Uitspraak
1.De procedure
- de conclusie van antwoord;
- de brief waarin is meegedeeld dat een mondelinge behandeling is bepaald op 24 september 2024;
2.De feiten
3.Het geschil
- € 2.750,00 aan achterstallige huur alsmede € 412,50 aan buitengerechtelijke incassokosten, vermeerderd met de in gevolge de huurovereenkomst verschuldigde rente van 1% vanaf de diverse vervaldata,
- € 20,00 voor iedere kalenderdag vanaf 22 januari 2022, met een maximum van
4.De beoordeling
Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Woonruimteonderdeel uitmaken van de overeenkomst. [eiser in conventie, verweerder in reconventie] heeft deze bepalingen echter niet overgelegd, waardoor de kantonrechter niet kan beoordelen of deze vordering terecht is. De gevorderde boete wordt daarom afgewezen.