ECLI:NL:RBLIM:2025:6027

Rechtbank Limburg

Datum uitspraak
24 juni 2025
Publicatiedatum
24 juni 2025
Zaaknummer
03/235043-24
Instantie
Rechtbank Limburg
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Diefstal uit woningen van slachtoffers op leeftijd met schakelbewijs

Op 24 juni 2025 heeft de Rechtbank Limburg in Maastricht uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte, geboren in 1972 en zonder vaste woon- of verblijfplaats. De verdachte, bijgestaan door mr. R.A.C. Frijns, werd beschuldigd van meerdere diefstallen uit woningen van oudere slachtoffers, gepleegd in augustus 2021. De zaak werd inhoudelijk behandeld op 27 mei 2025, waarbij de verdachte niet aanwezig was, maar haar gemachtigde raadsman wel. De officier van justitie eiste bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van één feit, waar de rechtbank in mee ging. De rechtbank oordeelde dat de verdachte van de tenlastegelegde diefstal moest worden vrijgesproken, omdat de aangeefster haar gestolen goederen later terugvond. De rechtbank achtte de overige feiten wettig en overtuigend bewezen, waarbij gebruik werd gemaakt van schakelbewijs. De modus operandi van de verdachte, die zich richtte op kwetsbare ouderen, werd als bijzonder laakbaar beschouwd. De rechtbank legde een gevangenisstraf van 24 maanden op, met aftrek van voorarrest, en benadrukte de ernst van de feiten en de kwetsbaarheid van de slachtoffers.

Uitspraak

RECHTBANK LIMBURG

Zittingsplaats Maastricht
Strafrecht
Parketnummer: 03/235043-24
Tegenspraak (gemachtigde raadsman)
Vonnis van de meervoudige strafkamer van 24 juni 2025
in de strafzaak tegen de verdachte
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1972,
zonder vaste woon- of verblijfplaats hier te lande.
De verdachte wordt bijgestaan door mr. R.A.C. Frijns, advocaat kantoorhoudende te Arnhem.

1.Onderzoek van de zaak

De zaak is inhoudelijk behandeld op de terechtzitting van 27 mei 2025. De verdachte is niet verschenen. Wel is verschenen haar gemachtigde raadsman. De officier van justitie en de verdediging hebben hun standpunten kenbaar gemaakt.
Deze zaak is gelijktijdig, maar niet gevoegd, behandeld met de strafzaak tegen [medeverdachte] met het parketnummer 03/011660-24.
Het onderzoek ter terechtzitting is formeel gesloten op 24 juni 2025.

2.De tenlastelegging

De tenlastelegging is als bijlage I aan dit vonnis gehecht.
De verdenking komt er, kort en feitelijk weergegeven, op neer dat de verdachte, steeds samen met anderen of een ander, althans alleen:
Feit 1: op 4 augustus 2021 in Mheer heeft geprobeerd een diefstal te plegen in de woning van [slachtoffer 1] ;
Feit 2: op 4 augustus 2021 in Eckelrade heeft geprobeerd een diefstal te plegen in de woning van [slachtoffer 2] ;
Feit 3: op 9 augustus 2021 in Sevenum een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 3] ;
Feit 4: op 9 augustus 2021 in Belfeld een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 4] ;
Feit 5: op 9 augustus 2021 in Belfeld een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 5] ;
Feit 6: op 9 augustus 2021 in Sevenum heeft geprobeerd een diefstal te plegen in de woning van [slachtoffer 6] ;
Feit 7: op 9 augustus 2021 in Sint Joost een diefstal heeft gepleegd in de woning van [slachtoffer 7] .
Bij de diefstallen was er vaak sprake van inbraak, insluiping en/of werd het slachtoffer met een praatje afgeleid.

3.De beoordeling van het bewijs

3.1
Het standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de tenlastegelegde feiten, met uitzondering van het onder feit 3 tenlastegelegde. Door de aangeefster van dat feit is bij aanvullend verhoor verklaard dat geen goederen zijn weggenomen uit de woning, zodat van een voltooide diefstal geen sprake is. De verdachte moet van dit feit worden vrijgesproken.
3.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft zich ten aanzien van de tenlastegelegde feiten gerefereerd aan het oordeel van de rechtbank, met uitzondering van feit 3. Net als de officier van justitie heeft de raadsman zich op het standpunt gesteld dat de verdachte van dit feit moet worden vrijgesproken.
3.3
Het oordeel van de rechtbank
Vrijspraakoverwegingen
Feit 3
Met de officier van justitie en de verdediging is de rechtbank van oordeel dat de verdachte van de tenlastegelegde diefstal moet worden vrijgesproken. Aangeefster heeft zelf nadien teruggevonden wat ze aanvankelijk als gestolen had opgegeven. Derhalve zou dit hooguit een poging tot diefstal in vereniging hebben kunnen zijn, wat niet in de tenlastelegging opgenomen is. Ondanks deze vrijspraak ziet de rechtbank voor zichzelf geen enkel voorbehoud om van de dossierstukken van dit feit in Sevenum gebruik te maken bij de beoordeling van andere feiten van diezelfde dag in Sevenum of elders, een en ander zoals hierna te overwegen.
Bewijsmiddelen
De rechtbank acht de overige tenlastegelegde feiten wettig en overtuigend bewezen.
Ter bevordering van de leesbaarheid van dit vonnis, heeft de rechtbank de bewijsmiddelen die redengevend zijn voor de bewezenverklaring opgenomen in bijlage II.
Bewijsoverwegingen
Voordat de rechtbank de specifiek tenlastegelegde feiten bespreekt, zal zij eerst ingaan op de bespreking van een modus operandi die uit het dossier naar voren komt die op essentiële punten overeenkomt en de bevindingen in het dossier met betrekking tot de Mercedes Benz met het Belgisch kenteken [kenteken] .
Modus operandi
Aan de verdachte zijn verschillende (pogingen tot) diefstal bij gelegenheid van woninginbraken of insluipingen in woningen tenlastegelegd. Bij de bespreking van deze feiten zal de rechtbank bij enkele feiten gebruik maken van schakelbewijs. De rechtbank is van oordeel dat de modus operandi in een aantal van de feiten voldoende specifiek is om in onderling verband bij te kunnen dragen tot het bewijs. Het uitkiezen van woningen van mensen op hoge en zeer hoge leeftijd als ‘werkterrein’ maakt nadrukkelijk deel uit van de modus operandi van de verdachte. Ook de dadercombinatie van man, vrouw en kind (meer specifiek zelfs: een jonge jongen) is een in het oog springend onderdeel van de werkwijze. Er wordt, in de gevallen waar het tot een persoonlijke confrontatie met slachtoffers komt, onder andere gebruik gemaakt van een zogenaamde babbeltruc om de slachtoffers af te leiden, terwijl op dat moment door een ander de woning wordt doorzocht. In dat gebabbel komen bepaalde specifieke uitlatingen opmerkelijk genoeg vaker voor, zoals het vragen naar een zekere [naam 1] of mevrouw [naam 1] , en het vragen van iets futiels zoals iets te mogen drinken, de handen te mogen wassen of naar het toilet te mogen. Nu de modus operandi bij het merendeel van de feiten op zulke essentiële punten overeenkomt, zal de rechtbank de bewijsmiddelen die ten grondslag liggen aan het ene feit, ook gebruiken bij de bewijsvoering van een ander feit. Daarbij geldt dat het gebruik door de daders van een bepaald voertuig in 2021, de Mercedes-Benz met het al eerder aangehaalde Belgische kenteken [kenteken] , ook bij meerdere feiten kan worden vastgesteld, wat het hanteren van schakelbewijs in die gevallen vanzelfsprekend ondersteunt en nadere bewijskracht geeft.
De Mercedes-Benz
Op 10 augustus 2021 wordt in Urmond een Mercedes-Benz aangetroffen zonder kentekenplaten. Uit nader onderzoek aan het voertuig blijkt dat bij dit voertuig het Belgische kenteken [kenteken] hoort. Uit de opgevraagde ANPR-gegevens van dit voertuig blijkt dat dit voertuig zich op 4 augustus 2021 in de regio Zuid-Limburg bevond. Tevens is in dit voertuig een Fanta flesje aangetroffen waarop DNA is aangetroffen dat matcht met het DNA van de verdachte. De matchkans is daarbij berekend op kleiner dan één op één miljard. De rechtbank gaat er derhalve van uit dat het DNA op het Fanta flesje, het DNA van de verdachte is en dat zij inzittende is geweest van de Mercedes-Benz.
Cluster van feiten op 4 augustus 2021 gepleegd: feit 1 (Mheer, [adres 1] ) en feit 2 (Eckelrade, [adres 2] )
Uit de ANPR-gegevens van voornoemd voertuig blijkt dat dit zich op 4 augustus 2021 in Zuid-Limburg bevond in het tijdsbestek dat de tenlastegelegde feiten 1 en 2 zijn gepleegd. De verdachte heeft verklaard zichzelf te herkennen op de camerabeelden die zijn opgenomen bij de [adres 2] (feit 2). Op deze beelden is een combinatie van daders te zien die bestaat uit een man, vrouw en een kind. Uit de aangifte van feit 1 ( [adres 1] ) blijkt dat ook daar sprake was van een dadercombinatie van een man, vrouw en kind. De signalementen die zijn opgegeven door de aangeefster van feit 1 komen overeen met de signalementen van de daders van feit 2. Nu de verdachte heeft verklaard de persoon te zijn op de beelden van de [adres 2] , trekt de rechtbank de conclusie, gelet op de signalementen en de gehanteerde modus operandi, dat de verdachte ook heeft geprobeerd in te breken op de [adres 1] .
Feit van algemene bekendheid is tenslotte dat Mheer en Eckelrade naburige dorpen van elkaar zijn; een rit via deze dorpen, in welke volgorde dan ook, is volkomen verenigbaar met de aangehaalde ANPR-registraties van die datum waaruit volgt waar en wanneer het voertuig Nederland in en weer uit reed.
De rechtbank acht beide feiten wettig en overtuigend bewezen.
Cluster van feiten op 9 augustus 2021 gepleegd: feit 4 (Belfeld, [adres 3] ), feit 5 (Belfeld, [adres 4] ), feit 6 (Sevenum, [adres 5] ) en feit 7 (Sint Joost, [adres 6] )
Op 9 augustus 2021 wordt melding gedaan bij de politie van een verdachte situatie op de [adres 7] te Belfeld. Op de camerabeelden die daar zijn opgenomen worden twee volwassenen (meer in het bijzonder: een man en een vrouw) en een kind waargenomen die van de ene naar de andere oprit lopen. De verdachte heeft hierover verklaard dat de broek die de vrouw op de beelden draagt van haar kan zijn. Ook denkt zij zichzelf, [medeverdachte] en haar kleinzoon [naam kleinzoon] te herkennen op de beelden.
Op diezelfde dag worden uit woningen aan de [straatnaam 1] in Belfeld sieraden en/of geld gestolen. De [straatnaam 1] ligt niet ver van de [straatnaam 2] . Op het met geweld geforceerde slaapkamerraam op de begane grond van de woning van [slachtoffer 4] aan de [adres 3] (feit 4), de plek waar de dader of daders zich de toegang tot de woning heeft of hebben verschaft, is DNA aangetroffen dat (met een matchkans van kleiner dan één op één miljard) overeenkomt met het DNA van [medeverdachte] . Door [slachtoffer 5] is aangifte gedaan van diefstal van een ring en een horloge uit de woning [adres 4] aldaar (feit 5).
Buit van zowel de woninginbraak aan de [adres 3] als van de diefstal uit de woning [adres 4] is binnen enkele weken teruggevonden in een berm langs een afgelegen weggetje in Sint Joost. De rechtbank leidt hieruit zonder voorbehoud af dat de dader(s) van feit 4 zich ook schuldig hebben gemaakt aan feit 5.
Voorts is door [slachtoffer 3] (feit 3) en door [slachtoffer 6] (feit 6) telkens aangifte gedaan van een poging tot diefstal bij een insluiping in woningen in Sevenum aan de [straatnaam 3] resp. aan de [straatnaam 4] op diezelfde dag, 9 augustus 2021. Dit gebeurde door een man, vrouw en een kind, waarbij door middel van een babbeltruc is geprobeerd goederen weg te nemen. Hoewel de rechtbank de verdachte van feit 3 zal vrijspreken, betrekt de rechtbank de verklaringen van de aangeefster [slachtoffer 8] bij de bewijsmiddelen. Immers blijkt ook daar de eerdergenoemde modus operandi te zijn gehanteerd, net zoals bij [slachtoffer 6] .
Na de verjaging van de daders door [slachtoffer 6] wordt in de buurt van de [straatnaam 4] door een gealarmeerd familielid van [slachtoffer 6] de Mercedes-Benz met kenteken [kenteken] gefotografeerd. Dat familielid ziet dan een man, vrouw en kind van achter die auto komen die de [straatnaam 3] inlopen. Deze [straatnaam 3] is de straat van feit 3. De rechtbank acht uit het vorenstaande voldoende bewijs aanwezig voor de poging van feit 6, waar wegens het mislukken van de diefstal niets buit werd gemaakt.
Zoals hierboven opgemerkt werden de bij feit 4 en 5 buitgemaakte goederen aangetroffen in Sint Joost. Nu het niet voor de hand ligt dat men met buitgemaakte goederen dagen tot weken blijft rondlopen en deze, gelet op de waarde van de goederen, zo maar zou dumpen, geeft het reden aan te nemen dat de plegers van feit 4 en 5 ook op 9 augustus 2021 in Sint Joost zijn geweest en daar buit verloren hebben.
[slachtoffer 7] heeft aangifte gedaan van een diefstal uit haar woning aan de [adres 6] in Sint Joost die die dag gepleegd werd en waarbij zij een man, een vrouw en een jongen heeft gezien. Van een dergelijke drie-eenheid is ook sprake bij de hiervoor beschreven voorvallen op die dag in Belfeld en Sevenum.
Wanneer dan alles in samenhang en onderling verband wordt beschouwd, leidt dat tot de conclusie dat de verdachte en haar twee medeverdachten op 9 augustus 2021 op dievenpad zijn geweest, daarbij Belfeld, Sevenum en Sint Joost hebben bezocht en de daders zijn van de aldaar die dag gepleegde feiten.
De rechtbank acht aldus de feiten 4 tot en met feit 7 wettig en overtuigend bewezen.
3.4
De bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat de verdachte:
T.a.v. feit 1:
op 4 augustus 2021 te Mheer tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en haar mededaders voorgenomen misdrijf om in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 1] , alwaar verdachte en haar mededaders zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, goederen van hun gading, die geheel aan [slachtoffer 1] toebehoorden weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning heeft begeven,
- aldaar via een gesloten deur zich toegang tot de woning heeft verleend,
- aan die [slachtoffer 1] heeft verteld dat zij daar moeten zijn om te poetsen en dat ze al hadden aangebeld/geroepen en dat zij de buurman goed kenden, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 2:
op 4 augustus 2021 te Eckelrade tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en haar mededaders voorgenomen misdrijf om in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 2] , alwaar verdachte en haar mededaders zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, goederen van hun gading, die geheel [slachtoffer 2] toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, door de ramen naar binnen hebben gekeken en aan de poorten hebben gerammeld, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 4:
op 9 augustus 2021 te Belfeld, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 3] , alwaar verdachte en haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, 60,00 euro, een (gouden) ketting en een (zilveren) armband, die geheel aan [slachtoffer 4] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf hebben verschaft en die weg te nemen goederen onder hun bereik hebben gebracht door middel van braak;
T.a.v. feit 5:
op 9 augustus 2021 te Belfeld tezamen en in vereniging met een of meer anderen in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 4] , alwaar verdachte en haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, een (gouden) ring en horloge, die geheel aan [slachtoffer 5] toebehoorden, heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen;
T.a.v. feit 6:
op 9 augustus 2021 te Sevenum tezamen en in vereniging met anderen, ter uitvoering van het door verdachte en haar mededaders voorgenomen misdrijf om in een woning en op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 5] , alwaar verdachte en haar mededaders zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevonden, goederen van hun gading, die geheel aan [slachtoffer 6] toebehoorden, weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en die weg te nemen goederen onder hun bereik te brengen door listige kunstgrepen en door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning heeft begeven en vervolgens de woning heeft betreden, en
- vanuit bovengenoemde woning aan die [slachtoffer 6] gevraagd heeft of er gebruik mag worden gemaakt van het toilet en heeft opgemerkt dat de jongen stout is, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 7:
zij op 9 augustus 2021 te Sint Joost tezamen en in vereniging met anderen in een woning, te weten [adres 6] , alwaar haar mededader zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond, kleingeld, een hanger en een halsketting, die aan [slachtoffer 7] toebehoorden heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
De rechtbank acht niet bewezen hetgeen meer of anders is ten laste gelegd. De verdachte zal daarvan worden vrijgesproken.
Kennelijke taal- en schrijffouten in de tenlasteleggingen zijn voor zover aanwezig in de bewezenverklaring verbeterd. Onder de feiten 1 en 6 heeft de rechtbank de persoonsvorm van de uitvoeringshandelingen verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor redelijkerwijs niet in haar verdediging geschaad.

4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde

Het bewezenverklaarde levert de volgende strafbare feiten op:
T.a.v. feit 1 en feit 6:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft door een samenweefsel van verdichtsels;
T.a.v. feit 2:
poging tot diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt;
T.a.v. feit 4:
diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft verschaft en de weg te nemen goederen onder zijn bereik heeft gebracht door middel van braak;
T.a.v. feit 5 en feit 7:
diefstal door twee of meer verenigde personen in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt.
Er zijn geen feiten of omstandigheden aannemelijk geworden die de strafbaarheid van de feiten uitsluiten.

5.De strafbaarheid van de verdachte

De verdachte is strafbaar, omdat geen feiten of omstandigheden aannemelijk zijn geworden die haar strafbaarheid uitsluiten.

6.De straf

6.1
De vordering van de officier van justitie
De officier van justitie heeft op grond van hetgeen zij bewezen heeft geacht gevorderd aan de verdachte op te leggen een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden met aftrek van de tijd die de verdachte in voorarrest heeft doorgebracht.
6.2
Het standpunt van de verdediging
De raadsman heeft voor wat betreft de strafmodaliteit en strafmaat, verzocht om rekening te houden met de persoonlijke omstandigheden van de verdachte. Om die reden dient te worden volstaan met de oplegging van een onvoorwaardelijke gevangenisstraf gelijk aan het voorarrest en daarnaast een voorwaardelijke gevangenisstraf van lange duur met een proeftijd van drie jaren. Met voornoemde straf wordt naast de persoonlijke omstandigheden van de verdachte ook recht gedaan aan de ernst van de feiten.
6.3
Het oordeel van de rechtbank
Bij de bepaling van de op te leggen straf is gelet op de aard en ernst van hetgeen bewezen is verklaard, op de omstandigheden waaronder het bewezenverklaarde is begaan en op de persoon van de verdachte, zoals een en ander uit het onderzoek ter terechtzitting naar voren is gekomen.
De verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan drie voltooide diefstallen uit een woning, eenmaal bij wijze van insluiping gepleegd, tweemaal als woninginbraak. Daarnaast heeft zij nog 3 strafbare pogingen daartoe ondernomen. Deze feiten heeft verdachte samen met medeverdachten gepleegd in 2021.
Wat opvalt, is dat vrijwel uitsluitend personen van hoge tot zeer hoge leeftijd, een enkele maal zelfs van boven de 90 jaren oud, slachtoffer van de bewezen misdrijven zijn geworden. Klaarblijkelijk, nu immers geen enkel feit voorkomt van jongere (potentiële) slachtoffers, hebben de verdachte en haar medeverdachten keer op keer bewust misbruik gemaakt van de kwetsbaarheid van deze bejaarde slachtoffers, van wie velen ook nog alleen woonden of aanwezig waren in hun woning. Zij zijn als slachtoffer uitgekozen, verdachte zal van oude slachtoffers geen tegenstand of gevaar hebben verwacht, een laffe keuze aldus.
De woning, die bij uitstek veilige thuishaven van iedereen behoort te zijn, is telkenmale met crimineel oogmerk benaderd en betreden, zelfs is met braak de toegang geforceerd. Veel van de slachtoffers zijn in een directe persoonlijke confrontatie met verdachte en de medeverdachten in hun woning overrompeld, verrast en in hun gezicht voor de gek gehouden. Schaamteloos hebben mensen smoesjes of uitvluchten moeten horen, en de rechtbank stelt vast dat de verdachte en haar medeverdachten zonder enige vorm van schaamte of gewetensnood tot het open en bloot plegen van deze vermogensdelicten zijn overgegaan. Dat oude mensen aldus in hun eigen woning de dupe zijn moeten worden van het criminele winstbejag van verdachte neemt de rechtbank de verdachte zeer kwalijk.
Bij de voltooide feiten zijn vaak voor de eigenaars emotioneel waardevolle bezittingen gestolen, zoals persoonlijke sieraden. De waarde van een dergelijke buit voor de daders is vaak gering, het verlies aan emotionele waarde voor de slachtoffers is vaak niet in geld uit te drukken. Treurig is het ook om te zien dat zo achteloos met buit wordt omgegaan dat die ook wordt verloren of wellicht wel wordt gedumpt. Door puur toeval is van twee slachtoffers (een deel van) de buit nog teruggevonden, wat overigens geen verdienste van verdachte is.
Wat voorts een bijzonder aspect van het bewezenverklaarde is, is dat het kunnen uitvoeren van babbeltrucs bij de insluipingen gefaciliteerd werd door een doorsnee lijkende combinatie van een vrouw met een man en een jong kind. Wetend dat mensen vermoedelijk niet direct verontrust raken wanneer ze door “een gezin” worden aangesproken, hebben de verdachte en haar medeverdachten ook bij dit aspect bewust misleidend gehandeld. Dat [naam kleinzoon] , nota bene de eigen kleinzoon van de verdachte, mede voor dit karretje gespannen is, en als medeverdachte mee heeft gedaan aan het plegen van deze strafbare feiten, acht de rechtbank in wezen ontluisterend, uitdrukkelijk in de richting van de verdachte, en zal in strafverzwarende zin meegewogen worden. In plaats van zorg te dragen voor diens schoolgang, heeft de verdachte met haar medeverdachte voor de jongen leermeester gespeeld op het criminele vlak.
De rechtbank is van oordeel dat enkel een vrijheidsbenemende straf recht doet aan een zaak als deze, qua feiten, qua brutaliteit van plegen, en qua aanhoudende en herhalende aard.
De verdachte heeft zich in haar verklaring beroepen op het feit dat ze gedwongen is om met medeverdachte [medeverdachte] op pad te gaan, maar daaraan hecht de rechtbank geen waarde. Niet is gebleken dat de verdachte geen andere keuze zou hebben gehad, waarbij de rechtbank vaststelt dat zij in september 2021 in België voor aldaar gepleegde feiten ook is aangehouden en veroordeeld. Het op meerdere dagen bezoeken van verschillende adressen waar een diefstal gepleegd is of gepoogd is te plegen, acht de rechtbank passen bij een kennelijk gemaakte keuze om zich op zulke wijze ten koste van anderen van geld te voorzien.
Kijkend naar de LOVS-uitgangspunten, waarbij een insluiping in een woning of een woninginbraak bij reguliere recidive al 3 tot 5 maanden gevangenisstraf kan opleveren, acht de rechtbank de eis van de officier van justitie om 24 maanden gevangenisstraf op te leggen niet buitensporig.
Alles overwegende zal de rechtbank de verdachte veroordelen tot een gevangenisstraf voor de duur van 24 maanden, met aftrek van voorarrest. Daarbij hoort ook de detentie die de verdachte in Italië heeft ondergaan voordat ze aan Nederland werd overgeleverd. De rechtbank constateert dat de bewezen verklaarde feiten uit 2021 dateren. De vervolging en berechting is pas na jaren gevolgd, maar de verdachte is pas na haar aanhouding in Italië op 30 juni 2024 naar aanleiding van een Europees arrestatiebevel geconfronteerd met het bestaan van onderhavige strafvervolging, zodat de rechtbank hierin geen aanleiding tot strafvermindering ziet. Dat reeds in 2021 doorzoekingen in België hebben plaatsgevonden, onder meer bij haar toenmalige woning, heeft zijn oorsprong en zijn plek in het zelfstandig ingestelde Belgische opsporingsonderzoek.
Tenuitvoerlegging van de opgelegde gevangenisstraf zal volledig plaatsvinden binnen de penitentiaire inrichting, tot het moment dat de verdachte in aanmerking komt voor deelname aan een penitentiair programma, als bedoeld in artikel 4 van de Penitentiaire beginselenwet of tot het moment dat de regeling van voorwaardelijke invrijheidsstelling aan de orde is, als bedoeld in artikel 6:2:10 van het Wetboek van Strafvordering.

7.De wettelijke voorschriften

De beslissing berust op de artikelen 45, 57 en 311 van het Wetboek van Strafrecht.

8.De beslissing

De rechtbank:
Vrijspraak
- spreekt de verdachte vrij van het onder feit 3 tenlastegelegde;
Bewezenverklaring
  • verklaart het tenlastegelegde bewezen zoals hierboven onder 3.4 is omschreven;
  • spreekt de verdachte vrij van wat meer of anders is tenlastegelegd;
Strafbaarheid
  • verklaart dat het bewezenverklaarde de strafbare feiten oplevert zoals hierboven onder 4 is omschreven;
  • verklaart de verdachte strafbaar;
Straf
  • veroordeelt de verdachte tot
  • beveelt dat de tijd die door de veroordeelde vóór de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in voorarrest is doorgebracht, inclusief de in buitenlandse overleveringsdetentie doorgebrachte tijd, bij de uitvoering van deze gevangenisstraf in mindering zal worden gebracht.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.B. Bax, voorzitter, mr. D.J.E. Hamers-Aerts en
mr. L.H.M. Geuns, rechters, in tegenwoordigheid van mr. C.W.P. Huntjens, griffier, en uitgesproken ter openbare zitting van 24 juni 2025.
BIJLAGE I: De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat
T.a.v. feit 1:
zij op of omstreeks 4 augustus 2021 te Mheer, gemeente Eijsden-Margraten
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 1] , alwaar verdachte en/of haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en),
goederen van zijn/haar/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 1] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming en/of een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning hebben begeven,
- aldaar via een gesloten deur zich toegang tot de woning hebben verleend,
- aan die [slachtoffer 1] te vertellen dat zij daar moeten zijn om te poetsen en/of dat ze al hadden aangebeld/geroepen en/of dat zij de buurman goed kenden
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 2:
zij op of omstreeks 4 augustus 2021 te Eckelrade, gemeente Eijsden-Margraten
tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 2] , alwaar verdachte en/of haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), goederen van zijn/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 2] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n)
weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen met een personenauto het bijbehorende perceel van voornoemde woning zijn opgereden, door de ramen naar binnen heeft/hebben gekeken en/of aan de poorten hebben gerammeld,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid.
T.a.v. feit 3:
zij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Sevenum, gemeente Horst aan de Maas, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 8] , alwaar verdachte en/of haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een armband, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 8] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen armband, in elk geval enig goed, onder zijn/haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning hebben begeven,
- aldaar voor de deur van de woning aan die [slachtoffer 8] hebben gevraagd voor een glaasje water en/of daarbij verteld hebben dat Oma [naam 2] niet thuis was,
- de woning heeft/hebben betreden, en/of
- aan voornoemde [slachtoffer 8] gevraagd hebben of ze de toilet mochten gebruiken;
T.a.v. feit 4:
zij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Belfeld, gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 3] , alwaar verdachte en/of haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), 60,00 euro, een (gouden) ketting en/of een (zilveren) armband, in elk geval enig geldbedrag en/of goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 4] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen, terwijl verdachte en/of haar mededader(s) zich de toegang tot de plaats van het misdrijf heeft/hebben verschaft en/of dat/die weg te nemen goederen onder haar/hun bereik heeft/hebben gebracht door middel van braak en/of verbreking;
T.a.v. feit 5:
zij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Belfeld, gemeente Venlo, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen, in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 4] , alwaar verdachte en/of haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), een (gouden) ring en/of horloge, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 5] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n)
heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen
T.a.v. feit 6:
zij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Sevenum, gemeente Horst aan de Maas tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen ter uitvoering van het door verdachte en/of haar mededader(s) voorgenomen misdrijf om in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, [adres 5] , alwaar verdachte en/of haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), goederen van zijn/haar/hun gading, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 6] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n)
weg te nemen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen en zich de toegang tot de plaats van het misdrijf te verschaffen en/of dat/die weg te nemen goed/goederen onder zijn/haar/hun bereik te brengen door middel van braak, verbreking, inklimming, een valse sleutel en/of door het aannemen van een valse naam en/of van een valse hoedanigheid en/of door listige kunstgrepen en/of door een samenweefsel van verdichtsels
- zich naar bovengenoemde woning hebben begeven en/of vervolgens de woning hebben betreden, en/of
- vanuit bovengenoemde woning aan die [slachtoffer 6] gevraagd heeft/hebben of er gebruik mag worden gemaakt van het toilet en/of op hebben opgemerkt dat de jongen stout is,
terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
T.a.v. feit 7:
zij op of omstreeks 9 augustus 2021 te Sint Joost, gemeente Echt-Susteren, tezamen en in vereniging met een of meer anderen, althans alleen,
in een woning en/of op een besloten erf waarop een woning stond, te weten [adres 6] , alwaar verdachte en/of haar mededader(s) zich buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevond(en), kleingeld, een hanger en/of een halsketting, in elk geval enig goed, dat/die geheel of ten dele aan [slachtoffer 7] , in elk geval aan een ander dan aan verdachte en/of haar mededader(s) toebehoorde(n) heeft weggenomen met het oogmerk om het zich wederrechtelijk toe te eigenen.
Bijlage II: De bewijsmiddelen
Waar hierna wordt verwezen naar paginanummers, wordt – tenzij anders vermeld – gedoeld op paginanummers uit het proces-verbaal van politie Districtsrecherche Zuid-West-Limburg met onderzoeksnummer LB3R021109/Praia, gesloten d.d. 21 juni 2024, doorgenummerd van pagina 1 tot en met pagina 402.
[slachtoffer 1](geb. 7 januari 1955) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [1]
Ik doe aangifte van een poging diefstal uit mijn woning op de [adres 1] te Mheer. Op woensdag 4 augustus 2024 omstreeks 14:00 uur was ik in de tuin. De woning was geheel afgesloten, behalve de achterdeur die toegang gaf tot de keuken. De achterdeur stond open, echter de vliegenhor was dicht. Op een moment zag ik dat de vliegenhor en het kniehogenhekje geopend waren. Ik wist zeker dat ik dit niet zo had achtergelaten. Eenmaal in de keuken had ik vrij zicht en zag ik een vrouw in de keuken staan die ik niet kon. Ik sprak de vrouw aan en zag een man en een kind in de hal staan. Op mijn vraag "wat doet u hier?" kreeg ik onverwijld antwoord van de, voor mij onbekende, vrouw. De vrouw zei tegen mij in het Nederlands: "Wij moeten hier zijn." We gingen kort een gesprek aan omdat ik het er niet mee eens was. Tijdens het verlaten van de woning maakte de man, vrouw en het kind mij duidelijk dat de vrouw moest komen poetsen. Zij dachten dat ze op mijn adres moesten zijn en deden alsof het een vergissing was. Ik vroeg of men dan bij de buren moest zijn en ik noemde de naam van de buren. "Ja" zei de man. "En we hebben hem goed gekend" was zijn antwoord. Ik was van mening dat ze bij de buren moesten zijn. De jongen maakte de zinnen van mij af en noemde een achternaam " [naam 1] ". Hij hielp mij eigenlijk meedenken. Zijn antwoorden waren ook plausibel. De man stelde zich zeer kwetsbaar op. Hij bleef zich maar verontschuldigen en liet weten dat hij het zeer vervelend vond dat hij in 'de verkeerde' woning was geweest. De achternaam [naam 1] zegt mij echter niets.
Ik kan hen omschrijven als:
Man:
- Ik schatte hem tussen de 35 en 40 jaar oud.
- Ongeveer 1.65 meter lang.
- Pikzwart / gitzwart halflang haar tot ongeveer onder de oren.
- Bol gezicht.
- Normaal postuur.
- Verzorgd uiterlijk in oog en geur.
- Licht getint.
Vrouw:
- Iets kleiner dan de man. Ik schat 1.55. Ik schat dat zodanig omdat ik ook zo groot
ben.
- Haar pikzwarte haren had ze achteruit gekamd. Ze had het volgens mij in een staart.
Ook haar haren waren pikzwart. Zwarter dan dat kon haast niet. Gelijkend op de
haarkleur van man.
- Haar gezicht was verzorgd net als haar uiterlijk.
- Haar gezicht had een netjes vrouwengezicht. Het was in elk geval geen lelijke
vrouw.
- Haar postuur was mollig tot stevig te noemen. Zeker niet dik maar er zat een
kilootje meer op.
- Licht getint.
Kind:
- Zeker 12 jaar oud.
- Hij was ongeveer even lang als de vrouw (1.55 meter hoog). Hij was in elk geval
niet veel kleiner.
- Droeg donkere kleren met een zwarte pet op zijn hoofd.
- Het postuur was normaal voor een kind van die leeftijd. Niet te smal en zeker niet
te dik.
- Ook hij sprak het Nederlands met een buitenlandse tongval/accent.
Bij controle achteraf van de woning zagen wij dat de waardevolle spullen nog aanwezig waren.
[naam 3] verklaarde in haar aangifte namens
[slachtoffer 2](geb. 6 oktober 1941), voor zover van belang, het volgende: [2]
Op woensdag 4 augustus 2021 waren wij niet thuis op de [adres 2] in Eckelrade. Op die dag kwam de pachter van onze landerijen, [naam pachter] , in de avond naar ons toe. Hij vertelde ons toen dat hij 3 personen had gezien op de camerabeelden die bij ons ophangen bij de schuur. Op de beelden heb ik een vrouw, man en jongen gezien. Ik zag op de beelden die [naam pachter] mij liet zien, dat 1 persoon door het raam naast de poort van de schuur naar binnen keek en een andere aan de poort van de schuur rammelde. Wij missen geen spullen uit de woning.
Getuige [getuige 1]verklaarde, voor zover van belang, – zakelijk weergegeven – het volgende: [3]
Ik heb op 4 augustus 2021 een auto in de wei zien staan bij het langsrijden. Ik dacht toen nog van wat moet die auto daar. Vermoedelijk was dit een witte auto. De auto stond tussen de eerste boerderij van de [adres 2] en die van de familie [slachtoffer 2] . Ik zag er 2 of 3 personen in zitten.
[slachtoffer 4](geb. 24 juli 1941) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [4]
Ik woon aan de [adres 3] te Belfeld. Op 9 augustus 2021 verliet ik omstreeks 17:15 uur de woning. Om 18:50 uur kwam ik terug en viel het mij op dat lades in de woonkamer open stonden. Ik zag een bloempot die op de grond lag, deze stond op de vensterbank bij het raam. Het raam van mijn slaapkamer stond naar binnen toe open. Het betreft een raam/kiepraam. Het houten kozijn is vernield. Buiten liggen houtsplinters afkomstig van het kozijn. Het raam kan niet meer naar behoren afgesloten worden. Er zijn sieraden en geld weggehaald, welke mijn eigendom waren. Het gaat om een gouden ketting, met gouden kruisje. Tevens is er een zilveren armband weggehaald, deze lagen allemaal in een kistje. Uit de ladekast van de woonkamer kast lag mijn portemonnee. Hieruit is cashgeld weggenomen van in totaal 60 euro.
Op de buitenzijde van het slaapkamerraam van de woning van [slachtoffer 4] op de [adres 3] te Belfeld is een DNA-spoor aangetroffen (met SIN-nummer AANT6226NL). [5] Dit DNA-spoor bevat DNA van medeverdachte [medeverdachte] . [6]
[slachtoffer 5](geb. 22 september 1925) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [7]
Op 9 augustus 2021 omstreeks 17:15 uur was ik in mijn woning aan de [adres 4] te Belfeld. Ik had het slaapkamerraam op een kier open staan. Ik zat op genoemd tijdstip in de woonkamer en hoorde enkele leef geluiden welke afkomstig waren uit mijn slaapkamer. Omdat het raam op een kier stond dacht ik dat de geluiden van buiten kwamen. De geluiden klonken als gerommel. Omstreeks 17:45 uur zag ik tot mijn verbazing dat het slaapkamerraam helemaal open stond en dat alle lades van het nachtkastje open stonden. Ik zag dat mijn slaapkamer was doorzocht.
Uit de
bijlagebehorende bij de aangifte van [slachtoffer 5] blijkt dat een gouden ring en een gouden horloge zijn weggenomen. [8]
[slachtoffer 3](geb. 19 oktober 1934) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [9]
Op 9 augustus 2021 omstreeks 16:00 uur liep ik terug naar mijn woning in Sevenum aan de [adres 8] . Ik zag dat een auto met witte kentekenplaten mij passeerde. Ik had het idee dat ik deze auto al eerder had gezien en kreeg het gevoel dat deze auto mij in de gaten hield omdat deze in laag tempo in mijn buurt bleef rijden. Omstreeks 16:30 uur stond ik in de keuken. Ik stond ter hoogte van de achterdeur en zag ineens een kleinere vrouw ik schat haar tussen de 1,50 en 1,60 meter met een normaal postuur en een sjaaltje in haar haren, staan met een jong jongetje, ik schat hem rond de 9 jaar oud met kort donker haar. Ik hoorde dat de vrouw aan mij vroeg of ik een glaasje water had. De vrouw herhaalde meerdere keren dat "oma [naam 2] " niet thuis was en dat zij daar waren. Ik bukte mij om glazen te pakken en hoorde ineens de stoelen van de keukentafel schuiven. Ik zag dat de vrouw en het jongetje achter mij
aan waren gelopen de woning in. Ineens zag ik een schaduw vanuit de woonkamer en hoorde ik een mannenstem. Ik schrok hiervan want ik had helemaal geen man bij de vrouw en het kindje gezien. Ineens kwam de man vanuit de woonkamer richting de keuken gelopen, het betrof een lange smalle man met donkere haren tot op zijn schouders. Ik zag dat in de woonkamer, waar de man was geweest, een kastdeur open stond.
[slachtoffer 6](geb. 30 augustus 1937) verklaarde in haar aangifte, voor zover van belang, het volgende: [10]
Op 9 augustus 2021 zat ik omstreeks 15:30 uur onder de veranda van mijn woning op de [adres 5] te Sevenum. Rond genoemd tijdstip ging plots de deur van de woning, onder de veranda van binnenuit open. Ik zag dat een jongen vanuit mijn woning naar buiten kwam. De jongen had een licht getinte huidskleur, droeg kort donker haar en had een licht getinte huidskleur. Verder droeg hij donkere kleding. Ik schat hem tussen de 10 en twaalf jaar oud. Ik hoorde dat de jongen in gebrekkig Nederlands vroeg of hij naar de wc mocht. Ik vond dat goed en ben vervolgens met hem via de oprit naar de garage gelopen alwaar ook een wc is. Ik wilde hem niet in de woning naar de wc laten gaan. Ik ben in de garage blijven wachten tot hij klaar was. Hij was zo klaar. Op mijn vraag waar hij vandaan kwam zei hij dat hij bij een vriendje was. Toen ik vroeg bij welk vriendje zei hij: "Daarachter", waarbij hij wees in de richting van [naam 4] . Hij bleef echter staan treuzelen en vroeg of hij nog een keer naar de wc mocht gaan. Ik zei dat hij dat niet mocht en dat hij maar naar zijn vriendje moest gaan. Daarna zei ik dat hij naar buiten moest gaan. Op dat moment zag ik een man en een vrouw uit mijn garage komen. Zij liepen ook naar de weg en ik zag dat ze de jongen bij de kraag pakten en bij de weg naar rechts liepen. Ik hoorde de man zeggen: "Hij is stout geweest". Later hoorde ik van mijn buurvrouw, [naam buurvrouw] , dat zij een auto met Belgisch kenteken had zien staan. Ik ben weer onder de veranda gaan zitten en heb naar mijn dochter [naam dochter] gebeld om haar te vertellen wat er net gebeurd was. Even later kwam [naam kleindochter] , de dochter van [naam dochter] , en haar vriend [naam 5] de aanhangwagen terugbrengen. Nadat ik het gebeuren aan [naam kleindochter] en [naam 5] had verteld ben ik samen met [naam kleindochter] mijn woning binnengegaan om te kijken of er iets was gebeurd. Ik zag toen dat laden en deuren van kasten in de gang, keuken, woonkamer en slaapkamer open stonden. Ik zag dat spullen die in de kasten lagen, waren verschoven. Ook zag ik dat men in mijn handtas, die in een slaapkamerkast lag, had gekeken want ik zag dat zowel de kleine als ook de grote ritssluiting open stond. [naam kleindochter] heeft toen naar de politie gebeld. Ik heb nog met [naam kleindochter] gekeken of er goederen weg waren maar dat was niet het geval. Signalement man: licht getinte huidskleur, hij sprak gebrekkig Nederlands, donker gekleed. Enige tijd later kwam ook mijn dochter [naam dochter] . Die vertelde mij dat haar een auto met Belgisch kenteken, met daarbij ook een man, vrouw en kind, was opgevallen. Zij had die auto zien staan toen ze onderweg was naar mij.
Getuige [getuige 2]verklaarde, voor zover van belang, het volgende: [11]
Op 9 augustus om 15:36 uur belde mijn moeder. Zij vertelde dat er een
jongetje naar de wc was geweest in haar woning en dat hij niet naar de weg wilde
lopen en dat er toen een man en een vrouw uit de garage kwamen lopen. Ook vertelde ze
dat mijn dochter [naam kleindochter] en haar vriend [naam 5] eraan waren gekomen en dat zij samen met
[naam kleindochter] in de woning had gekeken en dat ze hadden gezien dat laden en deuren van
kasten open stonden. Ik zei haar dat ik ook zou komen. Ik reed vervolgens vanaf mijn woning in de richting van de woning van mijn moeder. Op de [straatnaam 5] , net voor de kruising met de [straatnaam 3] , zag ik aan de rechterzijde van de weg een grijze personenauto staan. Ik zag aan de achterzijde van die personenauto een man, een vrouw en een jongetje in
de richting van de kruising met de [straatnaam 3] lopen. Omdat mijn moeder had gezegd
dat er een man, vrouw en jongetje bij haar in de woning waren geweest, was ik extra
alert. Ik zag dat de drie personen donkerkleurige kleding droegen en rechtsaf, de
[straatnaam 3] inliepen. Ik bracht mijn auto tot stilstand en belde met mijn dochter [naam kleindochter] . Ik vroeg aan haar of de personen die bij oma waren geweest ook donker gekleed waren. [naam kleindochter] bevestigde dat. Ik heb vervolgens een foto gemaakt van de grijze auto en zag dat het een grijze Mercedes betrof met het Belgische kenteken [kenteken] .
In een
aanvullend verhoor verklaarde getuige [getuige 2], voor zover van belang, het volgende: [12]
O = Opmerking verbalisant
V = Vraag verbalisant
A = Antwoord getuige
O: U heeft of 19 augustus 2021 al een verklaring afgelegd over een Mercedes met het Belgische kenteken [kenteken] . U had het toen over een jongen, een man en een vrouw.
(…)
V: U heeft ook iets verklaard over de vrouw, hoe oud was zij?
A: Ik denk tussen de 30 en 40 jaar (…).
V: Kunt u iets vertellen over het gezicht van de vrouw?
A: Zonbruin gekleurd, lichter als de man. Haar haar was strak naar achter getrokken en opgebonden in een staart of knotje.
De verdachteverklaarde bij haar verhoor, voor zover van belang, het volgende: [13]
O = Opmerking verbalisantV = Vraag verbalisant
A = Antwoord verdachte
O: We tonen de verdachte onderstaande foto (
opmerking rechtbank:dit is de foto op blz. 341 van het dossier)
(..)
O: Deze foto is gemaakt in Eckelrade, een plaatsje in Nederlands Zuid-Limburg, gemaakt op 4 augustus 2021 op het erf van een boerderij. (…)
A: Ja dat zijn wij (…)
O: Naar de foto.
V: Wie is de jongen?
A: Ik denk [naam kleinzoon] (…).
O: Dus, op de foto van Eckelrade en van Belfeld, op beide foto’s zie je jou, [naam kleinzoon] en [medeverdachte] (
de rechtbank begrijpt: [medeverdachte] ).
V: Of begrijp ik het nu verkeerd? Je krijgt mijn bril weer.
A: Ik denk het wel.
(…).
O: Kijk nog eens naar de foto van Eckelrade, naar de slippers van [naam kleinzoon] en dan naar de slippers van [naam kleinzoon] op de andere foto.
A: Ja, dat kan zijn (…).
O: Het vest zien we terug op de foto van Eckelrade, gedragen door [naam kleinzoon] .
V: Klopt dat?
A: Ja. (…).
O: De broek zien we terug op de foto in Belfeld en die draag jij.
V: Klopt dat?
A: Ja.
De verdachte verklaardebij de rechter-commissaris, voor zover van belang, als volgt: [14]
U vraagt mij naar de feiten op de vordering. Het zou kunnen dat ik die feiten heb gepleegd. De opname waar ik mezelf herken, is ook zo.
Verbalisanten [verbalisant 1] en [verbalisant 2]relateren, voor zover van belang, dat op 10 augustus 2021 een voertuig van het merk/type Mercedes Benz A160 met de kleur grijs is aangetroffen zonder kentekenplaten. [15] Dit voertuig is in beslag genomen met goednummer 1091864. [16]
Uit nader onderzoek blijkt dat bij dit voertuig een Belgisch kenteken hoort, zijnde [kenteken] . [17] In het voertuig werd een Fanta flesje aangetroffen waarvan de drinkopening is bemonsterd op DNA-sporen met SIN-nummer AAHB8980NL. [18] Het Nederlands Forensisch Instituut heeft het monster met voornoemd SIN-nummer vergeleken met buitenlandse DNA-databanken. Hieruit is een DNA-profiel uit België naar voren gekomen met nummer 04-22B088/N12 met een matchkans die kleiner is dan één op één miljard. [19] Het Belgische DNA-profiel met nummer 04-22B088/N12 is afkomstig van de verdachte. [20]
Verbalisant [verbalisant 3]relateert het volgende: [21]
In de periode tussen 21 juli 2021 en 17 augustus 2021 vonden er in de eenheid Limburg meerdere insluipingen plaats. Uit aangiftes en getuigenverklaringen bleek dat deze veelal gepleegd waren door een man, vrouw en jongen, of een samenstelling daarvan. Uit enige verklaringen bleek ook dat de personen zich verplaatsten in een grijze Mercedes A-klasse voorzien van het Belgische kenteken [kenteken] . Van het kenteken [kenteken] werden de ANPR-gegevens opgevraagd over de periode van 28 juli 2021 tot en met 23 augustus 2021.
Onderstaand de verstrekte ANPR-gegevens per dag, waarbij tevens de bijzonderheden zijn
vermeld:
(…)
Woensdag 4 augustus 2021
ANPR-gegevens:
09:37 528013 A76 Re 0.4 Stein GO
11:04 1104 10 Bosscherweg (Maastricht) ri Maastricht
18:29 1112 10 Brusselseweg (Maastricht) ri België
18:48 528013 A76 Re 0.4 Stein GO
19:00 1820 A76 Li 0.4 Stein GO
Op deze dag waren er wederom 2 insluiping en 1 verdachte situatie in het Heuvelland te weten:
- omstreeks 14:10 uur verdachte situatie [adres 1] in Mheer;
- tussen 17:00 uur en 17:45 uur poging insluiping [adres 2] in Eckelrade;
(…)
Uit de ANPR-gegevens blijkt dat de voornoemde Mercedes (…) voor de verdachte situatie in Mheer (…) Nederland was ingereden (…).
(…)
Zie onderstaande afbeelding waarop is aangegeven de [adres 1] , [adres 2] (…)
In verband met de publicatie van dit vonnis, is het niet mogelijk om de afbeelding te tonen.
(
Opmerking rechtbank: op de afbeelding hierboven staat dat het voertuig met kenteken [kenteken] om 11:04 uur Nederland is binnengereden en om 18:29 uur Nederland is uitgereden.)
Verbalisant [verbalisant 4]relateert, voor zover van belang, als volgt: [22]
Op 9 augustus 2021 waren er op twee locaties in Belfeld diefstallen uit woningen gepleegd. Op diezelfde dag ontving het Servicecenter van de Politie een spontane melding, nummer 4576126, met daarin het bericht dat er bij melder voor de deur 2 ouders met een kind een minuut voor de deur stonden en de woning goed bekeken. Uit een analyse van de Districtsrecherche Zuid Limburg, die doende waren met de vele insluipingen, werd een verband gelegd tussen deze melding en de twee diefstallen uit woningen op diezelfde dag, op ongeveer dezelfde tijdstippen in hetzelfde gebied. Daartoe zijn deze camerabeelden van de RING deurbel aan de woning op de [adres 7] te Belfeld veiliggesteld en bij deze beschreven. Ik, verbalisant [verbalisant 4] , zag op de camerabeelden dat er rechtsboven in het beeld de datum- en tijdsaanduiding: 2021 Aug 09 04:37:36 PM stond. Dit kwam overeen met de melding van de meldster. De diefstallen uit woningen in Belfeld waren gepleegd op 9 augustus 2021 tussen omstreeks 17:00 - 17:30 uur op de [adres 4] te Belfeld en omstreeks 17:15 -18:50 uur op de [adres 3] te Belfeld. De afstand tussen deze locaties betreft ongeveer 550 tot 600 meter, wat betekend dat het binnen 7 minuten loopafstand ligt volgens Google Maps.

Voetnoten

1.Pagina 166 tot en met 169.
2.Pagina 178 tot en met 180.
3.Pagina 192 en 193.
4.Pagina 220 tot en met 230.
5.Pagina 168.
6.Pagina 173 en 174.
7.Pagina 235 en 236.
8.Pagina 237.
9.Pagina 208 tot en met 210.
10.Pagina 239 tot en met 241.
11.Pagina 251 tot en met 254.
12.Pagina 255 en 256.
13.Pagina 323 tot en met 354.
14.Het proces-verbaal van verhoor bij de rechter-commissaris van 23 juli 2024.
15.Pagina 94 en 95.
16.Pagina 98.
17.Pagina 101 en 102.
18.Pagina 791.
19.Pagina 369.
20.Pagina 373 en pagina 390.
21.Pagina 115 tot en met 121
22.Pagina 81 tot en met 83.