Uitspraak
RECHTBANK Limburg
1.De procedure
- de mondelinge behandeling van 3 juli 2025, waarvan door de griffier aantekeningen zijn gemaakt.
Rechtbank Limburg
In deze zaak, die op 15 juli 2025 door de Rechtbank Limburg is behandeld, gaat het om een kort geding tussen twee ex-partners die beiden vorderen het exclusieve voorlopig gebruiksrecht van hun gezamenlijk eigendom, een woning. De vrouw en de man hebben een affectieve relatie gehad die in februari/maart 2025 is beëindigd. Op 4 mei 2023 hebben zij een samenlevingsovereenkomst gesloten, waarin onder andere is opgenomen dat bij beëindiging van de overeenkomst een partij het recht heeft om nog zes maanden in de woning te verblijven, met een redelijke vergoeding aan de andere partij. De vrouw stelt dat zij in staat is om haar deel van de woonlasten te betalen, terwijl de man aanvoert dat hij financieel beter in staat is om de lasten te dragen en de woning wil overnemen. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de financiële situatie van de man doorslaggevend is en heeft hem het exclusieve gebruik van de woning voor zes maanden toegewezen. De vrouw is veroordeeld om de woning binnen een maand te verlaten en een gebruiksvergoeding van € 450,- per maand aan de man te betalen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat elke partij zijn eigen kosten draagt.