Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.[eiser] ,
2.
[eiseres 1],
3.
[eiseres 2],
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 15 juli 2025.
Rechtbank Limburg
In deze zaak vorderen de eisers, erfgenamen van een overleden persoon, een verklaring voor recht dat een hypothecaire inschrijving waardeloos is op basis van artikel 3:29 BW. De eisers hebben de woning van de erflaatster verkocht, maar ontdekten dat er nog een hypothecaire inschrijving ten gunste van de Stichting Beamtenfonds voor het Mijnbedrijf op de woning rustte. De Stichting is echter ontbonden en niet meer bestaand, waardoor de eisers niet in staat zijn om de hypothecaire inschrijving te laten opheffen. De voorzieningenrechter oordeelt dat de eisers als onmiddellijk belanghebbenden kunnen verzoeken om de inschrijving waardeloos te verklaren, ondanks het feit dat de Stichting niet meer bestaat. De voorzieningenrechter komt tot de conclusie dat de hypothecaire inschrijving waardeloos is, omdat de lening waarvoor deze was verleend, vermoedelijk is afgelost en de Stichting niet meer bestaat. Het vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard en gaat onmiddellijk in kracht van gewijsde, omdat de eisers hebben aangegeven af te zien van hoger beroep. De proceskosten worden door de eisers zelf gedragen, aangezien de gedaagde partij niet bestaat.