Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
: “Naar aanleiding van het gesprek wordt afgesproken dat de detachering die op 1 juli ten einde loopt, wordt verlengd met 6 maanden. Gezien de grote discrepantie tussen de huidige schaal van [verzoeker] en het niveau waarop zij functioneert wordt de intentie uitgesproken om [verzoeker] binnen de komende detacheringsperiode een functie aan te bieden binnen PI Sittard die aansluit bij minimaal het niveau van afdelingshoofd.”In het verslag van 8 juni 2020 is als conclusie vermeld:
“+ Prestaties zijn overeenkomstig afspraken/verwachtingen.”Bij de toelichting van de manager staat:
“ [verzoeker] functioneert momenteel op het niveau van afdelingshoofd, dit sluit bij haar ambitie aan (…)”.
“+ Prestaties zijn overeenkomstig afspraken/verwachtingen.”
3.Het verzoek en het verweer
- een billijke vergoeding van € 92.830,94 bruto en daarnaast een vergoeding van € 10.000,00 netto, dan wel een door de kantonrechter in redelijkheid te bepalen bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot aan de dag van voldoening,
- de kosten van de procedure.
4.De beoordeling
Als de werkgever toestemming heeft en opzegt gebruikmakend van de toestemming van UWV of de commissie, bedoeld in artikel 7:671a, tweede lid, BW kan de werknemer als hij van oordeel is dat de toestemming ten onrechte is verleend, de rechter verzoeken om de werkgever te verplichten de arbeidsovereenkomst te herstellen, zo volgt uit het eerste lid, onderdeel a. (…)Het eerste lid, onderdeel c, regelt dat de rechter, als er sprake is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever waardoor de werknemer langdurig ziek is geworden, aan de werknemer op diens verzoek in plaats van herstel een billijke vergoeding kan toekennen.”
als gevolg vanernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever. Dit is echter niet het geval, zo blijkt uit de memorie van antwoord. In de memorie van antwoord (Kamerstukken I 2013-2014, 33 818, C (MvA), p. 113) staat namelijk het volgende:
opzeggingwegens langdurige arbeidsongeschiktheid het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen of nalaten van de werkgever.
“Zo, is dit een moslimcommissie? De club of friends of Erdogan?”Ook bereikten [verzoeker] , zo stelt zij, in het najaar van 2020 nieuwe signalen over kwaadsprekerij door [afdelingshoofd 1] over haar en een collega.
“de moslimcommissie en de club of friends of Erdogan”, heeft [collega 1] geantwoord:
“Dat klopt. Gebruikelijk is dat niet. Ik heb me er persoonlijk nooit aan gestoord, maar kan me wel voorstellen dat vrouwelijk personeel zich er aan stoort als een mannelijke collega daar in zijn onderbroek staat. Het is minimaal één keer gebeurd waar [verzoeker] bij was. (…) Verder verklaart [afdelingshoofd 2] : “(…) Maar [afdelingshoofd 1] is daar op aangesproken en heeft het vervolgens niet meer gedaan. Ik heb hem er wel eens op aangesproken”In reactie op de vraag of [afdelingshoofd 1] gemakkelijk is aan te spreken, antwoordt [afdelingshoofd 2] :
“Op dat soort dingen is hij lastig aan te spreken. Hij zit ook wel eens met zijn voeten op tafel. Daar heb ik hem ook wel eens op aangesproken. Maar dat is nu eenmaal zijn manier van doen en het verandert ook niet echt. (…)”
“Er is mij inderdaad gevraagd om iets op papier te zetten in verband met haar functioneren. Dit is aan mij persoonlijk gevraagd in de teamkamer. [afdelingshoofd 1] kwam toen bij me. Hij wilde iets hebben over het functioneren van [verzoeker] om naar de directie te sturen. (…) [afdelingshoofd 1] wilde weten of [verzoeker] dingen liet liggen, of bepaalde zaken niet regelde. [afdelingshoofd 1] heeft me dit één keer gevraagd (…).”
“Ik heb het niet echt actief besproken, maar op een gegeven moment ging het wel rond onder collega’s dat [verzoeker] vaak het slachtoffer was van zaken die verkeerd gingen. We hadden het gevoel dat zij een beetje gezocht werd. [verzoeker] was erg zachtaardig en mensgericht. In die zin week ze wel een beetje af van de andere leidinggevenden.”
“Als jullie niet tevreden zijn over haar dan moeten jullie een melding schrijven”, geantwoord:
“Nou dat zo letterlijk zo terughalen…? Ik kan mij wel herinneren, dat [afdelingshoofd 1] dit zo ongeveer heeft gezegd.”
“iets teveel positie had op de afdeling”. Deze overplaatsing vond volgens DJI plaats in de eerste maanden nadat [verzoeker] als afdelingshoofd is gestart. De kantonrechter constateert dat dit dan ergens begin dan wel medio 2020 moet hebben plaatsgevonden.
“iets teveel positie”uit elkaar te halen. Alleen al hierom had het op de weg van DJI gelegen om een vinger aan de pols te houden wat betreft de dynamiek in het team van afdelingshoofden, de rol van [afdelingshoofd 1] daarin in het bijzonder en de ontwikkeling van die dynamiek na de overplaatsing van het ene afdelingshoofd en de komst van [verzoeker] die als “nieuw” en onervaren afdelingshoofd, en ook nog eens in het kader van een leerervaringsplek, in die functie aan de slag ging.
“In het team van afdelingshoofden kan de samenwerking verder verbeterd worden. [verzoeker] heeft daar een belangrijke rol in die ze steeds beter vervuld. Het is daarbij belangrijk dat ze kalm blijft en de dialoog zoekt. Dat is niet altijd een eenvoudige opgave omdat ze ook afhankelijk is van de manier waarop haar collega’s naar haar communiceren. In de gesprekken die ze met haar coach heeft krijgt ze daarvoor handvatten en dit helpt [verzoeker] om haar positie binnen de groep te verstevigen en haar doelen te bereiken.”
“bij de beveiliging achter de knoppen plaats te nemen”. Ze schrijft dat dit voor haar een angstbeeld is waardoor zij erg overstuur is. Verder schrijft [verzoeker] dat na haar laatste gesprek met [leidinggevende] bij haar de indruk is ontstaan dat haar werk de komende maanden onder een vergrootglas ligt, dat [leidinggevende] haar adviseert om in persoonlijke gesprekken met directe collega’s plooien glad te strijken en dat dit haar zwaar valt doordat zij geen duidelijkheid heeft over haar toekomst en de tijd wegtikt. Zij vraagt [leidinggevende] om hulp en geeft aan dat als [leidinggevende] wilt dat zij zich verbetert als afdelingshoofd, zij de zekerheid nodig heeft dat zij deze functie ook zal invullen na 6 januari 2022. Wanneer er voor haar na 6 januari 2022 geen plek is in de functie van afdelingshoofd, wil zij dat ook weten. In dat geval, zo schrijft [verzoeker] zal zij de komende maanden tijd en aandacht zal moeten besteden aan het zoeken van een geschikte positie. Daarbij doet zij graag een beroep op de hulp van [leidinggevende] .
“Mijn mening telt. Let maar op.”DJI heeft niet, althans niet gemotiveerd betwist dat dit incident heeft plaatsgevonden en dat [afdelingshoofd 1] de gestelde uitlatingen heeft gedaan.
“(…) Omdat [verzoeker] per brief van 7 oktober jl. voortijdig om duidelijkheid heeft gevraagd, zodat ze de resterende tijd dan zonodig zou kunnen gebruiken voor het zoeken van een geschikte positie elders, heeft [leidinggevende] in het gesprek van 26 oktober jl. geïnformeerd dat de detachering per 5 januari 2022 afloopt. Dit betekent dat [verzoeker] vanaf 6 januari 2022 de tijdelijke werkzaamheden behorende bij de functie van afdelingshoofd en de bijbehorende waarnemingstoelage stopt en ze weer werkzaam zal zijn in de functie van medior complexbeveiliger bij PI Sittard. Afgesproken is om dit besluit de komende dagen te laten bezinken en op korte termijn een vervolgafspraak in te plannen. Ook is besloten om tot die tijd dit besluit nog niet verder te communiceren.(…)”.
“Het verloop is grofweg als volgt: [verzoeker] is van af begin verzuim tot op heden volledig arbeidsongeschikt. Er is sprake van opeenvolgende aandoeningen en een aandoening/aandoeningen die voortduurt/voortduren.