Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
1.Het verdere verloop van de procedure
- het verslag van de bijzondere curator van 28 februari 2024;
- de brief van de moeder van 11 maart 2024;
- de brief met bijlagen van de man van 12 maart 2024;
- het aanvullend verzoekschrift van de man, ingekomen op 14 maart 2024;
- het F9-formulier met bijlage van de man van 29 augustus 2024;
- het verweerschrift van de moeder op het aanvullend verzoekschrift van de man, ingekomen op 7 januari 2025;
- de e-mails met bijlagen van de man van 9 januari 2025 en 13 januari 2025;
- de brief van de moeder van 13 januari 2025;
- de mondelinge behandeling van 14 januari 2025 waar zijn verschenen:
2.Het verslag van de bijzondere curator
3.De (aanvullende) verzoeken en het (aanvullend) verweer
- aan de man vervangende toestemming te verlenen tot erkenning van [minderjarige] ;
- de man samen met de moeder te belasten met het ouderlijk gezag over [minderjarige] ;
- een zorg- c.q. omgangsregeling tussen de man en [minderjarige] vast te stellen op de door de man in zijn verzoekschrift verzochte wijze;
- te bepalen dat [minderjarige] na de erkenning door de man de geslachtsnaam van de man zal krijgen.
4.De mondelinge behandeling
5.De verdere beoordeling
en niet te verwachten is dat hierin binnen afzienbare tijd voldoende verbetering zou
komen, of
b. afwijzing anderszins in het belang van het kind noodzakelijk is.
- partijen zullen zich maximaal inzetten om de jeugdhulptrajecten te laten slagen. Als blijkt dat dat niet het geval is geweest, kan de rechtbank daaraan de gevolgen verbinden die zij gerade acht;
- partijen zullen gedurende de jeugdhulptrajecten geen nieuwe (juridische) procedures starten tegen de ander;
- de rechtbank deelt de persoonsgegevens van partijen en [minderjarige] met de raad en het aanmeldpunt van de jeugdhulptrajecten. Het aanmeldpunt zal de zaak vervolgens verwijzen naar de uitvoerend jeugdhulpaanbieder. De uitvoerend jeugdhulpaanbieder deelt deze gegevens vervolgens met het lokale jeugdteam van de gemeente van de woonplaats van [minderjarige] ;
- de rechter beslist pas op de voorliggende verzoeken als de jeugdhulptrajecten zijn afgerond en de rapportage van de jeugdhulpverlener bij de griffie van de rechtbank binnen is gekomen;.
- indien de rechtbank na ontvangst van de rapportage van de jeugdhulpaanbieder aanleiding ziet een (nader) raadsonderzoek te gelasten, zal dit aan de raad en partijen worden doorgegeven, onder verzending van een kopie van een afschrift van het eindverslag van de jeugdhulpaanbieder aan de raad.
6.De beslissing
voorwaardelijkopdracht aan de raad onderzoek te doen en advies uit te brengen naar de volgende vragen:
- is toewijzing van het verzoek van de man tot gezamenlijk gezag in het belang van [minderjarige] ? (let wel: deze vraag hoeft niet te worden onderzocht als de man [minderjarige] niet heeft erkend);
- welke mogelijkheden zijn er voor toedeling van zorg- en opvoedingstaken voor [minderjarige] aan de man, althans voor een omgangsregeling tussen de man en [minderjarige] , en hoe dient de verdeling van zorg- en opvoedingstaken, althans de omgang, qua vorm en frequentie in het belang van [minderjarige] te worden vormgegeven?