ECLI:NL:RBLIM:2025:6961
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling op basis van onvoldoende bewijs van controle over verslaving
In deze zaak heeft de rechtbank Limburg, zittingsplaats Maastricht, op 29 juli 2025 uitspraak gedaan in een verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling door de verzoeker, die op 3 april 2025 een verzoekschrift indiende. De mondelinge behandeling vond plaats op 9 juli 2025, waarbij de verzoeker en zijn beschermingsbewindvoerder en schuldhulpverlener aanwezig waren. De rechtbank heeft het verzoek getoetst aan de criteria van artikel 288 van de Faillissementswet (Fw).
De rechtbank concludeert dat de verzoeker niet voldoet aan de toewijzingseisen zoals gesteld in artikel 288 lid 1 onder c Fw. De verzoeker heeft in het verleden verslavingsproblemen gehad, maar heeft niet voldoende bewijs geleverd dat zijn verslaving onder controle is. De rechtbank heeft op 16 april 2025 om aanvullende informatie gevraagd van de betrokken zorginstanties, maar deze informatie is niet ontvangen. De enige informatie die is ingediend, is een brief van de Levanto-groep, waarin wordt gesteld dat er momenteel geen sprake is van drugsgebruik, maar het gebruik van softdrugs wordt niet uitgesloten.
De rechtbank benadrukt dat het bij de schuldsaneringsregeling niet alleen gaat om het belang van de verzoeker, maar ook om de belangen van de schuldeisers. De verzoeker moet zijn verslaving aantoonbaar onder controle houden voordat hij opnieuw een verzoek kan indienen. De rechtbank wijst het verzoek af, maar geeft de verzoeker het advies om door te gaan op de goede weg en in de toekomst opnieuw een verzoek in te dienen met de juiste documentatie.