ECLI:NL:RBLIM:2025:7692

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
5 augustus 2025
Publicatiedatum
5 augustus 2025
Zaaknummer
03/309890-23
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor ernstige geweldsdelicten, bedreiging en bezit van kinderporno met terbeschikkingstelling

Op 5 augustus 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen de verdachte, die zich schuldig heeft gemaakt aan meerdere ernstige misdrijven, waaronder wederrechtelijke vrijheidsberoving, poging tot doodslag, mishandeling, bedreiging, belaging en bezit van kinderporno. De verdachte werd veroordeeld tot een gevangenisstraf van vijf jaar, met aftrek van het voorarrest, en terbeschikkingstelling met verpleging van overheidswege. De zaak kwam aan het licht na een reeks van geweldsincidenten waarbij de verdachte zijn ex-partner, [slachtoffer 1], ernstig mishandelde, wat leidde tot een hersenbloeding. De rechtbank oordeelde dat de verdachte opzettelijk en met voorwaardelijk opzet handelde, en dat zijn gedragingen een grote inbreuk maakten op de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit van het slachtoffer. De rechtbank hield rekening met de psychische stoornis van de verdachte, die bij de beoordeling van de strafbaarheid en de op te leggen maatregel een rol speelde. De vordering van de benadeelde partij werd gedeeltelijk toegewezen, waarbij de rechtbank de schadevergoeding vaststelde op € 23.653,05, vermeerderd met wettelijke rente. De rechtbank benadrukte de ernst van de feiten en het recidiverisico, wat leidde tot de beslissing tot terbeschikkingstelling.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer : 03/309890-23
Tegenspraak
Vonnis van de meervoudige kamer van 5 augustus 2025
in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
thans gedetineerd in [naam P.I.] .
De verdachte wordt bijgestaan door mr. K.D. Regter, advocaat kantoorhoudende te Heerlen.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 22 juli 2025. De verdachte en zijn raadsman zijn verschenen. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
[slachtoffer 1] (hierna: [slachtoffer 1] ) heeft zich als benadeelde partij gevoegd in het strafproces. Namens haar is op de terechtzitting gehoord mr. J.B.G. Gelissen, advocaat kantoorhoudende te Sittard . De rechtbank heeft de vordering tot schadevergoeding behandeld.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage aan dit vonnis gehecht. De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte:
Feit 1:op 21 november 2023 [slachtoffer 1] wederrechtelijk van haar vrijheid heeft beroofd;
Feit 2:op 21 november 2023 [slachtoffer 1] heeft bedreigd;
Feit 3:op 21 november 2023 [slachtoffer 1] heeft mishandeld;
Feit 4:in de periode van 5 augustus 2023 tot en met 6 augustus 2023 heeft geprobeerd om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven door haar tegen het hoofd te slaan. Subsidiair is dit tenlastegelegd als een zware mishandeling;
Feit 5:op 16 november 2023 [slachtoffer 2] heeft bedreigd;
Feit 6:in de periode van 7 augustus 2023 tot en met 21 november 2023 stelselmatig inbreuk heeft gemaakt op de persoonlijke levenssfeer van [slachtoffer 1] , haar ouders en haar kinderen;
Feit 7:in de periode van 14 november 2023 tot en met 16 november 2023 [slachtoffer 1] heeft bedreigd;
Feit 8:in de periode van 5 juni 2021 tot en met 19 november 2023 kinderporno heeft verspreid, vervaardigd en/of in bezit heeft gehad.
Voorts vermeldt de dagvaarding een ad informandum gevoegd strafbaar feit, te weten het voorhanden hebben van een vuurwapen op 21 november 2023.

3.Geldigheid van de dagvaarding

Door de raadsman is bepleit dat de dagvaarding ten aanzien van het tenlastegelegde feit 3 nietig moet worden verklaard, omdat op basis van de tekst van de tenlastelegging het voor de verdachte onduidelijk is waar hij zich tegen moet verdedigen. De officier van justitie rekwireert namelijk tot bewezenverklaring van twee afzonderlijke mishandelingen op 21 november 2023: één op de [straatnaam 1] en één in de kelder van de woning.
De rechtbank verwerpt dit verweer, reeds omdat aan de verdachte is tenlastegelegd dat hij “
op een of meer tijdstippen” [slachtoffer 1] op 21 november 2023 heeft mishandeld en de officier van justitie heeft toegelicht dat zij daarmee doelt op beide mishandelingen die volgens de verklaring van [slachtoffer 1] zouden hebben plaatsgevonden, dus zowel de mishandeling in de woning als de mishandeling buiten. Het is naar het oordeel van de rechtbank aldus voldoende duidelijk waarop de verdenking ziet.

4.De beoordeling van het bewijs

4.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie acht de tenlastegelegde feiten bewezen. Ten aanzien van de feiten 1 tot en met 3 is er geen reden om te twijfelen aan de verklaring van [slachtoffer 1] ; hetgeen de verdachte hierover heeft verklaard, is ongeloofwaardig, temeer nu de verdachte in raadkamer bij de behandeling van de vordering gevangenhouding heeft verklaard dat [slachtoffer 1] de waarheid spreekt, dat hijzelf heeft gelogen en dat hij schuldig is aan alle feiten. Ten aanzien van feit 4 kan het primair tenlastegelegde worden bewezen, omdat de verdachte gedurende twee dagen, diverse keren, langdurig en met kracht tegen het hoofd van [slachtoffer 1] heeft geslagen, waardoor zij een hersenbloeding heeft opgelopen. Dit moet gekwalificeerd worden als een poging tot doodslag. Feit 5 heeft de verdachte ter terechtzitting nogmaals bekend. Ten aanzien van feit 6 bevat het dossier voldoende bewijs dat de verdachte in de tenlastegelegde periode telefonisch en middels berichten contact probeerde te krijgen met [slachtoffer 1] . [slachtoffer 1] heeft de verdachte verschillende keren geblokkeerd en reageerde nergens op. Gelet op de hoeveelheid en intensiteit van de berichten en telefonische oproepen en het gegeven dat [slachtoffer 1] de verdachte telkens blokkeerde, is de belaging bewezen. De feiten 7 en 8 heeft de verdachte bekend, maar de pleegperiode van feit 8 moet worden ingekort naar aanleiding van het aanvullende proces-verbaal van 18 november 2024.
4.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft ten aanzien van feit 1 partiële vrijspraak bepleit ten aanzien van het duwen in de rug met een vuurwapen of hard voorwerp. Ten aanzien van feit 2 kan niet worden bewezen dat de verdachte een wapen in de mond van [slachtoffer 1] heeft proberen te duwen. Voor feit 3 geldt dat slechts één klap is gegeven (in de weide) en er geen steun-bewijs is voor het plegen van mishandeling in de woning. Van feit 4 moet de verdachte integraal worden vrijgesproken. [slachtoffer 1] heeft van begin af aan in het ziekenhuis verklaard dat zij van de trap is gevallen en dit heeft zij diverse keren herhaald. Niet kan worden vastgesteld dat het letsel het gevolg is van het handelen van de verdachte. Als onverhoopt wordt vastgesteld dat het letsel door de verdachte is ontstaan, geldt dat hij door zijn handelen dacht tegemoet te komen aan haar wens om stevig op te treden waarbij hij ervan overtuigd was dat zij – als narcist – geen pijn kan voelen. Gelet hierop is geen sprake van opzet. Ten aanzien van feit 5 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank. Van feit 6 moet de verdachte worden vrijgesproken, omdat [slachtoffer 1] pas op 14 november 2023 aan de verdachte kenbaar heeft gemaakt dat zij met rust gelaten wil worden. Er resteert dan nog een pleegperiode van 7 dagen. Deze periode, waarin slechts een handvol berichten is verstuurd, is te kort om tot een bewezenverklaring van belaging te komen. Ook kan het opzet op de belaging niet bewezen worden. Ten aanzien van feit 8 refereert de raadsman zich aan het oordeel van de rechtbank, met dien verstande dat de pleegperiode moet worden ingekort. Tot slot heeft de raadsman bepleit dat bij een bewezenverklaring van de feiten 1 tot en met 3 enerzijds en bij feiten 6 en 7 anderzijds sprake is van eendaadse samenloop, dan wel een voortgezette handeling.
4.3
Het oordeel van de rechtbank [1]
Bewijsmiddelen
De rechtbank past ten aanzien van de tenlastegelegde feiten de volgende bewijsmiddelen toe die de voor de bewezenverklaring redengevende feiten en omstandigheden bevatten zoals hieronder zakelijk weergegeven.
[slachtoffer 1]verklaarde in haar aangifte van 3 november 2023 als volgt: [2]
Ik doe aangifte van zware mishandeling en van bedreiging tegen mijn ex-partner
genaamd [verdachte] . In het weekend van 5 en 6 augustus 2023 bevond ik mij in mijn vakantiewoning op het [straatnaam 2] in [plaats] . In de ochtend van 5 augustus, omstreeks 11.00 uur, begon hij al ruzie met mij te maken. Opeens zag ik dat hij van de bank opstond en naar mij toe kwam. Ik voelde toen harde klappen op mijn rechterslaap.
Ik voelde pijn op mijn slaap. Ik schrok en begon te huilen en schreeuwen. Ik voelde
dat hij nog harder sloeg. Ik was bang en voelde erg veel pijn. Ik hoorde dat hij ook
nog zei: “Stel je niet aan, zo hard sla ik niet!” Ik voelde dat ik nog een paar klappen kreeg, nog steeds op mijn slaap. Hij sloeg op mijn slapen links en rechts. Ik voelde erg veel hoofdpijn. Dit slaan en ruzie maken duurde de hele dag door. Na elk antwoord op elke vraag van hem kreeg ik weer klappen op mijn slapen en had ik pijn. Als ik zei dat ik erg moe was en naar bed wilde, hield hij wel op. Ik ben toen zoveel mogelijk in bed geweest, maar als ik wakker werd, kreeg ik weer vragen, waarop ik toch hoe dan ook het verkeerde antwoord gaf, en dan begon hij mij weer te slaan. Ik riep vaker: “Stop daar toch mee! Waarom doe je dat!?”. Ik hoorde dat hij tegen me zei: “Als een vrouw niet luistert, mag ze rustig een pak slaag krijgen.” Dit ging zo de hele dag door, en ook de volgende dag op 6 september 2023 (
de rechtbank begrijpt: 6 augustus 2023) ging dit door. Het bleef zich herhalen. Toen ik in de spiegel keek tussendoor, zag ik dat mijn hoofd helemaal opgezet was bij mijn slapen. Als ik erop duwde, deed het pijn. Ik hoorde dat [verdachte] zei: “Je bent nu net een hamstertje”. Ik zag en hoorde dat hij daarbij lachte. Op maandag 7 augustus 2023 werd ik wakker en voelde ik dat ik mijn linker arm niet kon bewegen, deze voelde helemaal verlamd aan. Ik wilde opstaan, maar merkte dat ik niet kon lopen, ik kon niet op mijn benen staan. Uiteindelijk ben ik naar het ziekenhuis in Roermond gegaan met [verdachte] . Daar vroegen ze wat mij was overkomen. Omdat [verdachte] erbij was, durfde ik niet te vertellen dat we ruzie hadden gehad. We hebben allebei verteld dat ik van de trap ben gevallen. Er werd een scan van mijn hoofd gemaakt. Daarna vertelde een arts mij dat ik met spoed naar het UMC te Maastricht moest omdat ze een hersenbloeding hadden geconstateerd. Ik ben een paar dagen later daar geopereerd, omdat ik telkens wegviel en er iets moest gebeuren in mijn hoofd. Na tweeënhalve week ben ik gaan revalideren om weer te gaan leren lopen. In de kliniek durfde ik bij de psychologe uiteindelijk pas te vertellen wat er allemaal was gebeurd en hoe het kwam dat ik deze hersenbloeding had opgelopen. Toen besefte ik dat het moest stoppen. Omdat ik na het revalideren niet meer naar [plaats] wilde, maar thuis bij mijn ouders wilde opknappen, werd [verdachte] boos. Toen heb ik de relatie verbroken. Dat was omstreeks eind augustus. Sindsdien valt hij mij en mijn ouders lastig via WhatsApp. Hij bedreigt zowel hen als mij. Hij is regelmatig blijven bellen, maar we wilden de telefoon niet opnemen. Mijn ouders vonden het beangstigend en zijn melding komen maken bij de politie, samen met mij. Hij heeft mij vaker gebeld en berichten ingesproken. Ik heb niet alle berichten die hij insprak, beluisterd. Ik toon u de genoemde appjes en berichten.
In de
bijlage behorende bij de aangiftevan [slachtoffer 1]
van 3 november 2023zijn berichten gevoegd. In deze berichten staat, onder andere, het volgende:
“Jij gaat wat botsen krijgen, terwijl je verkracht wordt krijg je dikke botsen van mij. geen geen kloot om je leven meer”, “Narcist ik ga genieten van jou te verkrachten en pijn te doen”, “Je hebt geen keus een leven met mij of geen leven. Kies maar”, “Jij gaat doen wat ik zeg en wil, niks anders jij gaat terug als vroeger worden en luisteren of allen krijgen de kogel jij als eerste”, “Maakt mij niet uit bak en jij met je familie eraan. Wil je wedden? Heb ik er voor over”, “Jij mij zo behandelen krijg je tien keer terug van mij dat je maar al tampons in je kop begint te steken goed tegen bloeden” en “Slaag je nog liever dood moet alleen wat harder kloppen deze keer”. [3]
In het dossier bevinden zich ook
medische stukken van [slachtoffer 1]. Hieruit blijkt dat zij op 8 augustus 2023 naar de spoedeisende eerste hulp in Roermond is geweest. Daar is onder meer geconstateerd dat zij een subdurale bloeding met midline shift had. [4]
[slachtoffer 1]verklaarde in haar aangifte van 21 november 2023 als volgt: [5]
Pleegdatum: 21 november 2023. Ik doe aangifte van mishandeling, bedreiging en poging tot wederrechtelijke vrijheidsbeneming door mijn ex-vriend [verdachte] alias [verdachte] . Afgelopen weekend was mijn ex-vriend [verdachte] mij veelvuldig aan het appen. Hij stuurde eigenlijk continu vanaf zaterdag berichten tot en met vandaag. Deze berichten bevatten dreigementen en teksten in de zin van: ‘ik ga je moeder neuken’, als voorbeeld. Vanmiddag is het rustig geweest en op 21 november 2023, omstreeks 19:15 uur, was ik thuis in mijn woning op de [adres] in [S.] . Ik ging mijn hond uitlaten. Ik kwam een vrouw tegen met wie ik wel eens praatte. Ik liep op de [straatnaam 3] . Op een gegeven moment viel mijn oog op een persoon en die persoon had voor mij een bekend silhouet. Ik dacht dat die persoon mijn ex [verdachte] was. Die persoon liep aan de overzijde van de [straatnaam 3] ter hoogte van de [straatnaam 1] . Ik zag dat die persoon de [straatnaam 1] opliep en uit het zicht verdween. Ik had het gevoel dat dit het moment was om weg te komen, dus ik begon direct weg te rennen in de richting van mijn woning over de [straatnaam 3] . Ik denk dat ik 10 meter heb kunnen rennen totdat [verdachte] links naast me stond. Ik zag dat hij een nepbaard ophad en voelde op dat moment dat hij met iets in mijn rug duwde, iets hards. Ik voelde meteen angst en dacht ‘wat moet ik doen?’. [verdachte] zei: “Je doet nu wat ik zeg, je loopt nu met mij mee!” Hij vroeg aan mij waar een afgelegen plek was. Ik zei: “dat weet ik niet”. Toen zei hij: “je doet wat ik wil!”. Door met dat harde voorwerp in mijn rug te duwen, stuurde hij mij naar de overkant van de [straatnaam 1] alwaar een bosschage gelegen is. Dit is een afgelegen en donkere plek. We stonden op een gegeven moment stil. Hij stond schuin tegenover mij en toen sloeg hij mij. Ik voelde pijn aan de linker kant van mijn hoofd en mijn bril vloog van mijn hoofd af. [verdachte] zei: “Als je denkt dat de revolver of pistool niet echt is”. Toen maakte hij met de revolver of pistool twee laadbewegingen. Ik zag dat er iets uit de revolver of pistool viel. Hij zei ook dat hij een wapenstok of zoiets bij zich had, tevens probeerde hij de loop van de revolver of pistool in mijn mond te duwen, ik kon dit tegenhouden met mijn handen, en zei: “doe normaal”. Hij zei iets in de trant van: “dan ben je de derde op mijn lijst, maar verder zal ik je er niet over inlichten”. Ik moest vervolgens van hem naar huis gaan en mijn telefoon halen. We zijn vervolgens vanaf de bosschage aan de overzijde van de [straatnaam 1] gelopen naar mijn woning toe. Hierbij heeft hij constant een hard voorwerp in mijn rug geduwd.
Toen ik binnen was via de voordeur, heb ik direct de voordeur op slot gedaan. En ben
vervolgens de woonkamer in gelopen. Ik heb direct met de thuistelefoon 112 gebeld. Ik
ben toen de kelder in gevlucht. Ik zag onderweg naar de kelder opeens dat [verdachte] bij de voordeur stond. Ik had me schuil gehouden in de kelder en hoorde op een gegeven
moment veel gekraak en glasgerinkel. Ik hoorde hem agressief mijn naam schreeuwen en hij heeft mij in de kelder gevonden. [verdachte] stond op een gegeven moment achter mij en toen voelde ik plotseling een klap tegen mijn hoofd. Ik voelde angst en paniek en ik dacht op dit moment als hij zo doorgaat dan leef ik straks niet meer. Ik voelde op het moment van de klap geen pijn, maar nu achteraf wel. Ik voel deze pijn rechtsachter. Ik voel daar nu ook een dikke bult.
[slachtoffer 1]verklaarde in haar aangifte van 29 november 2023, voor zover hier van belang, het volgende: [6]
V: vraag verbalisantA: antwoord verdachte
A: Omdat hij de relatie al had beëindigd, ik heb wel tegen hem gezegd, dat hij mij met rust moest laten en dat mijn prioriteit lag bij mijn herstel en dat ik geen zin had in een relatie op dat moment.
V: Dus eigenlijk wilde hij weer terug bij jou en dat wilde jij niet.
A: Ja, had mij gewoon in de steek gelaten, terwijl ik een goede partner nodig had op
dat moment. Hij bedreigt mijn ouders, mijn kinderen, dat wil ik niet, ik wil een partner die ik kan vertrouwen.
V: In ieder geval is de relatie over en wat is zijn reactie hierop?
A: Stalking, mijn ouders bedreigen.
V: Stalking, wat deed hij dan?
A: Continue WhatsAppberichten sturen.
V: wat bedoel je met continue?
A: Zoveel, dat ik ze niet eens meer las.
V: Hoeveel berichten stuurde hij op een dag?
A: Dat was verschillend. Hij gebruikte ook verschillende telefoonnummers. In dat weekend waren het er heel veel. Hoeveel hij in totaal stuurde dat weet ik niet.
V: Was het dagelijks dat hij berichten stuurde?
A: Ja, volgens mij wel.
V: Stuurde hij alleen berichten via WhatsApp?
A: Nee, WhatsApp, sms, via de computer. Volgens mij ook via Messenger, Facebook,
maar dat was in het begin. Ook stuurde hij berichten via de mail.
V: Heeft hij ook gebeld?
A: Hij belde op mijn mobiele nummer en ook op het thuisnummer van mijn ouders.
De telefoon van de verdachte is in beslag genomen. [7] Uit onderzoek is gebleken dat in de periode van 7 augustus 2023 tot en met 23 november 2023 in totaal 5.353 e-mails door de verdachte zijn verzonden naar [slachtoffer 1] , dat de verdachte 407 keer heeft gebeld met verschillende telefoonnummers naar [slachtoffer 1] en dat de verdachte berichten naar de ouders van [slachtoffer 1] heeft verzonden, waarover onder meer het volgende is gerelateerd:
“Op 14 oktober 2023, om 18.45.13 uur, schreef een user account van [verdachte] naar het contact: [getuige 1] , met het telefoonnummer: [telefoonnummer] , het navolgende:
“ [naam vader slachtoffer] jij en je wijf gaan slaag krijgen als ik kom. Je dochter heeft me psychisch geterroriseerd en blijft mee men kloten spelen. Jullie helpen haar daarbij, ik krijg niets afsluiting of antwoorden dat ik verder kan met mijn leven. Ze blijft haar spel spelen. Je kleinkinderen zoek ik ook op en slaag ik verrot. Jullie met mijn gezondheid kloten en door je dochter zit ik in schulden. Wees gerust dat ik jullie ook zal mishandelen als zij met mij gedaan heeft. Ik kom gauw
en
Op 19 oktober 2023, om 17.07.28 uur, schreef een user account van [verdachte] naar het contact: [getuige 1] , met het telefoonnummer: [telefoonnummer] , het navolgende:

Kunt kiezen ofwel belt u dochtertje mij vandaag nog en gaat ze beginnen te praten of ik kom naar jullie en dan slaag ik jullie de kop in. Wat denk je nazi datje zomaar met mensen speelt nee denk het niet. Draag de gevolgen dan maar. Kunde alledrie het ziekenhuis in. En flikken ga maar boeit me niet als ik die verrot moet slaan met alle plezier. Vandaag belt die kleuter mij of ik kom voor jullie drie. En de kleinzoontjes zal ik ook even bezoeken dan en goed wa bijeen kloppen en hun auto's. [8]
In de bijlage van bovengenoemd proces-verbaal is een overzicht gegeven van de berichten die door de verdachte naar de vader van [slachtoffer 1] zijn verzonden. [9] In bijlage 2 staat een overzicht van de berichten die door de verdachte naar [slachtoffer 1] zijn verzonden. [10] De weergave van de berichten aan de vader van [slachtoffer 1] begint met de datum 13 oktober 2023.
De
getuigen [getuige 1] en [getuige 2]verklaren het volgende: [11]
De getuigen zijn de ouders van het slachtoffer [slachtoffer 1] .
O: Opmerking/mededeling verbalisanten
V: Vraag verbalisanten
AV: Antwoord getuige [getuige 1] (Vader)
AM: Antwoord getuige [getuige 2] (Moeder)
AM: hij bedreigt ons ook de hele tijd. Dat was niet meer normaal. Hij had iedere keer verschillende nummers. Je durfde de telefoon niet meer op te pakken. Hij belde met zijn gewone nummer en een anoniem nummer. Als wij de telefoon niet meer opnamen, dan begon hij met de dochter. Zij had de telefoon dan uitgezet. Zij pakte ook niet meer op, want ze werd gek. Dan belde hij naar de vaste telefoon. Als ik de vaste telefoon niet oppakte dan belde hij naar de mobiel van mijn man en dan schreef hij een hele litanie erop. Hij deed ook via Facebook met slecht maken en zo’n litanie.
O: Maar er zijn dus ook bedreigingen aan u, aan de ouders, gericht.
AM: Ja, daarom ben ik ook naar de politie gegaan, ik voelde me niet veilig.
AV: Ja, zo van “ik sla jullie de kop in” en “ik steek jullie het huis in brand.” Hij schold ons ook uit voor nazi’s en zoiets allemaal.
De verdachte verklaardeter terechtzitting van 22 juli 2025 – zakelijk weergegeven – het volgende:
Het klopt dat ik op 5 en 6 augustus 2023 in het vakantiehuisje van [slachtoffer 1] in [plaats] was. We hebben daar ruzie gehad. Ik heb haar herhaaldelijk en langdurig geslagen tegen haar hoofd met de platte hand. Het klopt dat dit de hele zaterdag en zondag is door-gegaan.
In het dossier staat dat ik haar 407 keer heb geprobeerd te bellen en dat er duizenden berichten zijn verzonden. Dat kan kloppen. Ik was geobsedeerd door haar. Ik wilde haar terug en dat zij weer tegen mij praatte. Ik heb nog af en toe contact met haar gehad na het incident van 5 en 6 augustus 2023. Dit ging vaak over de honden, maar medio oktober 2023 heb ik niets meer van [slachtoffer 1] vernomen. Sinds 13 oktober 2023 kreeg ik geen respons meer. Zij blokkeerde mij telkens. Ik belde inderdaad met verschillende telefoonnummers, maar ook die werden door [slachtoffer 1] geblokkeerd.
Het klopt dat ik op 21 november 2023 vermomd naar haar toe ben gegaan. Ik liep haar achterna. Ze was met de hond. Ik had inderdaad een pistool bij mij en dat liet ik ook zien, zodat ze misschien van gedachten zou veranderden. Het is een alarmpistool dat ik zelf gekocht heb. Het klopt dat ik haar bij de bosschage een klap heb gegeven. Ik wilde haar spreken, maar dat lukte niet. Vervolgens zijn we naar haar woning gegaan. Toen ik merkte dat zij naar binnen was gegaan en de deur op slot had gedaan, verloor ik de controle.
Het klopt dat ik op 16 november 2023 een pistool heb gericht op [slachtoffer 2] en dat ik zei “Hier met die gsm of ik schiet.”
De aangetroffen kinderporno op mijn gegevensdragers heb ik via het Darkweb gevonden en daar heb ik foto’s van gemaakt. Ik heb een paar van die foto’s naar [slachtoffer 1] gestuurd. Ik dacht dat ze dat leuk vond en dat ik haar zo kon terugwinnen.
Bewijsoverweging
T.a.v. feit 1 en feit 2
De verdachte heeft de tenlastegelegde gedragingen grotendeels bekend. De verklaring van de verdachte dat hij geen hard voorwerp in de rug van [slachtoffer 1] heeft geduwd (feit 1) en dat hij geen wapen in haar mond heeft proberen te duwen (feit 2), volgt de rechtbank niet. [slachtoffer 1] heeft in haar aangiftes gedetailleerd, authentiek en consistent verklaard, ook over het pistool dat de verdachte bij zich droeg, dat zij een hard voorwerp in haar rug voelde en dat de verdachte dit pistool in haar mond probeerde te duwen. Meer in het algemeen geldt dat de verklaringen van [slachtoffer 1] steun vinden in andere bewijs-middelen. Dat geldt ook deels voor de verklaringen omtrent het gebruik van het wapen door de verdachte. Immers: de verdachte heeft zelf verklaard dat hij het pistool buiten bij zich droeg en aan [slachtoffer 1] heeft laten zien. Bovendien heeft de politie binnen handbereik van de verdachte in de woning van [slachtoffer 1] een gaspistool aangetroffen. De rechtbank heeft dan ook geen reden om [slachtoffer 1] in het door de verdediging betwiste deel van haar verklaring niet te volgen. Dat geen biologisch materiaal in de vorm van speeksel van [slachtoffer 1] op dat wapen is aangetroffen, zoals de raadsman heeft aangevoerd, betekent niet dat hij dat wapen niet in haar mond heeft geprobeerd te duwen. [slachtoffer 1] heeft daarover immers verklaard dat zij dat kon tegenhouden met haar handen. Gelet op het voorgaande, en aangezien niet ieder deel van een tenlastelegging dubbel belegd moet worden, acht de rechtbank het tenlastegelegde, ook op de betwiste punten, bewezen.
Feit 3Ter terechtzitting heeft de verdachte bekend dat hij [slachtoffer 1] heeft geslagen aan de overzijde van de [straatnaam 1] bij de bosschage; het slaan in de woning heeft de verdachte ontkend. Ondanks deze ontkenning acht de rechtbank beide mishandelingen bewezen, nu zij ook hier, onder verwijzing naar hetgeen hiervoor is overwogen, geen reden heeft op dit punt [slachtoffer 1] niet te geloven en niet ieder deel van een tenlastelegging dubbel belegd moet worden.
Feit 4 primair
Het verweer van de raadsman dat onvoldoende duidelijk is of het letsel van [slachtoffer 1] het gevolg is van het handelen van de verdachte, wordt verworpen. Allereerst geldt dat de verdachte heeft bekend dat hij [slachtoffer 1] gedurende twee dagen veelvuldig tegen het hoofd heeft geslagen. Dat de uitoefening van dermate excessief geweld de oorzaak is geweest van de bij [slachtoffer 1] ontstane hersenbloeding is alleszins voor de hand liggend. Dat de hersenbloeding het gevolg zou zijn geweest van een val van de trap gelooft de rechtbank niet. Het is juist dat [slachtoffer 1] in het ziekenhuis heeft verklaard dat zij van de trap was gevallen. Maar daarover heeft zij later verklaard dat zij in het ziekenhuis niet durfde te vertellen dat zij en de verdachte ruzie hadden gehad, omdat de verdachte erbij was. Zij voelde zich pas vrij om te vertellen wat er was gebeurd toen zij bij de psycholoog was. Gelet op de gewelddadigheden die in het weekend voorafgaand aan het ziekenhuisbezoek tegen [slachtoffer 1] waren gepleegd en de aanwezigheid van de verdachte in het ziekenhuis, acht de rechtbank het zeer aannemelijk dat [slachtoffer 1] zich niet vrij voelde om in het ziekenhuis naar waarheid te verklaren. Vanaf het moment dat [slachtoffer 1] heeft verteld wat volgens haar daadwerkelijk was gebeurd, heeft zij daarover steeds zeer gedetailleerd en consistent verklaard. De rechtbank acht daarom bewezen dat het letsel van [slachtoffer 1] door toedoen van de verdachte is ontstaan.
Naar het oordeel van de rechtbank heeft de verdachte in voorwaardelijke zin opzet gehad op het doden van [slachtoffer 1] . Het is immers een feit van algemene bekendheid dat de slapen zeer kwetsbare en vitale delen van het lichaam zijn en dat de hersenen een belangrijk orgaan zijn waarmee vitale functies van het menselijk lichaam, zoals de bloeds-omloop en ademhaling, worden aangestuurd. Er is een reële en niet onwaarschijnlijke, en daarmee aanmerkelijke, kans dat krachtige en langdurige geweldsinwerking op de slapen zoals uitgeoefend door de verdachte tot (ernstig) hersenletsel en vervolgens de dood leidt. Aan het handelen van de verdachte is inherent dat hij die aanmerkelijke kans op de dood bewust heeft aanvaard. Daaraan doet niet af dat hij – wat daar ook van zij – gedacht zou hebben dat [slachtoffer 1] stevig optreden wenselijk zou vinden en dat zij geen pijn kon voelen, temeer nu [slachtoffer 1] herhaaldelijk heeft gezegd dat de verdachte met het geweld moest stoppen en zij huilde en schreeuwde van de pijn.
Nu de verdachte in het voorwaardelijk opzet niet is geslaagd, blijft het bij een poging. De rechtbank acht mitsdien het onder feit 4 primair tenlastegelegde feit bewezen.
Feit 6
Uit de bewijsmiddelen blijkt dat de verdachte in de periode van 7 augustus 2023 tot en met 23 november 2023 in totaal 5.353 e-mails naar [slachtoffer 1] heeft verzonden en haar 407 keer heeft geprobeerd te bellen met verschillende telefoonnummers. Ook heeft hij Whats-Appberichten verzonden naar [slachtoffer 1] en diverse keren geprobeerd contact te krijgen met [slachtoffer 1] ’ ouders. Uit de getuigenverklaringen van de ouders blijkt dat de verdachte hen bleef bellen en bedreigen. Op de momenten dat de ouders de telefoon niet beantwoordden, ging de verdachte weer [slachtoffer 1] contacteren. De verdachte heeft ter terechtzitting verklaard dat hij dit deed omdat hij [slachtoffer 1] ‘terug wilde’ en wilde dat zij weer met hem zou praten.
De rechtbank is op basis van de bewijsmiddelen van oordeel dat de aard, duur, frequentie en intensiteit van de hiervoor vastgestelde gedragingen van de verdachte, de omstandigheden waaronder deze hebben plaatsgevonden en de invloed daarvan op het persoonlijke leven en de persoonlijke vrijheid van [slachtoffer 1] en haar ouders zodanig zijn geweest, dat van een stelselmatige inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer sprake is geweest. Dat, zoals door de raadsman bepleit, de verdachte geen opzet had op de belaging, wordt weersproken door diens verklaring ter terechtzitting, inhoudende dat hij [slachtoffer 1] ‘terug wilde hebben’ en wilde dat zij weer met hem praatte. De verdachte had aldus opzet om [slachtoffer 1] iets dwingen te doen en te dulden.
De rechtbank is wel, met de raadsman, van oordeel dat de pleegperiode moet worden ingekort, zij het niet in de mate die de raadsman voor ogen staat. De verdachte en [slachtoffer 1] hebben volgens de verklaring van de verdachte ter terechtzitting nog contact gehad na het incident van 5 en 6 augustus 2023. Sinds 13 oktober 2023 heeft de verdachte niets meer van [slachtoffer 1] vernomen en werd hij meermaals geblokkeerd. Vanaf dat moment moet het de verdachte duidelijk zijn geweest dat [slachtoffer 1] niets meer met hem te maken wilde hebben. Gelet op de weergave van berichten op de pagina's 338 tot en met 342 van het procesdossier en de verklaring van de verdachte, is de rechtbank dan ook van oordeel dat de pleegperiode aanvangt op 13 oktober 2023.
De rechtbank acht niet bewezen dat de verdachte de kinderen van [slachtoffer 1] heeft belaagd. Het dossier bevat onvoldoende bewijs dat de verdachte hen tijdens de pleeg-periode heeft gecontacteerd.
T.a.v. feiten 5, 7 en 8
Aangezien de verdachte deze feiten ter terechtzitting duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend en door of namens hem geen vrijspraak is bepleit, volstaat de rechtbank, met toepassing van artikel 359, derde lid, laatste volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), met een opsomming van de bewijsmiddelen:
Feit 5
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 2] van 16 november 2023; [12]
- de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 juli 2023;
Feit 7
- het proces-verbaal van aangifte van [slachtoffer 1] van 21 november 2023; [13]
- een geschrift bestaande uit een weergave van (WhatsApp)berichten; [14]
- de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 juli 2023;
Feit 8
- het proces-verbaal beschrijving kinderpornografisch materiaal van 12 februari 2024 en de daarbij behorende bijlagen; [15]
  • het afzonderlijk proces-verbaal met proces-verbaalnummer LBRBD24003-7 van 18 november 2024;
  • de verklaring van de verdachte afgelegd ter terechtzitting van 22 juli 2025.
Kortere pleegperiode feit 8
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de pleeg-periode van feit 8 ingekort moet worden naar 11 november 2023 tot en met 19 november 2023.
Eendaadse samenloop of voortgezette handeling feiten 1 tot en met 3 en feiten 6 en 7
Door de verdediging is bepleit dat bij de feiten 1 tot en met 3 in relatie tot de feiten 6 en 7 sprake is van eendaadse samenloop dan wel een voortgezette handeling. De rechtbank is van oordeel dat van beide samenloopregelingen geen sprake is. Met betrekking tot deze feiten is telkens sprake van een apart wilsbesluit en de feiten spelen zich niet op dezelfde tijd en plaats af zoals bedoeld in artikel 56 van het Wetboek van Strafrecht (Sr). Door de raadsman is verder onvoldoende onderbouwd waarom dit oordeel anders zou moeten zijn.
4.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte
T.a.v. feit 1:
op 21 november 2023 in de gemeente Sittard Geleen opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd, door
- een wapen in haar rug te duwen,
- haar te zeggen dat zij met hem mee moet gaan,
- haar te dwingen om met hem mee te lopen naar een afgelegen en donkere plek, en
- haar te dwingen om naar haar woning te gaan om haar telefoon te halen;
T.a.v. feit 2:
op 21 november 2023 in de gemeente Sittard Geleen [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht door
- twee laadbewegingen te maken met een pistool, terwijl hij hieraan de woorden toevoegt: "als je denkt dat de revolver of pistool niet echt is...",
- een pistool in haar mond probeert te duwen en hierna de woorden toe te voegen: "dan ben je de derde op mijn lijst, maar verder zal ik je er niet over inlichten";
T.a.v. feit 3:
op 21 november 2023 in de gemeente Sittard -Geleen [slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar meerdere malen te slaan;
T.a.v. feit 4 primair:
in de periode van 5 augustus 2023 tot en met 6 augustus 2023 in de gemeente Roerdalen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven, haar veelvuldig tegen haar hoofd (ter hoogte van haar slapen) heeft geslagen, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 5:
op 16 november 2023 in de gemeente Roerdalen [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling, door een vuurwapen in de richting van [slachtoffer 2] te houden en hierbij de woorden toe te voegen: “Hier met die gsm of ik schiet";
T.a.v. feit 6:
in de periode van 13 oktober 2023 tot en met 21 november 2023 in de gemeente Sittard -Geleen wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] en de ouders van [slachtoffer 1] , door
- veelvuldig WhatsAppberichten naar [slachtoffer 1] en naar de ouders van [slachtoffer 1] te sturen, veelvuldig e-mailberichten naar [slachtoffer 1] en naar de ouders van [slachtoffer 1] te sturen en
- veelvuldig te bellen naar [slachtoffer 1] en naar de ouders van [slachtoffer 1] ,
met het oogmerk [slachtoffer 1] te dwingen iets te doen en/of te dulden;
T.a.v. feit 7:
in de periode van 14 november 2023 tot en met 16 november 2023 in de gemeente Sittard -Geleen [slachtoffer 1] heeft bedreigd met verkrachting, enig misdrijf tegen het leven gericht en zware mishandeling, door [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen:
- “ Jij gaat wat botsen krijgen, terwijl je verkracht wordt krijg je dikke botsen van mij geen geen kloot om je leven meer", "Narcist ik ga genieten van jou te verkrachten en pijn te doen",
- " Je hebt geen keus een leven met mij of geen leven. Kies maar”,
- " Jij gaat doen wat ik zeg en wil, niks anders jij gaat terug als vroeger worden en luisteren of allen krijgen de kogel jij als eerste",
"Maakt mij niet uit bak en jij met je familie eraan. Wil je wedden? Heb ik er voor over",
- " Jij mij zo behandelen krijg je tien keer terug van mij dat je maar al tampons in je kop begint te steken goed tegen bloeden" en
"Slaag je nog liever dood moet alleen wat harder kloppen deze keer";
T.a.v. feit 8:
in de periode van 11 november 2023 tot en met 19 november 2023 in Nederland en/of België afbeeldingen van seksuele gedragingen waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken in bezit heeft gehad en zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk de toegang heeft verschaft, welke seksuele gedragingen zakelijk weergegeven bestonden uit:
het met de/een penis en/of voorwerp, oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een penis, vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (afbeelding 01, 02 en 03 in de toonmap en Bijlage II pagina 405), en/of
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/of het met de/een vinger/hand betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt (zie afbeelding 04, 05 en 06 in de toonmap en Bijlage II pagina 405 en 406), en/of
naakt (laten) poseren door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt en/of poseert in een omgeving en/of in een erotisch getinte houding (op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passen en/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) pose en/of de uitsnede van de foto's/film(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden waarbij de afbeelding telkens een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling (zie afbeelding 07, 08 en 09 in de toonmap en Bijlage II pagina 406 en 407).
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Kennelijke taal- en schrijffouten in de tenlastelegging zijn voor zover aanwezig in de bewezenverklaring verbeterd. De verdachte is hierdoor redelijkerwijs niet in zijn verdediging geschaad.

5.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 1:
opzettelijk iemand wederrechtelijk van de vrijheid beroven;
T.a.v. feit 2:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht;
T.a.v. feit 3:
mishandeling, meermalen gepleegd;
T.a.v. feit 4 primair:
poging tot doodslag;
T.a.v. feit 5:
bedreiging met enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling;
T.a.v. feit 6:
belaging, meermalen gepleegd;
T.a.v. feit 7:
bedreiging met verkrachting en enig misdrijf tegen het leven gericht en met zware mishandeling;
T.a.v. feit 8:
een gegevensdrager bevattende een afbeelding van een seksuele gedraging, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet heeft bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken, in bezit hebben en zich door middel van een geautomatiseerd werk de toegang daartoe verschaffen.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

6.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is in het Pieter Baan Centrum (hierna: PBC) ter observatie opgenomen en onderzocht. Op 15 april 2025 hebben de deskundigen van het PBC over de geestvermogens van de verdachte een rapport uitgebracht. De deskundigen concluderen – kort weergegeven – als volgt. Bij de verdachte is sprake van een psychische stoornis en hij voldoet aan de criteria van een borderline persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, alsook aan een daarmee verbonden ziekelijke stoornis in het gebruik van amfetaminen. Omdat de borderline persoonlijkheidsstoornis sinds de adolescentie bestaat en een gevolg is van een verstoorde persoonlijkheidsontwikkeling, was deze psychische stoornis ook aanwezig ten tijde van de tenlastegelegde feiten, indien bewezen.
De deskundigen adviseren om de onder 1 tot en met 7 tenlastegelegde feiten in verminderde mate aan de verdachte toe te rekenen; tevens zou gedacht kunnen worden aan sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid. Ten aanzien van het onder feit 8 tenlastegelegde is de relatie met de stoornis minder duidelijk en om die reden kunnen de deskundigen geen gedragskundige onderbouwing van een vermindering van de toerekeningsvatbaarheid onderbouwen. Een doorwerking van de stoornis kan niet worden vastgesteld, maar ook niet volledig worden uitgesloten.
De rechtbank neemt deze conclusies van de deskundigen over, in die zin dat zij uitgaat van sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid. De rechtbank is voorts ook ten aanzien van het onder feit 8 tenlastegelegde van oordeel dat dit in sterk verminderde mate aan de verdachte moet worden toegerekend. De verdachte heeft ter terechtzitting diverse malen verklaard dat hij het kinderpornografisch materiaal voor [slachtoffer 1] heeft verzameld, terwijl nergens uit blijkt dat deze dit wenselijk achtte. Hieruit volgt naar het oordeel van de rechtbank voldoende dat ook dit feit verband houdt met de (waan)ideeën van verdachte richting [slachtoffer 1] , voortkomend uit verdachtes stoornis.
Dit betekent dat de verdachte strafbaar is. Er zijn namelijk ook geen andere feiten en omstandigheden naar voren gekomen die ertoe zouden moeten leiden dat de verdachte niet gestraft kan worden voor zijn daden.

7.De straf en de maatregel

7.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 10 jaar met aftrek van het voorarrest, alsmede de maatregel van terbeschikkingstelling (hierna: tbs) met verpleging van overheidswege. Gelet op de ernst van de feiten is een langdurige gevangenisstraf op zijn plaats. Daarnaast wordt de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege geadviseerd door de deskundigen van het PBC. Het recidiverisico is te hoog voor de maatregel van tbs met voorwaarden.
7.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich op het standpunt gesteld dat bij de strafbepaling rekening moet worden gehouden met de verminderde toerekenbaarheid van de verdachte en diens bijzondere persoonlijke omstandigheden. Daarnaast heeft de raadsman aangevoerd dat de tbs-maatregel met verpleging van overheidswege een te zware maatregel is. De behandeling die de verdachte nodig heeft, kan ook worden bereikt in het kader van een voorwaardelijke straf met bijzondere voorwaarden of een tbs-maatregel met voorwaarden.
7.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf en maatregel is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich ten aanzien van het slachtoffer [slachtoffer 1] schuldig gemaakt aan tal van ernstige strafbare feiten. De verdachte heeft tijdens zijn relatie met [slachtoffer 1] haar in haar eigen vakantiewoning gedurende een heel weekend diverse keren langdurig op het hoofd tegen de slapen geslagen, waardoor zij een hersenbloeding heeft opgelopen. [slachtoffer 1] is geopereerd en heeft maanden moeten revalideren. Nadat [slachtoffer 1] de relatie had beëindigd, heeft de verdachte in de avond van 21 november 2023, vermomd met een pruik en nepbaard, met valse kentekenplaten op zijn auto, met tiewraps geprepareerd als handboeien in zijn achterzakken en gewapend met een ploertendoder, pepperspray en gaspistool met gevuld magazijn, [slachtoffer 1] opgezocht en gevolgd. Vervolgens heeft hij haar wederrechtelijk van haar vrijheid beroofd en mishandeld. Met het gaspistool in haar rug heeft hij [slachtoffer 1] gedwongen om met hem naar haar woning te gaan. [slachtoffer 1] heeft hierbij doodsangsten uitgestaan en voelde zich genoodzaakt om bij thuiskomst zichzelf op te sluiten in haar kelder en 112 te bellen. De verdachte is vervolgens door verbreking van de voordeur in de woning van [slachtoffer 1] geraakt en heeft haar daar nogmaals mishandeld. [slachtoffer 1] is ternauwernood ontsnapt aan de verdachte. Het lijkt het scenario van een horrorfilm, maar het was voor [slachtoffer 1] de harde realiteit. Daarnaast heeft de verdachte zich schuldig gemaakt aan bedreigingen van [slachtoffer 1] , belaging van [slachtoffer 1] en haar ouders en bedreiging van [slachtoffer 2] door op deze een pistool te richten.
De verdachte heeft door zijn handelen een grote inbreuk gemaakt op de persoonlijke levenssfeer en lichamelijke integriteit van [slachtoffer 1] met alle pijn, verdriet en ongemak tot gevolg. Tot op de dag van vandaag ervaart zij de nadelige gevolgen van hetgeen de verdachte haar heeft aangedaan. Uit de onderbouwing van de vordering tot schade-vergoeding en de slachtofferverklaring van [slachtoffer 1] , die zij ter terechtzitting heeft voorgelezen, blijkt wat voor verstrekkende gevolgen de gebeurtenissen voor haar hebben gehad. Haar leven is voorgoed veranderd en zij zal moeten leren leven met het feit dat zij voor altijd hersenletsel heeft, met alle nadelige gevolgen van dien.
Daarnaast had de verdachte kinderpornografische afbeeldingen in bezit. Hierdoor heeft hij bijgedragen aan de instandhouding van de productie van dergelijk materiaal. Het behoeft geen betoog dat de productie hiervan een ontoelaatbare inbreuk maakt op privacy en de lichamelijke integriteit van de betrokken minderjarigen, die ernstige en mogelijk blijvende nadelige gevolgen kan hebben voor hun (seksuele) ontwikkeling.
Aan de dagvaarding is nog een strafbaar feit ad informandum gevoegd, te weten het voorhanden hebben van een wapen op 21 november 2023. Dit feit heeft de verdachte bekend en wordt door de rechtbank bij de op te leggen straf betrokken. De verdachte zal hiervoor niet (meer) afzonderlijk worden vervolgd.
De rechtbank is van oordeel dat voor de bewezenverklaarde feiten enkel een langdurige onvoorwaardelijke gevangenisstraf passend is, ter vergelding van het leed dat [slachtoffer 1] is aangedaan, maar ook ter beveiliging van de maatschappij. De rechtbank heeft bij de vaststelling van de duur daarvan onder meer gelet op straffen die doorgaans worden opgelegd in vergelijkbare gevallen. De rechtbank houdt voorts rekening met de sterk verminderde toerekeningsvatbaarheid van de verdachte. De rechtbank ziet daardoor aanleiding om een aanmerkelijk lagere gevangenisstraf op te leggen dan de officier van justitie heeft gevorderd.
Terbeschikkingstelling
In het hiervoor onder 6 genoemde rapport van het PBC hebben de psycholoog en de psychiater geconcludeerd dat louter een gevangenisstraf niet volstaat. Gelet op de ernst en omvang van de psychische problematiek van de verdachte en om de kans op herhaling te verlagen, is het van belang dat de verdachte behandeld wordt. De verdachte lijdt aan een borderline persoonlijkheidsstoornis met narcistische trekken, alsook aan een daarmee verbonden ziekelijke stoornis in het gebruik van amfetaminen. De deskundigen adviseren daarom om de verdachte de tbs-maatregel op te leggen. De rechtbank stelt vast dat aan de voorwaarden zoals genoemd in artikel 37a, leden 1 en 3, Sr is voldaan (behoudens met betrekking tot de mishandeling) en volgt het advies van de deskundigen.
Tbs met dwangverpleging of voorwaarden?
De rechtbank ziet zich, mede gelet op hetgeen de verdediging heeft aangevoerd, gesteld voor de vraag welke maatregel het meest passend is: een tbs-maatregel met voorwaarden of een tbs-maatregel met dwangverpleging. De deskundigen van het PBC hebben, gezien de tijd die nodig is voor een intensieve behandeling en de ambivalentie van de verdachte over zijn behandelmotivatie (hij zegt mee te willen werken aan ambulante behandeling, maar ziekte-inzicht ontbreekt en in het verleden heeft de verdachte voorgestelde behandelingen diverse malen afgewezen of voortijdig afgebroken), geadviseerd de behandeling vorm te geven in het kader van een tbs met bevel tot verpleging van overheidswege. Gelet op hetgeen de deskundigen daarover hebben gerapporteerd, is de rechtbank van oordeel dat die maatregel ook moet worden opgelegd. De door de verdediging bepleite tbs-maatregel met voorwaarden is onvoldoende onderbouwd en brengt naar het oordeel van de rechtbank te grote risico’s voor de maatschappij met zich. De rechtbank zou ook niet weten welke voorwaarden aan de maatregel verbonden moeten worden.
Alles afwegende zal aan de verdachte worden opgelegd een gevangenisstraf voor de duur van 5 jaren met aftrek van het voorarrest. Tevens wordt de maatregel van terbeschikking-stelling met verpleging van overheidswege opgelegd. Daarbij overweegt de rechtbank dat de maatregel wordt opgelegd ter zake van misdrijven die gericht zijn tegen of gevaar veroorzaken voor de onaantastbaarheid van het lichaam, zodat de totale duur van de maatregel een periode van vier jaren te boven kan gaan.

8.De benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel

8.1
De vordering van de benadeelde partij
De benadeelde partij vordert – na vermindering van de eis ter terechtzitting – schade-vergoeding tot een bedrag van € 54.754,39. Dit bedrag bestaat uit € 17.254,39 aan materiële schade en € 37.500, - aan immateriële schade. De vordering tot materiële schadevergoeding bestaat uit de volgende posten:
  • € 1.010,89 aan reiskosten;
  • € 4.942,50 aan huishoudelijke hulp;
  • € 525,- voor verblijf in het ziekenhuis;
  • € 1.850,- aan gemist voordeel;
  • € 10.500,- aan geldleningleningen van ouders;
  • € 41,- voor het opvragen van een gezondheidsverklaring;
  • € 245,- voor een rijbewijskeuring.
De benadeelde heeft verzocht om vermeerdering van het toe te wijzen bedrag met de wettelijke rente en om oplegging van de schadevergoedingsmaatregel.
Tot slot heeft de benadeelde verzocht om het bedrag van de schadevergoedingsmaatregel met een derde te verhogen. Hiertoe heeft de benadeelde aangevoerd dat op grond van artikel 304, aanhef en onder 1, Sr is geregeld dat de gevangenisstraffen van de in artikel 300-303 Sr genoemde misdrijven met een derde worden verhoogd wanneer het misdrijf jegens de partner wordt begaan. De benadeelde verzoekt om hetgeen in artikel 304, aanhef en onder 1, Sr analoog toe te passen op de schadevergoedingsmaatregel.
8.2
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft zich op het standpunt gesteld dat de vordering geheel kan worden toegewezen met vermeerdering van de wettelijke rente en oplegging van de schadevergoedingsmaategel. De verhoging van de schadevergoedingsmaatregel met een derde dient volgens de officier van justitie alleen te worden toegepast op de immateriële schadevergoeding. Ten aanzien van het gevorderde aan materiële schade is dit niet passend.
8.3
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich primair op het standpunt gesteld dat de benadeelde niet-ontvankelijk moet worden verklaard, omdat de vordering niet is ingediend volgens een bij artikel 51g, eerste lid, Sv voorgeschreven formulier. Subsidiair heeft de raadsman bepleit dat de benadeelde partij in de vordering niet-ontvankelijk moet worden verklaard omdat deze vordering een onevenredige belasting van het strafgeding meebrengt. Meer subsidiair heeft de raadsman ten aanzien van diverse schadeposten verweer gevoerd. Deze verweren zullen bij het oordeel van de rechtbank onder 8.4 worden besproken.
Tot slot heeft de raadsman aangevoerd dat de verhoging van de schadevergoedings-maatregel met een derde moet worden afgewezen. Er bestaat geen wettelijke grondslag hiervoor. Het doel van het Nederlandse schadevergoedingsrecht is de benadeelde in de positie te brengen waarin hij of zij zich zonder de schadeveroorzakende gebeurtenis zou hebben bevonden en niet om een straf op te leggen aan de aansprakelijke persoon.
8.4
Het oordeel van de rechtbank
Het meest verstrekkende verweer van de raadsman dat de benadeelde niet-ontvankelijk moet worden verklaard in de vordering tot schadevergoeding wegens het ontbreken van een formulier zoals bedoeld in artikel 51g, eerste lid, Sv wordt verworpen. In het dossier bevindt zich namelijk wel een schadeformulier van 1 mei 2024, zodat de vordering tot schadevergoeding reeds daarom voldoet aan de bij wet gestelde eisen voor voeging.
Het subsidiaire verweer (de vordering levert een onevenredige belasting van het strafbeding op) wordt eveneens verworpen. De rechtbank is van oordeel dat de vordering niet dermate ingewikkeld is dat zij een onevenredige belasting van het strafgeding oplevert.
Materiële schade
Causaal verband
De verdediging heeft bepleit dat enkele materiële schadeposten, waaronder de huishoudelijke hulp en de reiskosten naar het ziekenhuis en revalidatie niet voor vergoeding in aanmerking komen, wegens de bepleite vrijspraak voor het onder feit 4 primair en subsidiair tenlastegelegde. Nu de rechtbank het onder feit 4 primair tenlastegelegde bewezen heeft verklaard, treft dit verweer geen doel meer en is het causale verband gegeven.
ReiskostenHet gevorderde bedrag van € 2,44 voor de getuigenverklaringen van de ouders van de benadeelde is geen schade die in deze procedure kan worden gevorderd en is ook geen verplaatste schade, zodat dit bedrag moet worden afgewezen. Ook het gevorderde bedrag van € 11,88 aan kilometervergoeding voor rechtsbijstand, de reiskosten naar het politie-bureau ad € 4,88 en de reiskosten naar Slachtofferhulp Nederland ad € 9,64 worden afgewezen. Het is vaste jurisprudentie van de Hoge Raad dat dergelijke reiskosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. De overige gevorderde kosten komen wel voor toewijzing in aanmerking.
Huishoudelijke hulp
Door de verdediging is bepleit dat bij bewezenverklaring van feit 4 primair of subsidiair de benadeelde niet-ontvankelijk moet worden verklaard ter zake van dit deel van de vordering dan wel dat de vordering moet worden afgewezen, omdat de informatie in de vordering tegenstrijdig en onvoldoende onderbouwd is. Indien de rechtbank wel tot een toewijzing van deze post komt, heeft de verdediging te kennen gegeven dat een lager bedrag moet worden toegewezen dan gevorderd, omdat door de benadeelde een te hoge categorie van de Letselschaderichtlijn Huishoudelijke Hulp is gekozen.
Anders dan de raadsman van de verdachte heeft bepleit, is de rechtbank van oordeel dat de benadeelde in beginsel aanmerking komt voor vergoeding van het gevorderde bedrag voor huishoudelijke hulp. De door benadeelde gekozen categorie van voornoemde richtlijn is naar het oordeel van de rechtbank de juiste. De benadeelde was alleenstaand en was na de operatie, gelet op het opgelopen letsel, zwaar beperkt. De rechtbank is van oordeel dat niet het gehele gevorderde bedrag voor toewijzing in aanmerking komt. Uit de stukken ter onderbouwing blijkt dat de benadeelde eind 2023 weer huishoudelijke taken verrichtte. De rechtbank zal daarom bepalen dat de gevorderde schade voor huishoudelijke hulp wordt toegekend voor de eerste drie maanden nadat de benadeelde het ziekenhuis heeft verlaten. Gelet op het letsel is het zeer aannemelijk dat in die periode de benadeelde geen huis-houdelijke taken heeft kunnen verrichten. De rechtbank wijst een bedrag van € 1.860,- toe (periode van 23 augustus 2023 tot en met 23 november 2023). Het meergevorderde is naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende onderbouwd. Verder onderzoek hiernaar levert een onevenredige belasting van het strafgeding op, zodat de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk in de vordering wordt verklaard.
Verblijf in ziekenhuis
De verdachte is door de bewezenverklaarde gedraging van het onder feit 4 tenlastegelegde in het ziekenhuis terechtgekomen en heeft daar 15 dagen verbleven. Dit deel van de vordering is rechtstreekse schade als gevolg van de gepleegde onrechtmatige daad, is voldoende onderbouwd en het gevorderde bedrag van € 525,- wordt dan ook toegewezen.
Gemist voordeel vakantiehuis
De rechtbank is van oordeel dat door de benadeelde onvoldoende is onderbouwd wat het gemiste voordeel van het vakantiehuis is geweest. Enkel een weergave van een jaarlijkse ledenbijdrage van een vakantiepark is daarvoor onvoldoende. Verder onderzoek hiernaar levert een onevenredige belasting van het strafgeding op, zodat de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk in de vordering wordt verklaard.
Lening ouders
De rechtbank is van oordeel dat de benadeelde onvoldoende heeft onderbouwd dat zij in het geheel niet in staat is geweest om te werken als gevolg van de jegens haar gepleegde onrechtmatige daad en dat een lening van haar ouders noodzakelijk is geweest. Het causale verband tussen de strafbare gedraging van de verdachte en de gestelde schade in de vorm van een lening van de ouders is daarmee onvoldoende onderbouwd. Verder onderzoek hiernaar levert een onevenredige belasting van het strafgeding op, zodat de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk in de vordering wordt verklaard.
Gezondheidsverklaring en rijbewijskeuring
De rechtbank is van oordeel dat dit deel van de vordering moet worden toegewezen. Het is aan de strafbare gedraging van de verdachte te wijten dat de benadeelde deze kosten heeft moeten maken en het betreft aldus rechtstreekse schade, zodat de gevorderde bedragen van € 41,- (gezondheidsverklaring) en € 245,- (rijbewijskeuring) worden toegewezen.
Immateriële schade
De rechtbank stelt voorop dat artikel 6:95 van het Burgerlijk Wetboek (BW) bepaalt dat schade die bestaat in ander nadeel dan vermogensschade, zoals immateriële schade, slechts kan worden vergoed voor zover de wet op vergoeding daarvan recht geeft. Artikel 6:106 BW geeft hiervoor een nadere regeling die het volgende inhoudt: ‘voor nadeel dat niet in vermogensschade bestaat, heeft de benadeelde onder meer recht op een naar billijkheid vast te stellen schadevergoeding (…) indien de benadeelde lichamelijk letsel heeft opgelopen, in zijn eer of goede naam is geschaad of op andere wijze in zijn persoon is aangetast.’
De benadeelde partij heeft door toedoen van de verdachte een hersenbloeding opgelopen waaraan zij moest worden geopereerd en heeft vervolgens een langdurig revalidatieproces moeten doorlopen. Nu sprake is van lichamelijk letsel bestaat er een wettelijke grondslag voor de gevorderde immateriële schadevergoeding. Naar het oordeel van de rechtbank is voldoende gebleken dat de benadeelde partij als gevolg van het bewezenverklaarde handelen van de verdachte rechtstreeks schade heeft geleden als hiervoor is bedoeld. De rechtbank zal de omvang van de immateriële schade – mede gelet op bedragen die in vergelijkbare zaken worden toegewezen – naar maatstaven van billijkheid vaststellen op € 20.000,-. Voor het meergevorderde aan immateriële schadevergoeding wordt de benadeelde niet-ontvankelijk verklaard in de vordering. Onvoldoende is onderbouwd waarom de benadeelde meer schade heeft geleden dan voormeld bedrag. Verder onderzoek hiernaar levert een onevenredige belasting van het strafgeding op, zodat de benadeelde partij voor dat deel niet-ontvankelijk wordt verklaard in de vordering.
Wettelijke rente en de schadevergoedingsmaatregel
Als uitgangspunt geldt dat wettelijke rente over schade als gevolg van onrechtmatig handelen verschuldigd is vanaf het moment dat de schade is ontstaan. De immateriële schadevergoeding van de benadeelde partij wordt daarom vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 21 november 2023, zijnde de dag dat deze schade volledig is geleden, tot aan de dag der algehele voldoening. De rechtbank wijst de wettelijke rente over de materiële schade – bij gebrek aan een concreet gevorderde ingangsdatum – toe vanaf 5 augustus 2025, tot aan de dag der algehele voldoening.
De rechtbank zal ook de schadevergoedingsmaatregel opleggen voor het schadebedrag, zodat de inning van het verschuldigde bedrag de benadeelde partij uit handen wordt genomen door de Staat. Ook dit bedrag wordt vermeerderd met de wettelijke rente over de immateriële schadevergoeding vanaf 21 november 2023 tot aan de dag der algehele voldoening en over de materiële schadevergoeding vanaf 5 augustus 2025 tot aan de dag der algehele voldoening.
Vermeerdering van de schadevergoeding
De rechtbank is, met de verdediging, van oordeel dat de vermeerdering van de schade-vergoeding met een derde moet worden afgewezen. Uitgangspunt bij de beoordeling van de omvang van een wettelijke verplichting tot schadevergoeding is dat de benadeelde zoveel mogelijk in de toestand moet worden gebracht waarin hij zou hebben verkeerd als de schadeveroorzakende gebeurtenis niet zou hebben plaatsgevonden. Dit betekent dat de omvang van de schade wordt bepaald door een vergelijking van de toestand zoals deze in werkelijkheid is met de toestand zoals die (vermoedelijk) zou zijn geweest zonder het schadeveroorzakende feit. Er bestaat geen wettelijke grondslag op basis waarvan meer schadevergoeding kan worden toegewezen dan de schade die daadwerkelijk geleden is.

9.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 36f, 37a, 37b, 45, 57, 240b, 282, 285, 285b, 287 en 300 van het Wetboek van Strafrecht, zoals deze golden ten tijde van het bewezenverklaarde.

10.De beslissing

De rechtbank:
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 4.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 5 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht;
Tbs-maatregel (t.a.v. feit 1, feit 2 en feit 4 tot en met feit 8)
-
gelast de terbeschikkingstellingvan de verdachte en beveelt dat de
verdachte van overheidswegezal worden verpleegd;

De vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] en de schadevergoedingsmaatregel (t.a.v. feit 1, feit 2, feit 3, feit 4 primair, feit 6, feit 7)

  • wijst de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] gedeeltelijk toe en veroordeelt de verdachte tot betaling aan de benadeelde partij van een bedrag van € 23.653,05 aan vergoeding van schade, te vermeerderen met de wettelijke rente over de immateriële schade (€ 20.000,-) met ingang van 21 november 2023 tot aan de dag der gehele voldoening en over de materiële schade (€ 3.653,05) met ingang van 5 augustus 2025 tot aan de dag der algehele voldoening;
  • wijst het meergevorderde aan reiskosten af;
  • bepaalt dat de benadeelde ter zake van het gevorderde bedrag van € 1.850,- aan gemist voordeel en het gevorderde bedrag van € 10.500,- ten behoeve van een lening van haar ouders en het meergevorderde aan huishoudelijke hulp niet-ontvankelijk is en dit deel van de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • bepaalt dat de benadeelde partij in het meergevorderde aan immateriële schade niet-ontvankelijk is en dit deel van de vordering in zoverre slechts bij de burgerlijke rechter kan aanbrengen;
  • veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot op heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog moet maken;
  • legt aan de verdachte de verplichting op tot betaling aan de Staat ten behoeve van het slachtoffer [slachtoffer 1] van een bedrag van € 23.653,05 aan schadevergoeding, bij niet-betaling en verhaal te vervangen door 153 dagen gijzeling, met dien verstande dat deze gijzeling de betalingsverplichting niet opheft, en te vermeerderen met de wettelijke rente over de immateriële schade (€ 20.000,-) vanaf 21 november 2023 tot aan de dag van de volledige voldoening en over de materiële schade (€ 3.653,05) met ingang van 5 augustus 2025 tot aan de dag der algehele voldoening.;
  • bepaalt dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de Staat daarmee de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij in zoverre komt te vervallen en andersom dat, indien de verdachte heeft voldaan aan de verplichting tot betaling aan de benadeelde partij daarmee de verplichting tot betaling aan de Staat in zoverre komt te vervallen.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.M.J. Quaedvlieg voorzitter, mr. S.L.M. van Venrooij en mr. I.T.H.L. van de Bergh, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.P. Huntjens, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 5 augustus 2025.
Buiten staat
Mrs. Van de Bergh en de griffier zijn niet in de gelegenheid dit vonnis mede te ondertekenen.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 21 november 2023 in de gemeente Sittard Geleen opzettelijk [slachtoffer 1] wederrechtelijk van de vrijheid heeft beroofd en/of beroofd gehouden, door een hard voorwerp (een wapen, althans een op een wapen gelijkend voorwerp) in haar rug te duwen, haar te zeggen dat zij met hem mee moet gaan.
- haar te dwingen om met hem mee te lopen naar een afgelegen en donkere plek
- haar te dwingen om naar haar woning te gaan om haar telefoon te halen;
T.a.v. feit 2:
hij op of omstreeks 21 november 2023 in de gemeente Sittard Geleen [slachtoffer 1] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling door
- twee, althans een. laadbeweging(en) te maken met een revolver of pistool, althans een op een revolver of pistool gelijkend voorwerp, terwijl hij hieraan de woorden toevoegt: "als je denkt dat de revolver of pistool niet echt is...",
- een revolver of pistool, althans een op een revolver of pistool gelijkend voorwerp, in haar mond probeert te duwen en hierna de woorden toe te
voegen: "dan ben je de derde op mijn lijst, maar verder zal ik je er niet over inlichten",
althans gedragingen en/of woorden van gelijke dreigende aard of strekking:
T.a.v. feit 3:
hij op een of meer tijdstip(pen) op of omstreeks 21 november 2023 in de gemeente Sittard -Geleen, [slachtoffer 1] heeft mishandeld door haar meerdere malen althans eenmaal te slaan en/of te stompen;
T.a.v. feit 4:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 augustus 2023 tot en met 6 augustus 2023 in de gemeente Roerdalen ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om [slachtoffer 1] opzettelijk van het leven te beroven
haar veelvuldig althans meerdere malen tegen haar hoofd (ter hoogte van haar slapen) heeft geslagen en/of gestompt terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
subsidiair althans, indien het vorenstaande niet tot een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 5 augustus 2023 tot en met 6 augustus 2023 in de gemeente Roerdalen aan [slachtoffer 1] opzettelijk zwaar lichamelijk letsel, te weten een subdurale bloeding in de hersenen (hersenbloeding), heeft toegebracht door haar veelvuldig althans meerdere malen tegen haar hoofd (ter hoogte van haar slapen) te slaan en/of te stompen;
T.a.v. feit 5:
hij op of omstreeks 16 november 2023 in de gemeente Roerdalen [slachtoffer 2] heeft bedreigd met enig misdrijf tegen het leven gericht en/of met zware mishandeling, door een vuurwapen, althans een op een vuurwapen gelijkend voorwerp in de richting van die [slachtoffer 2] te houden en hierbij de woorden toe te voegen: ' Hier met die gsm of ik schiet", althans gedragingen en/of woorden van gelijke dreigende aard of strekking:
T.a.v. feit 6:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 7 augustus 2023 tot en met 21 november 2023 in de gemeente Sittard -Gcleen, althans in Nederland, wederrechtelijk stelselmatig opzettelijk inbreuk heeft gemaakt op eens anders persoonlijke levenssfeer, te weten die van [slachtoffer 1] , de ouders van die [slachtoffer 1] en/of de kinderen van die [slachtoffer 1] , door
- veelvuldig WhatsApp berichten naar voornoemde [slachtoffer 1] en/of naar de ouders van die [slachtoffer 1] te sturen, veelvuldig e-mailberichten naar voornoemde [slachtoffer 1] en/of naar de ouders van die [slachtoffer 1] te sturen en/of
- veelvuldig te bellen naar voornoemde [slachtoffer 1] en/of naar de ouders van die [slachtoffer 1]
met het oogmerk die [slachtoffer 1] , te dwingen iets te doen, niet te doen, te dulden en/of vrees aan te jagen;
T.a.v. feit 7:
hij op een of meer tijdstip(pen) in of omstreeks de periode van 14 november 2023 tot en met 16 november 2023 in de gemeente Sittard -Geleen, althans in Nederland, [slachtoffer 1] heeft bedreigd met
- verkrachting, en/of
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid, en/of
- enig misdrijf tegen het leven gericht, en/of gijzeling, en/of zware mishandeling, en/of
- brandstichting.
door die [slachtoffer 1] dreigend de woorden toe te voegen: "Jij gaat wat botsen krijgen, terwijl je verkracht word krijg je dikke hotsen van mij. geen geen kloot om je leven meer",
"Narcist ik ga genieten van jou te verkrachten en pijn te doen",
- " Je hebt geen keus een leven met mij of geen leven. Kies maar ',
- " Jij gaat doen wat ik zeg en wil, niks anders jij gaat terug als vroeger worden en luisteren of allen krijgen de kogel jijj als eerst",
"Maakt mij niet uit hak en jij met je familie eraan. Wil je wedden? Heb ik er voor over",
- " Jij mij zo behandelen krijg je tien keer terug van mij dat je maar al tampons in je kop begint te steken goed tegen bloeden" en/of
"Slaag je nog liever dood moet alleen wat harder kloppen deze keer", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking;
T.a.v. feit 8:
hij in of omstreeks de periode van 5 juni 2021 tot en met 19 november 2023 in de gemeente Sittard -Geleen. in elk geval in Nederland en/of België, meermalen, althans eenmaal telkens afbeeldingen, te weten foto's, video's en/of gegevensdrager(s), bevattende afbeeldingen, te weten een telefoon (Xiaomi Kedmi Note 12 Pro), een laptop (Lenovo) en/of een USB stick, van seksuele gedragingen, waarbij iemand die kennelijk de leeftijd van achttien jaar nog niet had bereikt, is betrokken of schijnbaar is betrokken heeft verspreid. vervaardigd, in bezit gehad en/of
zich daartoe door middel van een geautomatiseerd werk en/of met gebruikmaking van een communicatiedienst de toegang heeft verschaft welke seksuele gedragingen zakelijk weergegeven bestonden uit:
het met de/een penis en/of voorwerp oraal, vaginaal en/of anaal penetreren van het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met de/een penis, vaginaal penetreren van het lichaam van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt(zie afbeelding 01.02 en 03 in de toonmap en pagina 159 en 160 van het procesdossier deel 2)
en/of
het met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het geslachtsdeel van een (ander) persoon door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikten/ofhet met de/een vinger/hand en/of mond/tong betasten en/of aanraken van het eigen geslachtsdeel door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt(zie afbeelding 04. 05 en 06 in de toonmap en pagina 160 en 161 van het procesdossier deel 2)
en/of
het geheel of gedeeltelijk naakt (laten) poseren van/door een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt, waarbij deze persoon gekleed is en/of opgemaakt is en/of poseert in een omgeving en/of met een voorwerp en/of in een erotisch getinte houding(op een wijze) die niet bij zijn/haar leeftijd past/passenen/of waarbij deze persoon zich (vervolgens) in opeenvolgende afbeeldingen/filmfragmenten van zijn/haar kleding ontdoet cn/of (waarna) door het camerastandpunt, de (onnatuurlijke) poseen/of de wijze van kleden van deze persoon en/of de uitsnede van de foto's/fïlm(s) nadrukkelijk het (ontblote) geslachtsdeel, de borsten en/of billen in beeld gebracht worden (waarbij) de afbeelding (aldus) (telkens) een onmiskenbaar seksuele strekking heeft en/of strekt tot seksuele prikkeling(zie afbeelding 07, 08 en 09 in de toonmap en pagina 162 en 163 van het procesdossier deel 2)
en/of
het ejaculeren op het lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt
en/of
het houden van een (stijve) penis bij/naast het gezicht en/of lichaam van een persoon die kennelijk de leeftijd van 18 jaar nog niet had bereikt;
Ad informandumgevoegd strafbaar feit:
T.a.v. feit 9:
Sittard
21 november 2023
Voorhanden hebben wapen cat III ond I (geweer/revolver/pistool).

Voetnoten

1.Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt - tenzij anders vermeld - gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van de politie, Districtsrecherche Zuid-West-Limburg met onderzoeksnummer LB3R023116 (Villapark), gesloten op 20 maart 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 522.
2.Proces-verbaal van aangifte van 3 november 2023, pag. 83 tot en met 97.
3.Een geschrift inhoudende berichten, pag. 89 tot en met 96.
4.Een geschrift inhoudende medische informatie van [slachtoffer 1] , pag. 99 tot en met 102.
5.Proces-verbaal van aangifte van 21 november 2023, pag. 75 tot en met 79.
6.Proces-verbaal van aangifte van 29 november 2023, pag. 116 tot en met 122.
7.Proces-verbaal van bevindingen van 18 januari 2024, pag. 382 en 383.
8.Proces-verbaal van bevindingen van 29 november 2023, pag. 331 tot en met 346.
9.Bijlage 7 van het proces-verbaal van bevindingen van 29 november 2023, pag. 338 tot en met 341.
10.Bijlage 2 van het proces-verbaal van bevindingen van 29 november 2023, pag. 342.
11.Proces-verbaal van bevindingen verhoor getuigen van 29 november 2023, pag. 152 tot en met 168.
12.Pagina 61 tot en met 63.
13.Pagina 75 tot en met 79.
14.Pagina 89 tot en met 96.
15.Pagina 398 tot en met 412.