8.
In deze procedure wordt, net als in de eerdere kort geding procedure, door Steelhaven aangevoerd dat zij ten onrechte door de gemeente, bewust, is gepasseerd. Zij is niet bij het planvormingsproces betrokken, terwijl Nautilus en [naam VOF] daar wel bij betrokken waren. Hierdoor is zij op achterstand gesteld. De herinrichting van het havengebied is volgens haar volledig afgestemd op Nautilus en [naam VOF] . De vrees dat de gemeente Steelhaven bewust heeft willen passeren en één op één een huurovereenkomst met Nautilus en [naam VOF] wilde aangaan, wordt nu bevestigd door de bekendmakingen, alsmede de inhoud van de in die bekendmakingen gehanteerde criteria. De gemeente heeft Steelhaven door deze handelwijze geen eerlijke kans geboden om mee te dingen naar de havenpercelen en daarmee onrechtmatig jegens haar gehandeld. De gemeente betwist dit.
4.9.
De voorzieningenrechter in de eerdere procedure heeft in het vonnis vastgesteld dat Steelhaven tot en met 7 november 2022 input heeft gegeven op de herinrichting van de haven. [8] Deze vaststelling is door Steelhaven in deze procedure niet ter discussie gesteld, zodat deze hier tot uitgangspunt genomen zal worden. Vervolgens is kort hierop, in de raadsvergadering van 15 december 2022, ingestemd met scenario D voor de gebiedsontwikkeling Roerdelta fase 3. Als uitgangspunt dient te gelden dat de gemeente een grote mate van vrijheid heeft bij het bepalen van haar beleid. Na het vaststellen van die beleidskeuze komt zij binnen het bereik van de Didam-regels. Niet in geschil is dat er in het heringerichte havengebied dat uit scenario D voortvloeit slechts ruimte is voor twee exploitanten/huurders, terwijl er drie zittende exploitanten met tijdelijke (bijna ten einde lopende) gebruiksrechten zijn [9] . De keuze voor scenario D is daarom een bepalend moment daar waar het de, verdere, betrokkenheid van gegadigden betreft. Scenario D hecht belang aan bepaalde uitgangspunten die bepalend (kunnen) zijn voor de geschiktheid van een (toekomstige) exploitant/huurder.
4.10.
Uit het voorgaande leidt de voorzieningenrechter af dat Steelhaven tot het moment dat duidelijk werd dat volgens de gemeenteraad scenario D het meest passend was, steeds betrokken is geweest bij de zoektocht van de gemeente naar de meest passende herontwikkeling van de jachthaven. Vast staat verder dat de keuze van de gemeente voor scenario D met zich meebracht dat een deel van het gebied waar Steelhaven haar onderneming exploiteert zou worden gedempt. In scenario D is verder gekozen voor centralisatie van voorzieningen zoals de sanitaire voorzieningen, almede de parkeervoorzieningen en voor een centraal gelegen havenkantoor. Deze keuzes werken, gezien haar ligging en faciliteiten, in het nadeel uit van Steelhaven als geïnteresseerde gegadigde. Uit enkel de keuze voor herinrichtingsscenario D kan niet worden afgeleid dat het de bedoeling was om Steelhaven te benadelen en de andere twee zittende exploitanten Nautilus en [naam VOF] te bevoordelen. Binnen het bestek van dit kort geding is onvoldoende onderbouwd aangetoond dat scenario D doelbewust is afgestemd op Nautilus en [naam VOF] . Temeer nu uit de gedingstukken volgt dat scenario D ook impact (leidende tot concessies) heeft op de bedrijfsvoering van Nautilus en [naam VOF] . Dat scenario D de grootste impact heeft voor Steelhaven maakt dit niet anders. In dit kort geding is dan ook niet gebleken dat de gemeente bij het maken van haar keuze onrechtmatig heeft gehandeld jegens Steelhaven. In het verlengde daarvan is onvoldoende aannemelijk geworden dat Steelhaven is buitengesloten en geen eerlijke kans is geboden.
Bekendmakingen in strijd met de Didam-regels?
4.11.
Steelhaven legt aan haar vorderingen ten grondslag dat de bekendmakingen strijdig zijn met de Didam-regels en meer in het bijzonder dat:
de gehanteerde selectiecriteria tardief zijn en niet overeenstemmen met het gemeentelijk beleid,
de gehanteerde criteria subjectief zijn; zij zijn toegeschreven naar Nautilus en [naam VOF] , en
Steelhaven (ook) kwalificeert als serieuze gegadigde.
(i) De in de bekendmakingen gehanteerde criteria in relatie tot het gemeentelijk Didam-beleid
4.11.1.
De gehanteerde selectiecriteria zijn volgens Steelhaven tardief, dan wel stemmen niet overeen met het gemeentelijk Didam-beleid zoals neergelegd in de publicatie van 17 mei 2022. [10] De thans, in de bekendmaking van het voornemen tot verhuur op 26 juni 2025, gehanteerde (Didam-)criteria zijn, achteraf, opgesteld dan wel gewijzigd of aangevuld, enkel met het doel om exploitanten Nautilus en [naam VOF] te laten kwalificeren. [11] Dit blijkt volgens Steelhaven ook uit het feit dat voor Nautilus en [naam VOF] in de bekendmaking van het voornemen tot verhuur op 26 juni 2025 andere selectiecriteria gelden. Steelhaven wijst erop dat in het gemeentelijk Didam-beleid van 17 mei 2022 met als kopje ‘Verhuur gemeentelijke onroerende zaken en daarbij behorende selectiecriteria’ onder randnummer 3 staat dat toewijzing geschiedt door loting. Steelhaven baseert hierop het door haar gevorderde ter zake van loting. Ingeval van loting zou Steelhaven op een eerlijke manier kunnen meedingen, zo stelt zij.
4.11.2.
De gemeente betwist dat het door Steelhaven uit het gemeentelijk beleid van 17 mei 2022 onder randnummer 3 aangehaalde van toepassing is op de situatie die zich nu voordoet. [12] De gemeente verwijst daartoe naar voorstellen van het college van 22 maart 2022 en 12 april 2022. [13] In deze voorstellen staat kort gezegd dat er geen mededingingsruimte hoeft te worden geboden als bij voorbaat vaststaat of redelijkerwijs kan worden aangenomen dat slechts één serieuze gegadigde in aanmerking komt. Het door Steelhaven aangehaalde besluit van de gemeente van 17 mei 2022 herhaalt dit standpunt, met de toevoeging dat, indien na een eventuele selectie aan de hand van criteria, (nog steeds) meerdere gegadigden voor eenzelfde schaars recht overblijven en er geen ‘beste gegadigde’ is, toewijzing door middel van loting geschiedt bij de verhuur van onbebouwde onroerende zaken. Het betreft hier echter volgens de gemeente geen onbebouwde onroerende zaken, zodat het besluit van 17 mei 2022 om die reden toepassing mist.
4.12.
Steelhaven betwist niet dat in dit geval geen sprake is van onbebouwde onroerende zaken, maar is van mening dat die omschrijving het dichtst bij de huidige situatie aansluit. Nu niet wordt betwist dat er geen sprake is van onbebouwde onroerende zaken, is er geen grond voor de stelling van Steelhaven dat de gemeente alleen de selectiecriteria mag hanteren die gelden bij dat soort zaken. Dat in de thans aan de orde zijnde situatie uit gemeentelijk beleid zou volgen dat loting aangewezen is, is door Steelhaven daarom onvoldoende aannemelijk gemaakt. Deze stelling kan dus niet als grond dienen voor de gevorderde loting.
(ii) Objectieve, toetsbare en redelijke criteria gehanteerd?
4.13.
Conform rechtsoverweging 3.1.6 van het Didam I arrest [14] dient er steeds een voorafgaande en gemotiveerde bekendmaking plaats te vinden, indien het overheidslichaam vindt dat slechts één serieuze gegadigde aan de gestelde criteria kan voldoen. In dit geval gaat het om twee te vergeven gebruiksrechten voor twee als haven ingerichte waterpercelen en om één serieuze gegadigde per waterperceel. Niet in geschil is dat de gemeente via de gebruikelijke kanalen is overgegaan tot publicatie van de bekendmaking van haar voornemen tot het sluiten van een huurovereenkomst ter zake van de beide waterpercelen aan respectievelijk Nautilus en [naam VOF] . [15] Evenmin in geschil is dat aan het voornemen in beide gevallen een motivering ten grondslag is gelegd.
4.14.
Volgens Steelhaven heeft de gemeente niet voldaan aan de Didam-arresten, omdat zij subjectieve, naar respectievelijk Nautilus en [naam VOF] toegeschreven, criteria heeft gehanteerd.
Nautilus
4.15.
Voor zover Steelhaven zich op het standpunt stelt dat de uitgangspositie van alle zittende exploitanten identiek dan wel vergelijkbaar is, gaat dit wat betreft Nautilus op grond van het navolgende niet op. Nautilus is geen met Steelhaven vergelijkbare exploitant. Nautilus is immers een sportvereniging met maatschappelijke doelstellingen zoals het bevorderen van de beoefening van watersport en het daarbij behorende verenigingsleven. Een dergelijke vereniging dient daarmee het belang van sport, ontspanning en saamhorigheid. Er is dus sprake een grote mate van onderscheidend vermogen tussen Nautilus en (commercieel exploitant) Steelhaven. Niet kan worden gezegd dat de criteria als weergegeven in de publicatie van het voornemen van verhuur aan Nautilus niet objectief, toetsbaar en redelijk zijn. Niet kan bovendien worden ontkend dat Nautilus gelet op beleidsvisie van de gemeente (herinrichtingscenario D), als watersportvereniging bij uitstek past binnen het havengebied. Nautilus neemt daarom een unieke positie in.
[naam VOF]
4.16.
Steelhaven is van mening dat zij de betere partij is omdat zij een ‘grotere’ exploitant is, althans in ieder geval een met [naam VOF] vergelijkbare, al aanwezige, exploitant is en daarom ook als serieuze gegadigde te gelden heeft. De gemeente heeft in haar conclusie van antwoord de verschillen tussen de twee exploitanten uiteengezet. [16] De gemeente heeft naar het oordeel van de voorzieningenrechter gemotiveerd toegelicht dat en waarom de vergelijking tussen de beide exploitanten, bezien vanuit de herinrichtingsvisie, maakt dat geen sprake is van vergelijkbare exploitanten en dat Steelhaven niet kwalificeert als serieuze gegadigde. De doorslaggevende afwegingen - die kunnen worden aangemerkt als objectief, toetsbare en redelijke selectiecriteria - zien op het belang dat in het kader van herinrichtingsscenario D wordt gehecht aan: een centrale ligging wat betreft het havenkantoor en de sanitaire voorzieningen, alsmede centrale en beperkte parkeermogelijkheden binnen het parkeergebied. Onvoldoende weersproken is dat objectief vast te stellen is dat de centrale ligging van de winkelruimte van [naam VOF] , die kan dienen als centraal havengebouw, alsmede waarin sanitaire voorzieningen kunnen worden gehuisvest, maakt dat inzichtelijk is gemaakt waarom de gemeente [naam VOF] als serieuze gegadigde heeft aangemerkt (en Steelhaven niet). Dat sprake zou zijn van subjectief, naar [naam VOF] toegeschreven criteria, is gelet op het voorgaande niet aannemelijk geworden.
Steelhaven een serieuze gegadigde?
4.17.
Steelhaven stelt weliswaar dat het evident is dat zij als serieuze gegadigde kwalificeert, maar zij laat na dit concreet te onderbouwen [17] . De enkele stelling dat zij in het verleden in een gelijkwaardige positie verkeerde als de overige twee zittende exploitanten is daartoe onvoldoende. Ook haar stellingen dat zij, qua omvang en dergelijken, een ‘betere partij’ is dan [naam VOF] /de anderen, maken niet dat zij daarmee een serieuze gegadigde is. Bepalend daarvoor is immers of zij past in het door de gemeente verkozen herinrichtingscenario D en of zij, voldoet aan de door de gemeente met scenario D als uitgangspunt gehanteerde (drempel)criteria om als serieuze gegadigde (voor één van beide waterpercelen) aangemerkt te worden. Dit laatste heeft zij, gelet op al het voorgaande, onvoldoende aannemelijk gemaakt.
Conclusie
4.18.
Het voorgaande brengt met zich mee dat alle vorderingen van Steelhaven dienen te worden afgewezen.
De proceskosten
4.19.
Steelhaven is in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten (inclusief nakosten) betalen. De proceskosten van de gemeente worden begroot op:
- griffierecht
714,00
- salaris advocaat
1.107,00
- nakosten
178,00
(plus de verhoging zoals vermeld in de beslissing)
Totaal
1.999,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen van Steelhaven af,
5.2.
veroordeelt Steelhaven in de proceskosten van € 1.999,00, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met € 92,00 plus de kosten van betekening als Steelhaven niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
5.3.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.M. Etman en in het openbaar uitgesproken op 11 september 2025.
cb

Voetnoten

1.Zaak C/03/340792 / KG ZA 25-139.
2.Zie r.o. 4.14. van het vonnis van de voorzieningenrechter van 21 mei 2025.
3.Zie voor de bekendmaking van het voornemen tot het sluiten van een huurovereenkomst met Nautilus productie 2 en voor het voornemen tot het sluiten van een huurovereenkomst met [naam VOF] productie 3 van de gemeente.
4.Zie r.o. 2.1. tot en met 2.28. in het vonnis van 21 mei 2025, ECLI:NL:RBLIM:2025:4909.
5.Zie r.o. 2.5.4.
6.Zie r.o. 2.4. (citaat onder 4.16.)
7.Zie r.o. 4.12. en 4.13 van het vonnis van de voorzieningenrechter van 21 mei 2025.
8.Zie r.o. 4.2. (citaat onder 4.8.).
9.Zie r.o. 2.1. en 2.2.
10.Zie randnummer 3 van productie 11 van Steelhaven.
11.Zie randnummer 33 van de pleitnota van Steelhaven en randnummer 43 e.v. van de dagvaarding.
12.Zie randnummer 7.11. van de conclusie van antwoord.
13.Zie productie 14 en 15 van de gemeente.
14.26 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1778
15.Zie r.o. 2.5.1. en 2.5.2.
16.Zie rn. 8.29. van de conclusie van antwoord.
17.Zie rn. 20, 22 en 26 van de dagvaarding en rn. 8 en 20 van de pleitnota van Steelhaven.