Uitspraak
1.De procedure
2.De feiten
3.Het verzoek, het verweer en het tegenverzoek
althanszijn rechtsvoorganger] te vernietigen, en te verklaren voor recht dat de arbeidsovereenkomst niet (per 24 december 2024) is beëindigd;
Rechtbank Limburg
In deze zaak verzoekt de werknemer, [verzoekende partij], om doorbetaling van zijn loon nadat zijn voormalige werkgever, [handelsnaam], het bedrijf heeft verkocht aan [verwerende partij]. De werknemer stelt dat zijn arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd, ondanks dat hij een transitievergoeding heeft ontvangen. De kantonrechter oordeelt dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is beëindigd, omdat de werknemer niet op de lijst van werknemers stond die overgingen naar de nieuwe werkgever en de beëindigingsovereenkomst niet door hem is ondertekend. De rechter wijst de verzoeken van de werknemer toe, inclusief de betaling van achterstallig loon over december 2024 en januari 2025, en bevestigt dat de werknemer recht heeft op doorbetaling van zijn salaris vanaf de datum van de vermeende beëindiging. De rechter wijst ook de proceskosten toe aan de verwerende partij, omdat deze overwegend ongelijk heeft gekregen.