Uitspraak
RECHTBANK LIMBURG
mr. L. van Tiggelen, advocaat te Heerlen.
1.Onderzoek van de zaak
2.De tenlastelegging
3.De beoordeling van het bewijs
4.De strafbaarheid van het bewezen verklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De straf
7.De benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
- [slachtoffer 4] € 30,-
- [slachtoffer 9] € 7,50
- [slachtoffer 10] € 116,50
- [slachtoffer 21] € 12,50
- [slachtoffer 24] € 14,-
- [slachtoffer 26] € 14,50
- [slachtoffer 36] € 200,-
8.De wettelijke voorschriften
9.De beslissing
- verklaart het ten laste gelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
- spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is ten laste gelegd;
- verklaart dat het bewezen verklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
- verklaart de verdachte strafbaar;
- veroordeelt de verdachte tot een
- beveelt dat indien de veroordeelde de taakstraf niet of niet naar behoren verricht, vervangende hechtenis zal worden toegepast van 50 dagen;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 4] , van een bedrag van € 30,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 23 februari 2015 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van de schade;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 9] , van een bedrag van € 7,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 20 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van de schade;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 10] , van een bedrag van € 116,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 20 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van de schade;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 21] , van een bedrag van € 12,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 9 januari 2019 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van de schade;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 24] , van een bedrag van € 14,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 31 januari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van de schade;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 26] , van een bedrag van € 14,50, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 6 februari 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van de schade;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 36] , van een bedrag van € 200,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 8 april 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 4 dagen, met dien verstande dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van de schade;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 31] , van een bedrag van € 106,95, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 9 maart 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 2 dagen, met dien verstande dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van de schade;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 19] , van een bedrag van € 30,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 21 december 2018 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 1 dag, met dien verstande dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van de schade;
- wijst de vordering van de benadeelde partij
- verklaart de benadeelde partij voor het meer gevorderde niet-ontvankelijk in haar vordering;
- veroordeelt de verdachte tevens in de proceskosten door de benadeelde partij gemaakt, tot heden begroot op nihil, en in de proceskosten die de benadeelde partij ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog zal maken;
- legt aan de verdachte op de verplichting tot betaling aan de Staat ten behoeve van [slachtoffer 37] , van een bedrag van € 155,-, te vermeerderen met de wettelijke rente over de periode van 19 april 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
- bepaalt dat, indien volledig verhaal niet mogelijk blijkt, gijzeling kan worden toegepast voor de duur van 3 dagen, met dien verstande dat de toepassing van deze gijzeling de hiervoor opgelegde betalingsverplichting niet opheft;
- bepaalt dat de verdachte van zijn schadevergoedingsplicht jegens de benadeelde is bevrijd voorzover hij heeft voldaan aan een van de hem opgelegde verplichtingen tot vergoeding van de schade;
[slachtoffer 15] niet-ontvankelijkin haar vordering tot schadevergoeding.