ECLI:NL:RBLIM:2025:6383
Rechtbank Limburg
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen de hoogte van de toegekende uitkering uit het Schadefonds Geweldsmisdrijven
In deze zaak heeft eiseres beroep ingesteld tegen de beslissing van de Commissie Schadefonds Geweldsmisdrijven, die haar een uitkering van € 10.000,- heeft toegekend op basis van letselcategorie 4. Eiseres betwist de hoogte van de uitkering en stelt dat zij in een hogere letselcategorie ingedeeld moet worden vanwege psychisch letsel dat zij heeft opgelopen door een zedenmisdrijf. De rechtbank heeft op 24 juni 2025 de zaak behandeld, waarbij eiseres en haar gemachtigde, alsook de gemachtigde van de commissie aanwezig waren. De rechtbank heeft geconcludeerd dat eiseres niet voldoende objectieve gegevens heeft overgelegd om haar verzoek voor een hogere letselcategorie te onderbouwen. De commissie heeft de door eiseres aangedragen omstandigheden meegewogen, maar heeft geen verzwarende omstandigheden kunnen vaststellen die een hogere letselcategorie rechtvaardigen. De rechtbank heeft de beslissing van de commissie bevestigd en het beroep ongegrond verklaard. Eiseres komt niet in aanmerking voor letselcategorie 5, en de rechtbank heeft geoordeeld dat de toegekende uitkering redelijk en passend is. Er is geen aanleiding voor vergoeding van griffierecht of proceskosten. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om in hoger beroep te gaan.