In deze zaak, die voor de Rechtbank Limburg is behandeld, heeft de stichting Humankind een vordering ingesteld tegen Novum Bewind en Budgetbeheer, vertegenwoordigd door een bewindvoerder. De procedure betreft een bijzondere overeenkomst waarbij Humankind aanspraak maakt op betaling van een gesanctioneerde hoofdsom van € 9.916,39, alsook buitengerechtelijke incassokosten. De kantonrechter heeft in een tussenvonnis overwogen de betalingsverplichting van de gedaagde te willen verminderen en heeft beide partijen in de gelegenheid gesteld om hun standpunten te verduidelijken. Na beoordeling van de ingediende aktes heeft de kantonrechter geoordeeld dat de vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke incassokosten niet kan worden toegewezen, omdat het beding in de algemene voorwaarden als oneerlijk wordt aangemerkt. De kantonrechter heeft de vordering tot vergoeding van verschenen rente afgewezen, omdat deze te hoog was berekend. Uiteindelijk is de gedaagde veroordeeld tot betaling van € 957,62 aan Humankind, vermeerderd met wettelijke rente vanaf de dag van dagvaarding. Tevens is de gedaagde veroordeeld in de proceskosten, die zijn begroot op € 689,37. Het vonnis is uitgesproken op 16 juli 2025.