ECLI:NL:RBLIM:2025:6795

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
16 juli 2025
Publicatiedatum
11 juli 2025
Zaaknummer
11501796 \ CV EXPL 25-199
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Zaak over licentievergoedingen en de rol van Eskeep in muziekgebruik door horeca

In deze zaak, behandeld door de kantonrechter mr. T. Dohmen op 16 juli 2025, stonden de Vereniging Buma en de Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (Sena) tegenover een gedaagde die een Grieks restaurant exploiteerde. De eiseressen vorderden betaling van licentievergoedingen voor het gebruik van muziek in het restaurant, waarbij de gedaagde had betaald aan de Belgische firma Eskeep voor het afspelen van achtergrondmuziek. De kantonrechter belichtte de problematische rol van Eskeep, die ondernemers misleidt door te stellen dat betaling aan hen voldoende is om aan Sena te voldoen. Dit leidde tot onterecht hoge kosten voor de gedaagde, die niet goed was voorgelicht over zijn verplichtingen. Tijdens de mondelinge behandeling op 2 juli 2025 bereikten partijen een regeling, waarbij de gedaagde zich verplichtte tot betaling van € 2.500,00, inclusief rente en kosten, met een uitstel tot 2 januari 2026. De kantonrechter oordeelde dat de vorderingen van de eiseressen niet onrechtmatig of ongegrond waren en wees het vonnis met inachtneming van de gemaakte afspraken. Tevens uitte de kantonrechter zijn bezorgdheid over de praktijken van Eskeep, die ondernemers in verwarring brengt over hun verplichtingen, en besloot de uitspraak te publiceren om andere ondernemers te waarschuwen.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Burgerlijk recht
Zittingsplaats Roermond
Zaaknummer: 11501796 \ CV EXPL 25-199
Vonnis van de kantonrechter van 16 juli 2025
in de zaak van:

1.Vereniging Buma,gevestigd te Amstelveen,

2.
Stichting ter Exploitatie van Naburige Rechten (Sena),
gevestigd te Hilversum,
eiseressen,
gemachtigde Gerechtsdeurwaarderskantoor De Best & Partners B.V.,
tegen:
[gedaagde] , h.o.d.n. [restaurantnaam],
wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
gemachtigde drs. K.J.M. van Montfort.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding
  • de conclusie van antwoord
  • de beslissing waarbij een mondelinge behandeling is bepaald
  • de door eiseressen ingediende aanvullende toelichting en stukken
  • het hieronder weergegeven proces-verbaal van mondelinge behandeling van 2 juli 2025.
1.2.
Ten slotte is de zaak op vonnis gesteld, waarvan de uitspraak nader is bepaald op heden.

2.De feiten

2.1.
Eiseres Buma beheert en incasseert op grond van de Auteurswet de vergoedingen voor muziekgebruik namens de bij haar aangesloten componisten en tekstdichters. Daaronder valt ook het innen van vergoedingen voor optredens van live acts (‘horeca amusementsmuziek’).
2.2.
Eiseres Sena is op grond van artikel 15 lid 1 van de Wet op de naburige rechten aangewezen als rechtspersoon die exclusief belast is met de inning en de verdeling van de in die wet bedoelde billijke vergoedingen. Voor commerciële doeleinden uitgebrachte muziek kan zonder toestemming van de producent van de muziek en de uitvoerende kunstenaar of hun rechtverkrijgenden worden uitgezonden of op andere wijze openbaar worden gemaakt, mits daarvoor een billijke vergoeding wordt betaald. Deze vergoeding betaalt Sena door aan artiesten en producenten.
2.3.
Gedaagde had een Grieks restaurant. In dat restaurant heeft gedaagde achtergrondmuziek afgespeeld en een aantal keren een live band laten optreden.
Gedaagde heeft een overeenkomst gesloten met de Belgische firma Eskeep en aan Eskeep betaald voor het afspelen van achtergrondmuziek via de “Eskeep speler”. Eskeep heeft aan gedaagde meegedeeld dat door aan haar te betalen, ‘alles geregeld was’. Gedaagde exploiteert het restaurant niet meer, omdat het pand is afgebrand.

3.Het geschil

3.1.
Eiseressen vorderen bij inleidende dagvaarding veroordeling van gedaagde tot betaling van € 150,68 aan eiseres sub 1 en € 1.218,79 aan eiseres sub 2, te vermeerderen met rente, incassokosten en (de daadwerkelijke) proceskosten. Ter gelegenheid van de mondelinge behandeling hebben eiseressen hun vorderingen gewijzigd overeenkomstig de tijdens de mondelinge behandeling getroffen regeling. Gedaagde verzet zich niet tegen toewijzing van die gewijzigde vordering.

4.Het proces-verbaal van mondelinge behandeling

4.1.
Op 2 juli 2025 zijn tijdens de mondelinge behandeling voor mr. T. Dohmen, kantonrechter, bijgestaan door E.A. Schreurs-Mesterom, griffier, verschenen:
eiseressen vertegenwoordigd door [vertegenwoordiger] , bijgestaan door [naam] , en gedaagde in persoon, bijgestaan door de heer drs. K.J.M. van Montfort.
4.2.
Na bespreking van de zaak hebben partijen verklaard het eens te zijn geworden over het volgende:
gedaagde zal aan eiseressen een bedrag van € 2.500,00 betalen, waarin begrepen de gevorderde hoofdsom, incassokosten, wettelijke rente tot datum dagvaarding en de proceskosten;
dit bedrag is pas opeisbaar op 2 januari 2026;
partijen zullen over 6 maanden overleggen of de betalingsverplichting van gedaagde voor een tweede termijn wordt opgeschort, of dat een betalingsregeling kan worden getroffen,
eiseressen doen afstand van hun vorderingen voor zover die het vorenstaande te boven gaan.
4.3.
Partijen verzoeken de kantonrechter om, met inachtneming van deze afspraken, vonnis te wijzen.

5.De beoordeling

5.1.
De vorderingen van eiseressen komen de kantonrechter niet onrechtmatig of ongegrond voor. De kantonrechter zal dan ook vonnis wijzen met inachtneming van de door partijen tijdens de mondelinge behandeling gemaakte afspraken.
5.2.
De kantonrechter wil er wel op wijzen dat hij de rol van het bedrijf Eskeep zeer kwalijk vindt in deze kwestie. Eskeep blijft haar klanten, waaronder gedaagde, voorhouden dat zij door aan Eskeep te betalen voor het afspelen van muziek in een openbaar toegankelijke ruimte, geen vergoeding meer aan eiseres sub 2 - Sena - verschuldigd zijn. Vast staat dat Eskeep zelfs in mei 2025 nog zo’n bericht aan gedaagde heeft gestuurd. Sena heeft Eskeep meermaals gewezen op de uitspraak van de Hoge Raad van 17 juli 2020, waarin de Hoge Raad heeft bevestigd dat Sena in Nederland exclusief bevoegd is om vergoedingen te innen namens producenten en artiesten voor het afspelen van muziek in een openbaar toegankelijke ruimte, en dat het dus niet mogelijk is om buiten Sena om een overeenkomst te sluiten voor het betalen van deze vergoedingen. Sena heeft (onder andere) Eskeep er vrijwel direct na de uitspraak van de Hoge Raad op gewezen dat zij gedurende een korte periode een gedoogbeleid zal hanteren, maar dat het aanbieden van overeenkomsten na die gedoogperiode moet stoppen. Ook heeft Sena Eskeep er in die gedoogperiode meermaals van op de hoogte gesteld dat dit gedoogbeleid met ingang van 1 januari 2024 zal eindigen. Desondanks gaat Eskeep door met het aanprijzen van haar diensten en doet het voorkomen alsof ondernemers goedkoper uit zijn bij Eskeep. Echter, ondernemers betalen door dit gedrag van Eskeep dubbel, omdat Sena hoe dan ook alsnog betaald moet worden, en hen hangen hoge kosten boven het hoofd als het tot een procedure komt. Eskeep stookt ondernemers immers op (zo ook in deze procedure) om niet direct de billijke vergoeding aan Sena te betalen en daarmee een procedure te voorkomen. In plaats daarvan levert Eskeep een (kansloos) verweer aan en zadelt ondernemers daarmee met een procedure op die zij niet kunnen winnen. Daardoor lopen de kosten nog hoger op.
5.3.
Daarbij steekt dat Eskeep zich in het door haar aangeleverde verweer een soort David rol aanmeet tegenover Sena als Goliath. Die rol past haar echter absoluut niet. Eskeep maakt simpelweg misbruik van het voor leken onbekende verschil tussen Buma en Sena om zelf geld te verdienen over de rug van nietsvermoedende ondernemers. De kantonrechter ziet daarom aanleiding om deze uitspraak te publiceren, in de hoop dat andere ondernemers niet de dupe worden van Eskeep en soortgelijke bedrijven.

6.De beslissing

De kantonrechter
6.1.
veroordeelt gedaagde om op uiterlijk 2 januari 2026 tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan eiseressen te betalen een bedrag van € 2.500,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van opeisbaarheid tot de dag van volledige betaling.
Dit vonnis is gewezen door mr. T. Dohmen en in het openbaar uitgesproken.
type: em