4.3Het oordeel van de rechtbank
Bewijsmiddelen
De rechtbank past ten aanzien van de tenlastegelegde feiten de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
[slachtoffer 1]verklaarde in haar aangifte van 3 november 2023 als volgt:
Ik doe aangifte van zware mishandeling en van bedreiging tegen mijn ex-partner
genaamd [verdachte] . In het weekend van 5 en 6 augustus 2023 bevond ik mij in mijn vakantiewoning op het [straatnaam 2] in [plaats] . In de ochtend van 5 augustus, omstreeks 11.00 uur, begon hij al ruzie met mij te maken. Opeens zag ik dat hij van de bank opstond en naar mij toe kwam. Ik voelde toen harde klappen op mijn rechterslaap.
Ik voelde pijn op mijn slaap. Ik schrok en begon te huilen en schreeuwen. Ik voelde
dat hij nog harder sloeg. Ik was bang en voelde erg veel pijn. Ik hoorde dat hij ook
nog zei: “Stel je niet aan, zo hard sla ik niet!” Ik voelde dat ik nog een paar klappen kreeg, nog steeds op mijn slaap. Hij sloeg op mijn slapen links en rechts. Ik voelde erg veel hoofdpijn. Dit slaan en ruzie maken duurde de hele dag door. Na elk antwoord op elke vraag van hem kreeg ik weer klappen op mijn slapen en had ik pijn. Als ik zei dat ik erg moe was en naar bed wilde, hield hij wel op. Ik ben toen zoveel mogelijk in bed geweest, maar als ik wakker werd, kreeg ik weer vragen, waarop ik toch hoe dan ook het verkeerde antwoord gaf, en dan begon hij mij weer te slaan. Ik riep vaker: “Stop daar toch mee! Waarom doe je dat!?”. Ik hoorde dat hij tegen me zei: “Als een vrouw niet luistert, mag ze rustig een pak slaag krijgen.” Dit ging zo de hele dag door, en ook de volgende dag op 6 september 2023 (
de rechtbank begrijpt: 6 augustus 2023) ging dit door. Het bleef zich herhalen. Toen ik in de spiegel keek tussendoor, zag ik dat mijn hoofd helemaal opgezet was bij mijn slapen. Als ik erop duwde, deed het pijn. Ik hoorde dat [verdachte] zei: “Je bent nu net een hamstertje”. Ik zag en hoorde dat hij daarbij lachte. Op maandag 7 augustus 2023 werd ik wakker en voelde ik dat ik mijn linker arm niet kon bewegen, deze voelde helemaal verlamd aan. Ik wilde opstaan, maar merkte dat ik niet kon lopen, ik kon niet op mijn benen staan. Uiteindelijk ben ik naar het ziekenhuis in Roermond gegaan met [verdachte] . Daar vroegen ze wat mij was overkomen. Omdat [verdachte] erbij was, durfde ik niet te vertellen dat we ruzie hadden gehad. We hebben allebei verteld dat ik van de trap ben gevallen. Er werd een scan van mijn hoofd gemaakt. Daarna vertelde een arts mij dat ik met spoed naar het UMC te Maastricht moest omdat ze een hersenbloeding hadden geconstateerd. Ik ben een paar dagen later daar geopereerd, omdat ik telkens wegviel en er iets moest gebeuren in mijn hoofd. Na tweeënhalve week ben ik gaan revalideren om weer te gaan leren lopen. In de kliniek durfde ik bij de psychologe uiteindelijk pas te vertellen wat er allemaal was gebeurd en hoe het kwam dat ik deze hersenbloeding had opgelopen. Toen besefte ik dat het moest stoppen. Omdat ik na het revalideren niet meer naar [plaats] wilde, maar thuis bij mijn ouders wilde opknappen, werd [verdachte] boos. Toen heb ik de relatie verbroken. Dat was omstreeks eind augustus. Sindsdien valt hij mij en mijn ouders lastig via WhatsApp. Hij bedreigt zowel hen als mij. Hij is regelmatig blijven bellen, maar we wilden de telefoon niet opnemen. Mijn ouders vonden het beangstigend en zijn melding komen maken bij de politie, samen met mij. Hij heeft mij vaker gebeld en berichten ingesproken. Ik heb niet alle berichten die hij insprak, beluisterd. Ik toon u de genoemde appjes en berichten.
In de
bijlage behorende bij de aangiftevan [slachtoffer 1]
van 3 november 2023zijn berichten gevoegd. In deze berichten staat, onder andere, het volgende:
“Jij gaat wat botsen krijgen, terwijl je verkracht wordt krijg je dikke botsen van mij. geen geen kloot om je leven meer”, “Narcist ik ga genieten van jou te verkrachten en pijn te doen”, “Je hebt geen keus een leven met mij of geen leven. Kies maar”, “Jij gaat doen wat ik zeg en wil, niks anders jij gaat terug als vroeger worden en luisteren of allen krijgen de kogel jij als eerste”, “Maakt mij niet uit bak en jij met je familie eraan. Wil je wedden? Heb ik er voor over”, “Jij mij zo behandelen krijg je tien keer terug van mij dat je maar al tampons in je kop begint te steken goed tegen bloeden” en “Slaag je nog liever dood moet alleen wat harder kloppen deze keer”.
In het dossier bevinden zich ook
medische stukken van [slachtoffer 1]. Hieruit blijkt dat zij op 8 augustus 2023 naar de spoedeisende eerste hulp in Roermond is geweest. Daar is onder meer geconstateerd dat zij een subdurale bloeding met midline shift had.
[slachtoffer 1]verklaarde in haar aangifte van 21 november 2023 als volgt:
Pleegdatum: 21 november 2023. Ik doe aangifte van mishandeling, bedreiging en poging tot wederrechtelijke vrijheidsbeneming door mijn ex-vriend [verdachte] alias [verdachte] . Afgelopen weekend was mijn ex-vriend [verdachte] mij veelvuldig aan het appen. Hij stuurde eigenlijk continu vanaf zaterdag berichten tot en met vandaag. Deze berichten bevatten dreigementen en teksten in de zin van: ‘ik ga je moeder neuken’, als voorbeeld. Vanmiddag is het rustig geweest en op 21 november 2023, omstreeks 19:15 uur, was ik thuis in mijn woning op de [adres] in [S.] . Ik ging mijn hond uitlaten. Ik kwam een vrouw tegen met wie ik wel eens praatte. Ik liep op de [straatnaam 3] . Op een gegeven moment viel mijn oog op een persoon en die persoon had voor mij een bekend silhouet. Ik dacht dat die persoon mijn ex [verdachte] was. Die persoon liep aan de overzijde van de [straatnaam 3] ter hoogte van de [straatnaam 1] . Ik zag dat die persoon de [straatnaam 1] opliep en uit het zicht verdween. Ik had het gevoel dat dit het moment was om weg te komen, dus ik begon direct weg te rennen in de richting van mijn woning over de [straatnaam 3] . Ik denk dat ik 10 meter heb kunnen rennen totdat [verdachte] links naast me stond. Ik zag dat hij een nepbaard ophad en voelde op dat moment dat hij met iets in mijn rug duwde, iets hards. Ik voelde meteen angst en dacht ‘wat moet ik doen?’. [verdachte] zei: “Je doet nu wat ik zeg, je loopt nu met mij mee!” Hij vroeg aan mij waar een afgelegen plek was. Ik zei: “dat weet ik niet”. Toen zei hij: “je doet wat ik wil!”. Door met dat harde voorwerp in mijn rug te duwen, stuurde hij mij naar de overkant van de [straatnaam 1] alwaar een bosschage gelegen is. Dit is een afgelegen en donkere plek. We stonden op een gegeven moment stil. Hij stond schuin tegenover mij en toen sloeg hij mij. Ik voelde pijn aan de linker kant van mijn hoofd en mijn bril vloog van mijn hoofd af. [verdachte] zei: “Als je denkt dat de revolver of pistool niet echt is”. Toen maakte hij met de revolver of pistool twee laadbewegingen. Ik zag dat er iets uit de revolver of pistool viel. Hij zei ook dat hij een wapenstok of zoiets bij zich had, tevens probeerde hij de loop van de revolver of pistool in mijn mond te duwen, ik kon dit tegenhouden met mijn handen, en zei: “doe normaal”. Hij zei iets in de trant van: “dan ben je de derde op mijn lijst, maar verder zal ik je er niet over inlichten”. Ik moest vervolgens van hem naar huis gaan en mijn telefoon halen. We zijn vervolgens vanaf de bosschage aan de overzijde van de [straatnaam 1] gelopen naar mijn woning toe. Hierbij heeft hij constant een hard voorwerp in mijn rug geduwd.
Toen ik binnen was via de voordeur, heb ik direct de voordeur op slot gedaan. En ben
vervolgens de woonkamer in gelopen. Ik heb direct met de thuistelefoon 112 gebeld. Ik
ben toen de kelder in gevlucht. Ik zag onderweg naar de kelder opeens dat [verdachte] bij de voordeur stond. Ik had me schuil gehouden in de kelder en hoorde op een gegeven
moment veel gekraak en glasgerinkel. Ik hoorde hem agressief mijn naam schreeuwen en hij heeft mij in de kelder gevonden. [verdachte] stond op een gegeven moment achter mij en toen voelde ik plotseling een klap tegen mijn hoofd. Ik voelde angst en paniek en ik dacht op dit moment als hij zo doorgaat dan leef ik straks niet meer. Ik voelde op het moment van de klap geen pijn, maar nu achteraf wel. Ik voel deze pijn rechtsachter. Ik voel daar nu ook een dikke bult.
[slachtoffer 1]verklaarde in haar aangifte van 29 november 2023, voor zover hier van belang, het volgende:
V: vraag verbalisantA: antwoord verdachte
A: Omdat hij de relatie al had beëindigd, ik heb wel tegen hem gezegd, dat hij mij met rust moest laten en dat mijn prioriteit lag bij mijn herstel en dat ik geen zin had in een relatie op dat moment.
V: Dus eigenlijk wilde hij weer terug bij jou en dat wilde jij niet.
A: Ja, had mij gewoon in de steek gelaten, terwijl ik een goede partner nodig had op
dat moment. Hij bedreigt mijn ouders, mijn kinderen, dat wil ik niet, ik wil een partner die ik kan vertrouwen.
V: In ieder geval is de relatie over en wat is zijn reactie hierop?
A: Stalking, mijn ouders bedreigen.
V: Stalking, wat deed hij dan?
A: Continue WhatsAppberichten sturen.
V: wat bedoel je met continue?
A: Zoveel, dat ik ze niet eens meer las.
V: Hoeveel berichten stuurde hij op een dag?
A: Dat was verschillend. Hij gebruikte ook verschillende telefoonnummers. In dat weekend waren het er heel veel. Hoeveel hij in totaal stuurde dat weet ik niet.
V: Was het dagelijks dat hij berichten stuurde?
A: Ja, volgens mij wel.
V: Stuurde hij alleen berichten via WhatsApp?
A: Nee, WhatsApp, sms, via de computer. Volgens mij ook via Messenger, Facebook,
maar dat was in het begin. Ook stuurde hij berichten via de mail.
V: Heeft hij ook gebeld?
A: Hij belde op mijn mobiele nummer en ook op het thuisnummer van mijn ouders.
De telefoon van de verdachte is in beslag genomen.Uit onderzoek is gebleken dat in de periode van 7 augustus 2023 tot en met 23 november 2023 in totaal 5.353 e-mails door de verdachte zijn verzonden naar [slachtoffer 1] , dat de verdachte 407 keer heeft gebeld met verschillende telefoonnummers naar [slachtoffer 1] en dat de verdachte berichten naar de ouders van [slachtoffer 1] heeft verzonden, waarover onder meer het volgende is gerelateerd:
“Op 14 oktober 2023, om 18.45.13 uur, schreef een user account van [verdachte] naar het contact: [getuige 1] , met het telefoonnummer: [telefoonnummer] , het navolgende:
“ [naam vader slachtoffer] jij en je wijf gaan slaag krijgen als ik kom. Je dochter heeft me psychisch geterroriseerd en blijft mee men kloten spelen. Jullie helpen haar daarbij, ik krijg niets afsluiting of antwoorden dat ik verder kan met mijn leven. Ze blijft haar spel spelen. Je kleinkinderen zoek ik ook op en slaag ik verrot. Jullie met mijn gezondheid kloten en door je dochter zit ik in schulden. Wees gerust dat ik jullie ook zal mishandelen als zij met mij gedaan heeft. Ik kom gauw”
en
Op 19 oktober 2023, om 17.07.28 uur, schreef een user account van [verdachte] naar het contact: [getuige 1] , met het telefoonnummer: [telefoonnummer] , het navolgende:
“
Kunt kiezen ofwel belt u dochtertje mij vandaag nog en gaat ze beginnen te praten of ik kom naar jullie en dan slaag ik jullie de kop in. Wat denk je nazi datje zomaar met mensen speelt nee denk het niet. Draag de gevolgen dan maar. Kunde alledrie het ziekenhuis in. En flikken ga maar boeit me niet als ik die verrot moet slaan met alle plezier. Vandaag belt die kleuter mij of ik kom voor jullie drie. En de kleinzoontjes zal ik ook even bezoeken dan en goed wa bijeen kloppen en hun auto's.”
In de bijlage van bovengenoemd proces-verbaal is een overzicht gegeven van de berichten die door de verdachte naar de vader van [slachtoffer 1] zijn verzonden.In bijlage 2 staat een overzicht van de berichten die door de verdachte naar [slachtoffer 1] zijn verzonden.De weergave van de berichten aan de vader van [slachtoffer 1] begint met de datum 13 oktober 2023.
De
getuigen [getuige 1] en [getuige 2]verklaren het volgende:
De getuigen zijn de ouders van het slachtoffer [slachtoffer 1] .
O: Opmerking/mededeling verbalisanten
V: Vraag verbalisanten
AV: Antwoord getuige [getuige 1] (Vader)
AM: Antwoord getuige [getuige 2] (Moeder)
AM: hij bedreigt ons ook de hele tijd. Dat was niet meer normaal. Hij had iedere keer verschillende nummers. Je durfde de telefoon niet meer op te pakken. Hij belde met zijn gewone nummer en een anoniem nummer. Als wij de telefoon niet meer opnamen, dan begon hij met de dochter. Zij had de telefoon dan uitgezet. Zij pakte ook niet meer op, want ze werd gek. Dan belde hij naar de vaste telefoon. Als ik de vaste telefoon niet oppakte dan belde hij naar de mobiel van mijn man en dan schreef hij een hele litanie erop. Hij deed ook via Facebook met slecht maken en zo’n litanie.
O: Maar er zijn dus ook bedreigingen aan u, aan de ouders, gericht.
AM: Ja, daarom ben ik ook naar de politie gegaan, ik voelde me niet veilig.
AV: Ja, zo van “ik sla jullie de kop in” en “ik steek jullie het huis in brand.” Hij schold ons ook uit voor nazi’s en zoiets allemaal.
De verdachte verklaardeter terechtzitting van 22 juli 2025 – zakelijk weergegeven – het volgende:
Het klopt dat ik op 5 en 6 augustus 2023 in het vakantiehuisje van [slachtoffer 1] in [plaats] was. We hebben daar ruzie gehad. Ik heb haar herhaaldelijk en langdurig geslagen tegen haar hoofd met de platte hand. Het klopt dat dit de hele zaterdag en zondag is door-gegaan.
In het dossier staat dat ik haar 407 keer heb geprobeerd te bellen en dat er duizenden berichten zijn verzonden. Dat kan kloppen. Ik was geobsedeerd door haar. Ik wilde haar terug en dat zij weer tegen mij praatte. Ik heb nog af en toe contact met haar gehad na het incident van 5 en 6 augustus 2023. Dit ging vaak over de honden, maar medio oktober 2023 heb ik niets meer van [slachtoffer 1] vernomen. Sinds 13 oktober 2023 kreeg ik geen respons meer. Zij blokkeerde mij telkens. Ik belde inderdaad met verschillende telefoonnummers, maar ook die werden door [slachtoffer 1] geblokkeerd.
Het klopt dat ik op 21 november 2023 vermomd naar haar toe ben gegaan. Ik liep haar achterna. Ze was met de hond. Ik had inderdaad een pistool bij mij en dat liet ik ook zien, zodat ze misschien van gedachten zou veranderden. Het is een alarmpistool dat ik zelf gekocht heb. Het klopt dat ik haar bij de bosschage een klap heb gegeven. Ik wilde haar spreken, maar dat lukte niet. Vervolgens zijn we naar haar woning gegaan. Toen ik merkte dat zij naar binnen was gegaan en de deur op slot had gedaan, verloor ik de controle.
Het klopt dat ik op 16 november 2023 een pistool heb gericht op [slachtoffer 2] en dat ik zei “Hier met die gsm of ik schiet.”
De aangetroffen kinderporno op mijn gegevensdragers heb ik via het Darkweb gevonden en daar heb ik foto’s van gemaakt. Ik heb een paar van die foto’s naar [slachtoffer 1] gestuurd. Ik dacht dat ze dat leuk vond en dat ik haar zo kon terugwinnen.
Bewijsoverweging
T.a.v. feit 1 en feit 2
De verdachte heeft de tenlastegelegde gedragingen grotendeels bekend. De verklaring van de verdachte dat hij geen hard voorwerp in de rug van [slachtoffer 1] heeft geduwd (feit 1) en dat hij geen wapen in haar mond heeft proberen te duwen (feit 2), volgt de rechtbank niet. [slachtoffer 1] heeft in haar aangiftes gedetailleerd, authentiek en consistent verklaard, ook over het pistool dat de verdachte bij zich droeg, dat zij een hard voorwerp in haar rug voelde en dat de verdachte dit pistool in haar mond probeerde te duwen. Meer in het algemeen geldt dat de verklaringen van [slachtoffer 1] steun vinden in andere bewijs-middelen. Dat geldt ook deels voor de verklaringen omtrent het gebruik van het wapen door de verdachte. Immers: de verdachte heeft zelf verklaard dat hij het pistool buiten bij zich droeg en aan [slachtoffer 1] heeft laten zien. Bovendien heeft de politie binnen handbereik van de verdachte in de woning van [slachtoffer 1] een gaspistool aangetroffen. De rechtbank heeft dan ook geen reden om [slachtoffer 1] in het door de verdediging betwiste deel van haar verklaring niet te volgen. Dat geen biologisch materiaal in de vorm van speeksel van [slachtoffer 1] op dat wapen is aangetroffen, zoals de raadsman heeft aangevoerd, betekent niet dat hij dat wapen niet in haar mond heeft geprobeerd te duwen. [slachtoffer 1] heeft daarover immers verklaard dat zij dat kon tegenhouden met haar handen. Gelet op het voorgaande, en aangezien niet ieder deel van een tenlastelegging dubbel belegd moet worden, acht de rechtbank het tenlastegelegde, ook op de betwiste punten, bewezen.
Feit 3Ter terechtzitting heeft de verdachte bekend dat hij [slachtoffer 1] heeft geslagen aan de overzijde van de [straatnaam 1] bij de bosschage; het slaan in de woning heeft de verdachte ontkend. Ondanks deze ontkenning acht de rechtbank beide mishandelingen bewezen, nu zij ook hier, onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen, geen reden heeft op dit punt [slachtoffer 1] niet te geloven en niet ieder deel van een tenlastelegging dubbel belegd moet worden.
Feit 4 primair
Het verweer van de raadsman dat onvoldoende duidelijk is of het letsel van [slachtoffer 1] het gevolg is van het handelen van de verdachte, wordt verworpen. Allereerst geldt dat de verdachte heeft bekend dat hij [slachtoffer 1] gedurende twee dagen veelvuldig tegen het hoofd heeft geslagen. Dat de uitoefening van dermate excessief geweld de oorzaak is geweest van de bij [slachtoffer 1] ontstane hersenbloeding is alleszins voor de hand liggend. Dat de hersenbloeding het gevolg zou zijn geweest van een val van de trap gelooft de rechtbank niet. Het is juist dat [slachtoffer 1] in het ziekenhuis heeft verklaard dat zij van de trap was gevallen. Maar daarover heeft zij later verklaard dat zij in het ziekenhuis niet durfde te vertellen dat zij en de verdachte ruzie hadden gehad, omdat de verdachte erbij was. Zij voelde zich pas vrij om te vertellen wat er was gebeurd toen zij bij de psycholoog was. Gelet op de gewelddadigheden die in het weekend voorafgaand aan het ziekenhuisbezoek tegen [slachtoffer 1] waren gepleegd en de aanwezigheid van de verdachte in het ziekenhuis, acht de rechtbank het zeer aannemelijk dat [slachtoffer 1] zich niet vrij voelde om in het ziekenhuis naar waarheid te verklaren. Vanaf het moment dat [slachtoffer 1] heeft verteld wat volgens haar daadwerkelijk was gebeurd, heeft zij daarover steeds zeer gedetailleerd en consistent verklaard. De rechtbank acht daarom bewezen dat het letsel van [slachtoffer 1] door toedoen van de verdachte is ontstaan.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte in voorwaardelijke zin opzet gehad op het doden van [slachtoffer 1] . Het is immers een feit van algemene bekendheid dat de slapen zeer kwetsbare en vitale delen van het lichaam zijn en dat de hersenen een belangrijk orgaan zijn waarmee vitale functies van het menselijk lichaam, zoals de bloeds-omloop en ademhaling, worden aangestuurd. Er is een reële en niet onwaarschijnlijke, en daarmee aanmerkelijke, kans dat krachtige en langdurige geweldsinwerking op de slapen zoals uitgeoefend door de verdachte tot (ernstig) hersenletsel en vervolgens de dood leidt. Aan het handelen van de verdachte is inherent dat hij die aanmerkelijke kans op de dood bewust heeft aanvaard. Daaraan doet niet af dat hij – wat daar ook van zij – gedacht zou hebben dat [slachtoffer 1] stevig optreden wenselijk zou vinden en dat zij geen pijn kon voelen, temeer nu [slachtoffer 1] herhaaldelijk heeft gezegd dat de verdachte met het geweld moest stoppen en zij huilde en schreeuwde van de pijn.
Nu de verdachte in het voorwaardelijk opzet niet is geslaagd, blijft het bij een poging. De rechtbank acht mitsdien het onder feit 4 primair tenlastegelegde feit bewezen.
Feit 6
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte in de periode van 7 augustus 2023 tot en met 23 november 2023 in totaal 5.353 e-mails naar [slachtoffer 1] heeft verzonden en haar 407 keer heeft geprobeerd te bellen met verschillende telefoonnummers. Ook heeft hij Whats-Appberichten verzonden naar [slachtoffer 1] en diverse keren geprobeerd contact te krijgen met [slachtoffer 1] ’ ouders. Uit de getuigenverklaringen van de ouders blijkt dat de verdachte hen bleef bellen en bedreigen. Op de momenten dat de ouders de telefoon niet beantwoordden, ging de verdachte weer [slachtoffer 1] contacteren. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij dit deed omdat hij [slachtoffer 1] ‘terug wilde’ en wilde dat zij weer met hem zou praten.
De rechtbank is op basis van de bewijsmiddelen van oordeel dat de aard, duur, frequentie en intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijke leven en de persoonlijke vrijheid van [slachtoffer 1] en haar ouders zodanig zijn geweest, dat van een stelselmatige inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. Dat, zoals door de raadsman bepleit, de verdachte geen opzet had op de belaging, wordt weersproken door diens verklaring ter terechtzitting, inhoudende dat hij [slachtoffer 1] ‘terug wilde hebben’ en wilde dat zij weer met hem praatte. De verdachte had aldus opzet om [slachtoffer 1] iets dwingen te doen en te dulden.
De rechtbank is wel, met de raadsman, van oordeel dat de pleegperiode moet worden ingekort, zij het niet in de mate die de raadsman voor ogen staat. De verdachte en [slachtoffer 1] hebben volgens de verklaring van de verdachte ter terechtzitting nog contact gehad na het incident van 5 en 6 augustus 2023. Sinds 13 oktober 2023 heeft de verdachte niets meer van [slachtoffer 1] vernomen en werd hij meermaals geblokkeerd. Vanaf dat moment moet het de verdachte duidelijk zijn geweest dat [slachtoffer 1] niets meer met hem te maken wilde hebben. Gelet op de weergave van berichten op de pagina's 338 tot en met 342 van het procesdossier en de verklaring van de verdachte, is de rechtbank dan ook van oordeel dat de pleegperiode aanvangt op 13 oktober 2023.
De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte de kinderen van [slachtoffer 1] heeft belaagd. Het dossier bevat onvoldoende bewijs dat de verdachte hen tijdens de pleeg-periode heeft gecontacteerd.
T.a.v. feiten 5, 7 en 8
Aangezien de verdachte deze feiten ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), met een opsomming van de bewijsmiddelen:
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 16 november 2023;
- de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 juli 2023;
Feit 7
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 21 november 2023;
- een geschrift bestaande uit een weergave van (WhatsApp)berichten;
- de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 juli 2023;
Feit 8
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 12 februari 2024 en de daarbij behorende bijlagen;
- het afzonderlijk proces-verbaal met proces-verbaalnummer LBRBD24003-7 van 18 november 2024;
- de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 juli 2025.
Kortere pleegperiode feit 8
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de pleeg-periode van feit 8 ingekort moet worden naar 11 november 2023 tot en met 19 november 2023.
Eendaadse samenloop of voortgezette handeling feiten 1 tot en met 3 en feiten 6 en 7
Door de verdediging is bepleit dat bij de feiten 1 tot en met 3 in relatie tot de feiten 6 en 7 sprake is van eendaadse samenloop dan wel een voortgezette handeling. De rechtbank is van oordeel dat van beide samenloopregelingen geen sprake is. Met betrekking tot deze feiten is telkens sprake van een apart wilsbesluit en de feiten spelen zich niet op dezelfde tijd en plaats af zoals bedoeld in artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Door de raadsman is verder onvoldoende onderbouwd waarom dit oordeel anders zou moeten zijn.