Primair:
I. Te verklaren voor recht dat de ouderenregeling die vermeld staat in het Sociaal Plan onder punt 5.3 dan wel 5.4 een ongeoorloofd leeftijdsonderscheid heeft gemaakt en in strijd is met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd conform artikel 13 WGBLA waardoor de ouderenregeling in zijn geheel nietig dient te worden verklaard en waarbij de ontslagvergoeding op grond van de gedwongen vertrekregeling van toepassing dient te worden verklaard;
II. VDL te veroordelen om aan [eiser sub 2] te betalen het tekort aan de ontslagvergoeding van € 87.982,00 dat is gebaseerd op de bepalingen 5.1 tot en met 5.3 van het Sociaal Plan (zonder de ouderenregeling), te vermeerderen met incassokosten ten bedrage van € 1.654,82 en met de wettelijke rente over beide bedragen;
III. VDL te veroordelen om aan [eiser sub 1] te betalen het tekort aan de ontslagvergoeding van bruto € 110.449,56 dat is gebaseerd op de bepalingen 5.1 tot en met 5.3 van het Sociaal Plan (zonder de ouderenregeling), te vermeerderen met incassokosten ten bedrage van € 1.879,50 en met de wettelijke rente over beide bedragen;
Subsidiair:
I. Te verklaren voor recht dat de ouderenregeling die vermeld staat in het Sociaal Plan onder punt 5.3 dan wel 5.4 deels een ongeoorloofd leeftijdsonderscheid heeft gemaakt die in strijd is met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd conform artikel 13 WGBLA en daarom deels nietig dient te worden verklaard wat betreft de volledige aftrek van de WW-uitkering en de private PAWW-uitkering met uitsluiting van de pensioenpremie;
II. VDL te veroordelen om aan [eiser sub 2] te betalen het tekort van de ontslagvergoeding inzake het loon tot aan zijn AOW zonder dat de WW-uitkering en de PAWW-uitkering is afgetrokken van € 75.519,20 bruto, aan pensioenpremie € 16.647,91 netto, te vermeerderen met incassokosten ten bedrage van € 1.696,68 en met de wettelijke rente over alle bedragen;
III. VDL te veroordelen om aan [eiser sub 1] te betalen het tekort van de ontslagvergoeding inzake het loon tot aan zijn AOW zonder dat de WW-uitkering en de PAWW-uitkering is afgetrokken van € 73.926,25 bruto, aan pensioenpremie € 15.927,25 netto, te vermeerderen met incassokosten ten bedrage van € 1.673,54 en met de wettelijke rente over alle bedragen;
Meer subsidiair:
I. Te verklaren voor recht dat de ouderenregeling die vermeld staat in het Sociaal Plan onder punt 5.3 dan wel 5.4 deels een ongeoorloofd leeftijdsonderscheid heeft gemaakt die in strijd is met de Wet gelijke behandeling op grond van leeftijd conform artikel 13 WGBLA en daarom deels nietig dient te worden verklaard wat betreft de berekening van de uit te keren ontslagvergoeding met uitsluiting van de pensioenpremie;
II. VDL te veroordelen om aan [eiser sub 2] te betalen het tekort aan de ontslagvergoeding van de VVR-regeling die ook voor alle andere werknemers geldt die niet onder de ouderenregeling vallen van € 31.567,60 bruto, aan pensioenpremie € 16.647,91 netto, te vermeerderen met incassokosten ten bedrage van € 1.215,51 en met de wettelijke rente over alle bedragen;
III. VDL te veroordelen om aan [eiser sub 1] te betalen het tekort aan de ontslagvergoeding van de VVR-regeling die ook voor alle andere werknemers geldt die niet onder de ouderenregeling vallen van € 51.442,03 bruto, te vermeerderen met incassokosten ten bedrage van € 1.448,39 en met de wettelijke rente over beide bedragen;
Zowel primair, subsidiair als meer subsidiair:
I. VDL te veroordelen om aan eisers te betalen de proceskosten en de nakosten van deze procedure.