ECLI:NL:RBLIM:2025:5940
Rechtbank Limburg
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Beëindiging gezag en benoeming voogd in een gezagsvacuüm door afwezigheid van de moeder
In deze zaak heeft de Rechtbank Limburg op 11 juni 2025 een beschikking gegeven over de beëindiging van het ouderlijk gezag van de moeder over de minderjarige [het kind] en de benoeming van de pleegmoeder tot voogd. De Raad voor de Kinderbescherming heeft verzocht om het gezag van de moeder te beëindigen, omdat er een gezagsvacuüm is ontstaan door de afwezigheid en onbereikbaarheid van de moeder. Het kind, dat al zes jaar bij de pleegmoeder woont, ontwikkelt zich goed, maar ervaart onduidelijkheid en teleurstelling door het gebrek aan contact met de moeder. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder niet in staat is haar gezagspositie uit te oefenen, wat leidt tot stagnatie in de hulpverlening en een bedreiging van de ontwikkeling van het kind. De rechtbank heeft geoordeeld dat het in het belang van het kind is dat de pleegmoeder als voogd wordt benoemd, zodat de juridische situatie overeenkomt met de feitelijke situatie. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad en er is een verzoek gedaan om de wijziging in het gezagsregister vast te leggen.