Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
[naam], uit Brunssum, eiseres
Samenvatting
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om voorlopige voorziening af.
Rechtbank Limburg
In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Limburg, gedateerd 8 augustus 2025, wordt het beroep van eiseres tegen een last onder dwangsom wegens illegale bewoning van een bedrijfswoning in Brunssum ongegrond verklaard. Eiseres, eigenaar van het pand, had bezwaar gemaakt tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders, dat haar had opgelegd dat de bedrijfswoning niet bewoond mocht worden zonder dat dit gekoppeld was aan het gebruik van de achtergelegen bedrijfsruimte. De voorzieningenrechter oordeelt dat het pand ten tijde van de last onder dwangsom niet als bedrijfswoning werd gebruikt, wat in strijd is met het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter concludeert dat verweerder in redelijkheid van zijn bevoegdheid om handhavend op te treden gebruik heeft gemaakt. Het verzoek om een voorlopige voorziening wordt afgewezen, omdat de voorzieningenrechter van oordeel is dat er geen spoedeisend belang is dat een voorlopige voorziening rechtvaardigt. De voorzieningenrechter wijst erop dat de last onder dwangsom is opgelegd omdat de ex-partner van eiseres in het pand woonde, maar dat dit niet noodzakelijk of gewenst was volgens de definitie van een bedrijfswoning in het bestemmingsplan. De voorzieningenrechter concludeert dat er geen bijzondere omstandigheden zijn die maken dat van handhaving moet worden afgezien, en dat de opgelegde dwangsom in redelijke verhouding staat tot de overtreding.