4.10.DocMorris is volgens Eneco op basis van AV Essent een vergoeding van in totaal € 1.434.574,16 verschuldigd. Dit bedrag bestaat uit een boetecomponent van € 421.991,71 en een schadevergoedingscomponent van € 1.012.582,45. De boete is gebaseerd op artikel 17.4. van de AV Essent, waarin staat dat aanspraak kan worden gemaakt op een boete ter hoogte van 25% resterende waarde van de overeenkomsten. De schadevergoeding is, aldus Eneco, berekend aan de hand van de kosten die bij Eneco zijn opgekomen als gevolg van de vroegtijdige beëindiging van DocMorris van de overeenkomsten. Eneco rubriceert deze kosten als volgt:
- de kosten als gevolg van het feit dat Eneco de al voor DocMorris voor het jaar 2023 ingekochte energie die slechts tegen een lagere prijs kon worden terugverkocht in de markt,
- de winst die is misgelopen doordat niet aan DocMorris kon worden geleverd,
- de additionele kosten om de benodigde transacties uit te voren en een ander administratief af te wikkelen.
Een berekening is door Eneco overgelegd als productie 11. Uit de toelichting tijdens de mondelinge behandeling is gebleken dat de schade, exclusief kosten, is berekend door het gestelde verkooptarief over 2023, verminderd met het gestelde tarief waartegen is terugverkocht, te vermenigvuldigen met het volume dat DocMorris volgens Eneco naar verwachting in 2023 zou hebben afgenomen bij voortzetting van de overeenkomsten.
Ter verdere onderbouwing van de omvang van de schadevergoeding heeft Eneco gesteld dat zij door het aangaan van de overeenkomsten de verplichting op zich heeft genomen om ervoor zorg te dragen dat het benodigde jaarvolume aan energie voor DocMorris beschikbaar is. In verband daarmee heeft Eneco, naar zij stelt, voorafgaand aan 1 januari 2023 dit jaarvolume voor DocMorris ingekocht. Dit betekent echter ook dat het overtollige aangekochte volume in verband met de voortijdige beëindiging op de groothandelsmarkt moeten worden terugverkocht tegen een lagere prijs, aldus Eneco.